1 / 41

Laura Demunter Erik Claes Dirk Smits Joris Van Puyenbroeck

Ele m ent en/ air voor een duurzaam vrijwilligerswerk Joris Van Puyenbroeck Erik Claes Onderzoeksgroep SAW – HUB-KAHO. Vrijwilligerswerk in stedelijke context Brussel Rapport via www.vgc.be. Laura Demunter Erik Claes Dirk Smits Joris Van Puyenbroeck.

rasia
Download Presentation

Laura Demunter Erik Claes Dirk Smits Joris Van Puyenbroeck

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Elementen/air voor een duurzaam vrijwilligerswerkJoris Van PuyenbroeckErik ClaesOnderzoeksgroep SAW – HUB-KAHO

  2. Vrijwilligerswerkin stedelijke context Brussel Rapport via www.vgc.be Laura DemunterErik ClaesDirk SmitsJoris Van Puyenbroeck

  3. Kennis individueel vrijwilligers(werk) ≠ kennis vrijwilligerswerking Individuele en persoonlijke (lft, geslacht, SES, etc..) spelen een rol om vrijwiligerswerk op te nemen, maar dit is nu niet de focus. Onze vraag: hoe zit de interactie vrijwilligers (individu) met vrijwilligerswerk (organisatie) en hoe kan een (lokale) overheid (i.c. VGC) hierin beleid voeren?

  4. Onderzoeksvragen Wat zijn de behoeften van Nederlandstalige vrijwilligersorganisaties uit Brussel? Wat zijn de uitdagingen met betrekking tot doorstroom van vrijwilligerspotentieel inzake vrijwilligersinzet? Hoe en wat communiceren organisaties met hun vrijwilligers?

  5. Uitgangspunten vrijwilligerswerk organisatieniveau • Multidimensioneel en gevarieerd: • Sectorale verschillen : bv. onderwijs, welzijn, cultuur, jeugd en sport • Verschillen in vrijwilligerstaken (bv. uitvoerend of besturend) • Autonoom of ingebouwd (uitsluitend vrijwilligers of ‘hybride’ mix van professionals en vrijwilligers) (Decreet, 2009) • Werving • commitment na persoonlijke uitnodiging, noodzaak van duidelijke afspraken • NB: ‘Dominant status’: vaak binnen dezelfde sterke groep • Brussel: mensen met migratieachtergrond ondervertegenwoordigd (Roumans, 2009)

  6. Uitgangspunten vrijwilligerswerk organisatieniveau • Selectie • Ter discussie, sterk afhankelijk van organisatie • Binding van vrijwilligers • Inspelen op de (gewijzigde) motivatie (bv. niet enkel altruïstisch) en motivationele barrières (bv. tijdsgebrek) • De ‘nieuwe’ versus de ‘klassieke’ vrijwilliger (Hustinx & lammertyn, 2003) : bv. onvoorwaardelijk en langdurig versus afgebakend en occasioneel • Cf. FLEXIVOL (Gaskin, 1998)

  7. Uitgangspunten vrijwilligerswerk organisatieniveau • Ondersteuning en waardering van vrijwilligers (door professionals) • Oriënteren, informeren, afspraken maken, taakgericht coachen • Bottleneck: vorming van de professionals • Waardering kan verbaal, via attenties, of d.m.v. erkenning van competenties

  8. Bepalende factoren voor duurzaam vrijwilligerswerk • (Persoonsgebonden en socio-economische factoren ifv ‘volhouden’ • Lft, SES, persoonlijkheid, motivatie) • Organisatiegebonden: • Perceptie van de organisatie • Ervaren steun • Identificatie als vrijwilliger (‘rol-identiteit’)

  9. Steekproef organisaties Brussel

  10. Respons en aanwezige vrijwilligerswerking • Respons: 276 organisaties (30,1%)

  11. Mogelijke oorzaken non-respons • Sommige organisaties werken slechts op sporadische of kleinschalige basis met vrijwilligers (telefonische feedback)  geen ‘werking’ • Organisaties hebben een verkeerde perceptie van het vrijwilligersstatuut (bv. bestuursvrijwilligers)

  12. Resultaten: profiel organisaties • Omvang van de vrijwilligerswerking: • Grote verschillen tussen organisaties • Gemiddeld aantal v/org: 24, modale klasse: 10 à 20 v/org • Relatief meer vrijwilligers binnen Cultuur, Jeugd & Sport en Welzijn, Gezondheid & Gezin • 4/5dezijn hybride organisaties: gemengd professioneel-vrijwillig • 3/4de van de organisaties zijn afhankelijk van vrijwillige inzet • Perceptie van het aantal vrijwilligers en uren inzet: volgens 4/5destabiel of zelfs toegenomen, 1/5de merkt afname

