1 / 41

De Lorentzkracht

De Lorentzkracht. Prof. H. A. Lorentz (1853 - 1928). Het kompas. wikipedia. Magnetische pool wandelt over de aarde. N. Z. De pijlpunt is een magn . noordpool : N. De staart is een magn . zuidpool : Z. Het kompas. N P. N. Z. Z. N. Z P.

rigg
Download Presentation

De Lorentzkracht

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De Lorentzkracht Prof. H. A. Lorentz (1853 - 1928)

  2. Het kompas. wikipedia Magnetische pool wandelt over de aarde N Z • De pijlpunt is een magn. noordpool: N • De staart is eenmagn. zuidpool: Z

  3. Het kompas. N P N Z Z N Z P • De N van het kompas wijst naar de N Pvan de aarde. • Tegengestelde polen • trekken elkaar aan . . . • Op de NPvan de aarde zit • dus een magnetische ZP!

  4. Het magnetisch veld van een permanentemagneet. N Z • Er werken 4 krachten op de kompasnaald. Beide groene krachten samen vormen Fm. Als de kompas naald niet vast zat zou hij gaan verplaatsten • Deze krachten kun je samenstellen tot twee (groene) krachten.

  5. Het magnetisch veld van een permanentemagneet. N Z • Magnetische veldlijnen lopen buiten de • magneet van N naar Z. • Magnetische veldlijnen lopen binnen de • magneet vanZ naar N.

  6. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. IJzerdeeltjes worden magnetisch o.i.v. de permanente magneet. Dat heet: magnetische influentie Elk ijzerdeeltje wordt een “kompasnaaldje”

  7. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. N Z

  8. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. Onder aan de schijfmagneet zit een . . . pool.

  9. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. N Z N Z

  10. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. N Z N Z

  11. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. N Z Z N

  12. Magnetische veldlijnen van een permanentemagneet. N Z

  13. Het B-veld vaneen stroomspoel: Z N • Gebruik je rechter vuist. I B B I • Je vingers in de richting van I • Je duim wijst dan de veldlijnen aan.

  14. Het B-veld vaneen stroomspoel. • Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel: Z N B I

  15. Het B-veld vaneen stroomspoel. • Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel: N Z B I

  16. Het B-veld van een rechte draad Maak een rechter vuist. I I B B • Je duim moet I aanwijzen. • De vingers geven de veldlijnen aan.

  17. Voor en achteraanzicht van een pijl: Zijaanzicht: • Vooraanzicht :  • Achteraanzicht :

  18. Het B-veld van een rechte stroomdraad Maak een rechter vuist, je duim er uit. I • De stroom I komt naar je toe ( ) • Wijs met je duim inderichting • van destroomsterkte (I) • Je gekromde vingers • geven de richting van de • veldlijnen aan (B). B • De veldlijnen zijn cirkelvormig en lopen • linksom (tegen de wijzers van een klok in)

  19. Het B-veld van een rechte stroomdraad I I B  • Teken de veldlijnen van de draad: B

  20. De lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veld Vang veldlijnen  op in je linker handpalm. I  FL B FL • Je vingers moeten I aanwijzen • Je duim wijst dan de lorentzkracht FL aan.                              I B

  21. De lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veld. B I • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: FL

  22. De lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veld. I N Z B • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: 

  23. De lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veld. I B  • Bepaal de richting van de Lorentz-kracht: FL

  24. De grootte van de lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetisch veld FL = B.I.l(BINAS tabel 35.5) B • FL = lorentzkracht (N) I l • B = magnetische inductie (T) • I = stroomsterkte (A) • l = lengte van de stroomdraad in het B-veld • N.B.: De richting van FL is: 

  25. Rekenvoorbeeld. FL = B.I.l A D C B L = AB = de lengte van de draad in het magnetisch veld • Door draad AD van 10 cm lengte loopt 3,0 A. Bij de draad houd je een magneet van 0,50 T met breedte BC = 2,0 cm. • Bereken de lorentzkracht • op de draad. Opl.: = 0,50 . 3,0 . 0,020 = 0,030 N

  26. De lorentzkracht op een bewegende lading in eenmagnetisch veld • Als er electronen naar rechts lopen dan loopt de stroom I . . . . . . naar links. e I v

  27. Bewegend electron in een magnetisch veld.  B v FL I • Het electron beweegt omhoog dus I is . . . omlaag. • De richting van FL is . . . naar rechts. • Teken weer I, B en FL. • De baan is een cirkel.

