1 / 16

Zo sprak hij, en aangespoord door de godin begon hij/

’WV favq j,oJ d joJrmhqeiV qeou: a[rceto, fai:ne d jajoidhvn, e[nqen eJlw;n,. Zo sprak hij, en aangespoord door de godin begon hij/ na zich gereedgemaakt te hebben begon hij met de godin en hij toonde zijn lied, waarbij hij het verhaal opnam vanaf dit punt.

saxton
Download Presentation

Zo sprak hij, en aangespoord door de godin begon hij/

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ’WV favq j,oJ d joJrmhqeiV qeou: a[rceto, fai:ne d jajoidhvn, e[nqen eJlw;n, Zo sprak hij, en aangespoord door de godin begon hij/ na zich gereedgemaakt te hebben begon hij met de godin en hij toonde zijn lied, waarbij hij het verhaal opnam vanaf dit punt wJV faq j , wJV ejfaq j , wJV fato , wJV ejfato : Formule! Drie nogal op elkaar lijkende aoristi met verschillende stammen nog even op een rijtje: aiJrew, Aor.: eiJlon stam: eJl- infinit.: eJlein oJraw, Aor.: eijdon stam: ijd- infinit.: ijdein legw, Aor.: eijpon stam: eijp- infinit.: eijpein

  2. wJV oiJ me;n eju>ssevlmwn ejpi; nhw:n bavnteV ajpevpleion, pu:r ejn klisivh/si balovnteV, jArgei:oi hoe zij na aan boord van hun schepen met stevige roeibanken te zijn gegaan wegvoeren, nadat zij vuur in de barakken/tenten hadden gegooid, de Grieken, De Grieken deden alsof ze terug waren gegaan naar Griekenland en alle (vanaf dat moment overbodige) spullen hadden verbrand. In werkelijkheid gingen ze met hun vloot voor anker bij het eiland Tenedos , vlak voor Troje gelegen. (natuurlijk wel uit het zicht!)

  3. toi; d j h[dh ajgakluto;n ajmf j jOdush:a h{at j ejni; Trwvwn ajgorh:/ kekalummevnoi i{ppw/` en hoe de anderen reeds rondom de zeer beroemde Odysseus op de agora van de Trojanen zaten, gehuld/verborgen in het Paard Wie er zoal in het paard zaten lees je gek genoeg in de Aeneis van Vergilius. Waarom gek genoeg? Omdat in boek 2 , regel 261 e.v. Aeneas, de Trojaanse held, op verzoek van Dido de ondergang van Troje beschrijft. Hij noemt o.m. : Neoptolemus (de zoon van Achilles), Menelaos en de bouwer van het paard: Epeos

  4. aujtoi; gavr min Trw:eV ejV ajkrovpolin ejruvsanto. ’WV oJ me;n eJsthvkei, toi; d j a[krita povll j ajgovreuon h{menoi ajmf j aujtovn` want zelf hadden de Trojanen het naar de acropolis getrokken. Zo stond hij (daar) en zij zeiden vele dingen door elkaar, er rondom zittend (om het Paard); min = aujton , verwijst terug naar oJ iJppoV poll j = polla , dus ajkrita en polla congrueren Op de zijkant van het paard staat geschreven: PALADI VOTUM Offer voor Pallas Een schilderij van Tiepolo.

  5. trivca dev sfisin h{ndane boulhv, hje; diaplh:xai koi:lon dovru nhlevi> calkw:/, een drievoudig plan stond hun aan, of om de holle wand in stukken te slaan met het meedogenloze brons doru : oppassen! to doru, tou doratoV Wellicht denk je dat ze hier iets doen met een bronzen speer. Fout! Zoals al eerder gezegd: doru betekent oorspronkelijk: stam (vandaar: alles wat van hout is) en hier dus: holle wand Ze hebben natuurlijk wel wapens! calkoV = brons = zwaard, speer, etc Hoe noemen we deze stijlfiguur? Metonymie (materiaal i.p.v. voorwerp) En het brons wordt ook nog gepersonifieerd! (nhlei)

  6. h] kata; petravwn balevein ejruvsantaV ejp j a[krhV, h] ejavan mevg j a[galma qew:n qelkthvrion ei\nai, of om het na het naar/op de top getrokken te hebben, van de rotsen af te gooien of om het (daar) te laten als een groot wijgeschenk om een middel te zijn om de goden te bezweren, In deze regels komt het verschijnsel diectasis voor. (2 x!) Leg uit. Normale vorm inf. Aor. van ballw is: balein Voor het metrum is deze vorm ‘uitgerekt’ : baleein Hetzelfde met ejaan (ontstaan uit ejaein = eja:n) (H.T. 14) Qewn : genitivus objectivus bij qelkthrion (dus het object van de handeling die in qelkthrion besloten zit)

  7. th:/ per dh; kai; e[peita teleuthvsesqai e[mellen` precies zoals het ook werkelijk daarna/later vervuld zou worden/ precies op deze manier zou het...; hJ teleuth = einde teleutaw = eindigen, vervullen ; hier passief! Teleuthsesqai : infin. futurum, maar vaak als aanvulling bij mellw dus je kunt het als een gewone infinitief vertalen.