  13. Actueel vrijwilligersprofiel • Geslacht: • Gelijkaardige verdeling mannen en vrouwen binnen organisaties • Leeftijd: • Gemiddeld meer vrijwilligers/org die 35 jaar of ouder zijn • 35% van organisaties heeft 75% vrijwilligers ouder dan 54 • Opleidingsniveau: • Gemiddeld meer vrijwilligers/org met hoger opleidingsniveau

  14. Actueel vrijwilligersprofiel • Overwegend Belgisch en Nederlandstalig • Maar deelname van niet-Belgische en anderstalige vrijwilligers is onmiskenbaar • 23% organisaties hebben vrijwilligers die <5 jaar in land verblijven • 60% overwegend nederlandstalig, 17% gelijkmatig verdeeld, 20% overwegend anderstalig • De grotere aantallen vrijwilligers van niet-Belgische origine bevinden zich in een relatief kleiner aantal organisaties, bijvoorbeeld in de socio-culturele ‘zelforganisaties’.

  15. Gewenst vrijwilligersprofiel • Jongere vrijwilligers (nl. 18-35 jarigen) • Op structurele basis • Langere engagementen  Doel: continuïteit van de organisaties verzekeren • Mogelijke verklaring: • Opkomst van de ‘nieuwe’ vrijwilliger (cf. Hustinxen Lammertyn) • Beperkte beschikbaarheid in levensfase van jongvolwassenen tussen 18 en 35 jaar

  16. Open vraag naar ‘continuïteit’ “… dit wil zeggen het behouden of het vervangen van vrijwilligers die vertrekken. Letterlijk zegt men het zo: “elan behouden”, “behouden dynamiek”, “blijven doorgaan zoals we bezig zijn”, “toekomst veilig stellen”, “voortbestaan garanderen”, “ouderen op termijn vervangen”, “onze vrijwilligster behouden, ze is een parel!”.

  17. Organisatie vrijwilligerswerking • Kennis en registratie gegevens vrijwilligers (ruimer dan pure adressenlijst): • Registratie: 2/3dedigitaal en 1/3de op papier • De meerderheid zegt een duidelijke visie op vrijwilligerswerk te hebben • > 4/5degeen vrijwilligersreserve

  18. Werving • Bij de meerderheid duidelijk gedefinieerd • Onderscheidtussen mondelinge en schriftelijke wervingsstrategieën • Voornaamste en meeste succesvolle wervingsstrategie: Mondeling (spontaan, via mond-tot-mondreclame en persoonlijke uitnodiging) • In mindere mate: Schriftelijk (bv. folders, brochures, affiches, artikels,…) • Sociale media worden vaak niet gericht ingezet

  19. Relatief weinig gebruik van sociale media bij interne communicatie met vrijwilligers (n=151)

  20. Selectie • Gebeurt bij 3/5de van de organisaties: • Voornamelijk bij het domein Welzijn, Gezondheid & Gezin • Selectiecriteria • vooral kennis van het Nederlands en specifieke vaardigheden. • vnl. bij organisaties die overwegend bestaan uit vrijwilligers met een Belgische achtergrond • Verwachte competenties • meerderheid van organisatie heeft concrete verwachtingen: 68% specifieke kennis, 71% specifieke vaardigheden, 84% specifieke attitudes • Bij 4/5 ook actief ingezet en nodig

  21. Communicatiestrategieën • Gebeurt bijna altijd ‘face tot face’ • E-mail, telefoon en SMS wordt bij 3/4de actief gebruikt • Geen verschil in type organisatie op basis van etnische achtergrond • Inhoud communicatie: • Vnl.: taakaspect (inhoudelijk) en organisatorische aspect (praktisch) • In mindere mate: relationele aspect (opvolging/coördinatie)

  22. Ondersteuningsbehoeften • Ervaren ondersteuning: • Financieel: voornamelijk VGC • Andere dan financieel: voornamelijk Het Punt vzw en VGC • Ervaren ondersteuningsbehoefte: • Informatie over: Verzekering voor vrijwilligers, vorming van vrijwilligers, wet- en regelgeving en werven van vrijwilligers • Weinig samenwerking en uitwisseling tussenorganisaties uit verschillende beleidsdomeinen

  23. Beleidsaanbevelingen • De perceptie rond vrijwilligerswerk aanscherpen (vnl. bestuursvrijwilligers) • Sensibiliseren door middel van campagnes • Jongere vrijwilligers aantrekken door middel van: • Persoonlijk contact (= noodzakelijke voorwaarde) EN • Online netwerken (bekendmaking event en vrijwilligerswerk onder de aandacht brengen)