  28. Bewegende lading beschrijft een cirkelbaan in een magnetisch veld Fmpz = mv2/r(BINAS tabel 35.2) v B  FL = Fmpz I  B • FL = B.q.v (BINAS tabel 35.6) • Fmpz = FLmv2/r = B.q.v m = massa in kgv = snelheid in m/sr = straal in mB= magn. inductie in Tesla (T) q = lading in C (Coulomb)

  29. Deeltje in aardmagnetisch veld Deeltjes komen atmosfeer binnen: Noorderlicht Bron: wikipedia Magnetische polen wandelen! Ng: Geografische noordpool Nm: Magnetische noordpool B v// V(+) Atmosfeer FL v┴ I

  30. Noorderlicht

  31. Elektromotor met commutator N A B  Z N  A B Z N koolborstels B A  Z Bepaal richting I, B en FL. koolborstels spoel: slechts één winding is getekend) as Commutator: ▪ twee koolborstels, ▪ twee halve messing schijven ▪isolatie er tussen. vooraanzicht vooraanzicht vooraanzicht

  32. Toepassing 7a. De elektromotor. De stroomIloopt van de +pool via koolborstel K en de collectorC rechtsom door de spoel. FL I B  FL I B K K C C koolborstels + - • De spoel bevindt zich in een homogeen magnetisch veldB. as spoel • Bepaal richting FL op rechter zijde. • Bepaal richting FL op linker zijde. Koolborstels K Collector C Isolatie (blauw) • De spoel draait in de aangegeven richting:

  33. Toepassing 7b. De elektromotor. Op de voor- en achterkant werkt geen lorentzkracht. FL I B B I FL + - • De spoel bevindt zich in een magnetisch veldB. • De stroomIloopt van de +pool via koolborstel en de collector door de spoel. • Bepaal richting FL op linker zijde. • Bepaal richting FL op de rechter zijde. • De spoel draait linksom.

  34. Toepassing 7c. De elektromotor FL  I  FL I I I FL   I FL FL  I  FL + - - + - + + - + - + - • In de linker figuur is de linker collectorhelft + en loopt I in de linker spoeldraad van je af. • In de middelste figuur is de spoel bijna 1/4 slag gedraaid. • In de rechter figuur zijn + en - van de collector verwisseld. De richting van I verandert en daardoor de richting van FL.

  35. Bij deze motor vind je 14 draaispoelen   r Alleen door de spoel die evenwijdig aan de veldlijnen staat loopt een stroom. Het moment van FL is dan steeds groot (M = F.r) . . . want r is dan groot. arm r is bijna 0 arm r is de afstand van werklijn tot draaipunt.

  36. Een luidspreker bestaat uit een stroomspoel en een ringvormige magneet. Toepassing 8. De luidspreker. N I N FL  B N Z N C Z  FL B I N I N I + - + - Vooraanzicht met magneet en spoel Magneet, spoel en conus C Bepaal FL in dit punt! Bepaal FL in dit punt! • In de spleet tussen noord- en zuidpool bevindt zich een stroomspoel waar een lorentzkracht op werkt. • Bij wisselstroom wisselt FLsteeds van richting.

  37. Toepassing 9a. De beeldbuis van een T.V. De gloeidraad G wordt verhit door de 6 V spanningsbron. G S K A e e 6 V 18 kV Aan de binnenkant van de beeldbuis zit een stof die oplicht als er elektronen tegen botsen. • De kathode K wordt heet. Er treedt thermische emissie op. • De vrij gemaakte elektronen e gaan versneld van de kathode K naar de anode A. • De elektronen schieten door de holle anode en gaan met constante snelheid naar de voorkant van de beeldbuis S. Thermische emissie: Door de hoge temperatuur trillen de elektronen zo snel dat ze uit de kathode schieten

  38. Toepassing 9b. De beeldbuis van een T.V. S B I  e e FL M • Het magnetisch veldBis afkomstig van twee spoelen. • Elektronen e bewegen naar rechts dus I is naar links gericht. • De lorentzkracht FLis omlaag gericht. • De elektronen beschrijven een cirkelbaan met middelpunt M.  • Buiten het magnetisch veld gaan elektronen in een rechte lijn naar het scherm S.

  39. Toepassing 9c. De beeldbuis van een T.V. S B e • De stroom door de spoelen is niet constant. B verandert. • De bundel wordt eerst omlaag afgebogen en daarna omhoog. • In werkelijkheid is er ook een vertikaal magnetisch veld waardoor de bundel tegelijkertijd van links naar rechts wordt afgebogen.

  40. Het beeldscherm van een T.V. C • Eén keer • En 625 D • De bundel gaat 25 keer per s van C naar D. • Vanaf D gaat de bundel weer naar C • Er zijn 625 beeldlijnen. • Per sec 25 keer op/neer dus 625.25 = 15625 keer heen en weer!

  41. Het beeldscherm van een T.V. Geen versnelspanning, geen elektronenbundel, scherm is “zwart” Wel een versnelspanning, wel een elektronenbundel, stukje beeldlijn is “wit”

More Related