  8. ai\sa ga;r h\n ajpolevsqai, ejph;n povliV ajmfikaluvyh/ douravteon mevgan i{ppon, o{q j h{ato pavnteV a[ristoi jArgeivwn Trwvessi fovnon kai; kh:ra fevronteV. want het was het lot dat de stad/zij te gronde zou gaan/zouden omkomen, wanneer de stad het grote Houten Paard zou omhullen, waar(in) alle beste (van de) Grieken zaten, voor de Trojanen een bloedbad en de dood brengend. ajmfikaluyh/ = ?? Coniunctivus futuralis: ejphn = ejpean = ejpei + ajn oJq j = oJqi = waar (relativum) hJato = hJnto (3e meerv imperf. van hJmai = kaqhmai)

  9. “Heiden d j wJV a[stu dievpraqon ui|eV jAcaiw:n iJppovqen ejkcuvmenoi, koi:lon lovcon ejkprolipovnteV. Hij zong hoe de zonen van de Grieken de stad geheel verwoestten, nadat zij uit het paard tevoorschijn waren gekomen, na/door hun holle schuilplaats te verlaten. hjeiden : verleden tijd van ajeidw Natuurlijk verwant met ajoidoV (zie H. 1) iJppoqen: het achtervoegsel -qen geeft een scheiding aan (H.T. 12) koiloV : veel gebruikt epitheton , vaak van schepen gezegd. Dit epitheton heeft natuurlijk wel meer werkelijkheidswaarde dan bijv. de snelvoetige Achilles of de stralende Odysseus (Schepen en het paard zijn daadwerkelijk hol, maar Odysseus ziet er niet altijd stralend uit! (zie Nausikaaverhaal, vers 127))

  10. “Allon d j a[llh/ a[eide povlin kerai>zevmen aijphvn, aujta;r jOdussh:a proti; dwvmata Dhi>fovboio bhvmenai, hju?t j “Arha, su;n ajntiqevw/ Menelavw/. Hij zong dat de een langs deze kant, de ander langs die kant de hoge stad verwoestte, maar/en dat Odysseus naar het paleis van Deïphobus ging, als Ares samen met de goddelijke Menelaüs. keraizemen : infinitief (i.p.v. keraizein)(H.T. 27) Je kunt het onderscheiden van de 1e pers. meerv. door middel van de bindvocaal: keraiz-o-men ! Dhifoboio : (5 lettergrepen!) = Dhifobou Je verwacht achter aujtar misschien een nieuwe (hoofd)zin, maar wees niet te snel met vertalen! De A.c.I. wordt gewoon voortgezet! Deiphobus

  11. Kei:qi dh; aijnovtaton povlemon favto tolmhvsanta nikh:sai kai; e[peita dia; megavqumon jAqhvnhn. Hij zei dat hij daar, nadat hij een zeer verschrikkelijke strijd had durven aan te gaan, ook daarna de overwinning had behaald met behulp van de moedige Athene. N.B.: in plaats van de in Homerus’ werk veelvuldig gebruikte directe rede staat hier alles in de indirecte rede; telkens dus een A.c.I afhankelijk van (ej)fato, hjeide, etc. mega-qumoV : lett. : groot – hart (groothartig = edelmoedig!)

  12. Tau:t j a[r j ajoido;V a[eide periklutovV` aujta;r jOdusseu;V thvketo, davkru d j e[deuen uJpo; blefavroisi pareiavV. Deze dingen zong dus de zeer beroemde zanger; maar Odysseus werd verteerd en tranen bevochtigden onder de oogleden zijn wangen. taut j = tauta (onzijdig meerv.) Je kunt het dan vaak met ‘dingen ‘ vertalen. dakru d j ejdeuen : enigszins allittererend Wellicht geven ze het snikken van Odysseus weer? (spreek maar eens hardop uit)

  13. ÔWV de; gunh; klaivh/si fivlon povsin ajmfipesou:sa, o{V te eJh:V provsqen povlioV law:n te pevsh/sin, a[stei> kai; tekevessin ajmuvnwn nhlee;V h\mar` Zoals een vrouw weent om haar echtgenoot, terwijl ze zich over hem heen werpt, die voor zijn stad en mannen is gevallen, terwijl/waarbij hij de dag van de ondergang voor de stad en zijn kinderen afweerde; wJV ... .. wJV (regel 531!): de bekende Homerische vergelijking. JoV te ...... lawn te : eerste te = episch te (niet vertalen) tweede te verbindt polioV en lawn to ajstu : veel voorkomend woord naast hJ poliV

  14. hJ me;n to;n qnhv/skonta kai; ajspaivronta ijdou:sa ajmf j aujtw:/ cumevnh livga kwkuvei` wanneer zij heeft gezien dat hij stervende is en stuiptrekt, jammert zij luid nadat ze hem heeft omhelst; N.B.: drie participia op een rij! Determineren! De omhelzing wordt nog benadrukt door ajmfi en cunenh aan weerszijden van aujtw/ te zetten

  15. oiJ dev t j o[pisqe kovptonteV douvressi metavfrenon hjde; kai; w[mouV ei[reron eijsanavgousi, povnon t j ejcevmen kai; oji>zuvn` en zij, terwijl ze van achteren met lansen haar rug en ook schouders slaan, voeren haar mee in slavernij, om ellende en leed te hebben/ om inspanning te getroosten en leed te hebben; Basisbetekenis van frhn, frenoV = middenrif. metafrenon = dat wat achter het midenrif ligt = rug. ejcemen = ejcein

  16. th:V d j ejleeinotavtw/ a[cei> fqinuvqousi pareiaiv` w}V jOduseu;V ejleeino;n uJp j ojfruvsi davkruon ei\ben. van haar verwelken de wangen in een zeer meelijwekkend verdriet; zo vergoot Odysseus meelijwekkende tranen onder zijn wenkbrauwen. thV : lidwoord = pers. vnw. Discussiepunt: is ejleeinoV in beide gevallen hierboven een epitheton ornans?

More Related