  24. Beleidsaanbevelingen • Langere engagementen vragen… door ouderen te blijven motiveren (bv. vrijwilligerswerk promoten tijdens pensioenvoorbereidendecursussen; platform waar oudere vrijwilligers hun ervaringen kunnen delen, bekendmaken)

  25. Beleidsaanbevelingen • Een betere spreiding van vrijwilligers met een niet-Belgische oorsprong • Door middel van samenwerking en uitwisseling • Nadruk leggen op de multiculturele en meertalige context toekomst van het vrijwilligerswerk • Inhoudelijke speerpunten voor een transversaal beleid • Thema’s: vorming, sociaal werk, integratie, jeugd

  26. Lokale samenwerking en uitwisseling van vrijwilligers in Brussel

  27. Beleidsaanbevelingen • Delen en uitbreiden van ‘good practice’op vlak van samenwerking door middel van: • Online platform • E-volunteering • Professionele ondersteuning van vrijwilligerswerking • De verantwoordelijken van de vrijwilligerswerking vormen (‘train the trainers’) • Delen van ‘good practice’ • Visieontwikkeling

  28. Beleidsaanbevelingen • Een langer engagement vragen: • … door kritisch, reflexief om te gaan met vrijwilligers • … door meervoudige meerwaarde van vrijwilligerswerk te beklemtonen • … door burgers op hun verantwoordelijkheidsgevoel te durven aanspreken • … door een grotere focus op competentieontwikkeling (bv. valorisatie van elders verworven competenties)

  29. CASUS 1 : HERSTELGERICHT VRIJWILLIGERSWERK

  30. Vb.1 Reflexieve vrijwilligerswerking PWO-onderzoek Herstelrecht en Vrijwilligers (2010-2013, Claes e.a.) Waar en Wie? Vrijwiligerswerking Bemiddelingsdienst Arrondissement. Vrijwilligers-bemiddelaars Wat? Vrijwilligers werden bewust gemaakt van de betekenis/meerwaarde van hun vrijwillig burgerschapsengagement Waarom? Empowerment, zet vrijwilliger in zijn krachten Hoe? Focusgroep en diepte-interviews

  31. Vb.2 Reflexieve vrijwilligerswerking PW0-onderzoek Herstelrecht in Brussel Waar en Wie? Anneessenswijk Brussel, i.s.m. Buurtwinkel Anneessens Buurtbewoners Anneessenswijk Wat? Vrijwilligers krijgen ruimte om hun vrijwillig engagement voor de wijk voor zichzelf zichtbaar te maken? Hoe? Wandelingen, proces van digital-storytelling

  32. CASUS 2 : gastopvang en oppashulp

  33. Community care

  34. Vrijwilligeopvang en oppas van zorgbehoevendemensen “Gastopvang” (eigenwoning) en “oppashulp” (woningzorgvrager) Erkenning in het woonzorgdecreet (2009) Vergelijkbaar met zorgboerderijen en tijdelijkondersteunendepleegzorgvoorvolwassenen en ouderen PWO-project: Evaluatie via SWOT: Meerwaarde, competentevrijwilligers, vermaatschappelijkte en gedeeldezorg, maar ookbedreigd in voortbestaan (Diels, Van Rampelberg, Van Puyenbroeck, 2014)

  35. Interesse in vrijwillig gastopvang voor zorgbehoevende (marktstudie, deur aan deur) (n=208)

  36. Conclusies vrijwillige gastopvang • De kwaliteiten en competenties van vrijwilligers en professionals zijn complementair • Professional  ondersteuning van personen met zwaardere zorgbehoeften • Vrijwilliger  minder intensieve zorgvragen • Uitbreiding vrijwilligerspool is noodzakelijk • Actieve rekrutering van mensen die het zorgberoep achter zich hebben gelaten • Vrijwilligers blijven binden aan de organisatie, vb. tijdelijke andere dienstverleningen voorstellen zoals oppashulp.

  37. (Beleids)aanbevelingen • Aanbodzijde: • Betere waardering voor de vrijwilliger • Extra fiscale of sociale voordelen voor gastvrouw of -heer • Betere financiële tegemoetkoming • Vraagzijde: • Betere bekendmaking • Overkoepelend: • Andere organisatie van het gehele Vlaamse aanbod d.m.v. een centraal onafhankelijk (steun)punt

  38. Joris.Vanpuyenbroeck@hubkaho.be Erik.Claes@hubkaho.be HUB-KAHO vzw Onderzoeksgroep SAW Warmoesberg 26 1000 Brussel

More Related