1 / 48

Serie Spraakmakende boeken

Serie Spraakmakende boeken. Javier Marías Los enamoramientos (2011) De verliefden (2013) Hub. Hermans, Groningen 2o februari 2014 Leeuwarden 12 maart 2014. Javier Marías (1951). Programma. Spaanse contekst Javier Marías Modernisme -Postmodernisme De verliefden

rana-vance
Download Presentation

Serie Spraakmakende boeken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Serie Spraakmakende boeken Javier Marías Los enamoramientos (2011) De verliefden (2013) Hub. Hermans, Groningen 2o februari 2014 Leeuwarden 12 maart 2014

  2. Javier Marías (1951)

  3. Programma • Spaanse contekst • Javier Marías • Modernisme -Postmodernisme • De verliefden a) Structuur roman b) Relatie fictie-werkelijkheid c) Thematiek

  4. Ad 1. Spaanse contekst: ‘Memoria histórica’ • Beweging, gegroeid onder Aznar (1996-2004) • Benadrukt belang van ‘het historisch geheugen’ • Tégen het afgesproken ‘vergeten’ van de ‘Transición’ • Vóór eerherstel ballingen en anonieme doden • Wet op historische herinnering (2007) Jaren ‘70-nu: schrijvers van na de ‘transición’ Cercas, Chirbes, Grandes, Marías, Méndez, Mendoza, Muñoz Molina, Rivas, Ruiz Zafón

  5. Veranderingen in literatuur en maatschappij • Begin 21e eeuw • Nieuw ‘engagement’ in literatuur over BO en Franquisme • Minder vrijblijvend postmodernisme, en meer ethische, morele betrokkenheid • Herschrijving geschiedenis, Holocaustliteratuur • Terugkeer naar ‘ouderwetse’ vertelvormen

  6. Post-Franco-literatuur Jaren ‘80-nu: schrijvers van na de ‘transición’ Cercas, Chirbes, Grandes, llamazares, Marías, Méndez, Mendoza, Muñoz Molina, Rivas, Ruiz Zafón etc. Na flirt met postmodernisme herontdekken generatiegenoten Marías het ‘engagement’ Herschrijving periode Spaanse Burgeroorlog en franquisme (eerder ‘grijs’ dan ‘zwart-wit’, maar wel met morele lading)

  7. Ad 2. Javier Marías (1951-) • Eerste romans postmodern, intellectualistisch, ‘talig’, traag, naar binnen gericht (in ik-vorm): • - Een man met gevoel (1986) over sterke vrouw die afrekent met man en met minnaar. • - Aller zielen (1989) Spaans gastdocent in Oxford doet verslag van mislukt verblijf aldaar. • - Een hart zo blank (1992) Ongestraft gebleven misdaad blijkt aanleiding voor zelfmoord van pas getrouwde jonge vrouw.

  8. Nieuwe ontwikkeling • De zwarte rug van de tijd (1998) Reconstructie aan de hand van allerlei documenten van ‘feiten’ uit Spanje’s recente geschiedenis. • Jouw gezicht morgen (2002-2007) vuistdikke trilogie waarin gastdocent Oxford terugkeer naar Engeland. Romans vol voorspellingen van gedrag en verklaringen van verleden (o.a. rond Spaanse Burgeroorlog). Vader hoofdfiguur lijkt geïnspireerd op beroemd intellectueel Julián Marías (vader JM).

  9. Ad 3. Modernisme- Postmodernisme • 19e eeuw: Auteur vaak verward met verteller. Staat als ‘alwetende’ boven personages en gebeurtenissen. Roman = representatie van ‘de werkelijkheid’ • Begin 20e eeuw (Modernisme): rol van auteur/ verteller wordt problematisch, maar op zoek naar ‘de waarheid’ • Rond 1970 (Postmodernisme): ‘Waarheid’ en ‘werkelijkheid’ zijn relatieve begrippen. Alles is ‘talig’, on-af (Barthes: auteur is dood; Cortázar, Rayuela: leve de lezer!) • Begin 21e eeuw (Post-pomo): heropleving ‘verhalen vertellen’, nieuw ‘engagement’

  10. Marías op grensvlak Modernisme en Pomo • Modernistisch is de alom aanwezige (ik-) verteller die via eindeloze omwegen verklaringen zoekt • Postmodern is het ‘talige’ karakter van ‘de werkelijkheid’ van de verteller, de genrevermenging, het spel met feit en fictie en het gebruik van paratekst en intertekst • Post-postmodern is de nutteloze (?) zoektocht naar verklaringen, naar ethische kwesties (schuld, liefde, moraal), de problematische identiteit, en de innige relatie lezer-verteller

  11. Ad 4. De verliefdena) De structuur Deel 1 - María observeert ‘het ideale paar’ Miguel en Luisa - De moord op Miguel - Ontmoeting María met Javier en Luisa Deel 2 - Verliefdheid María op Javier (en Javier op Luisa) - Beschouwingen over (on)schuld en afgunst - María luistert gesprek af tussen Javier en Ruibérriz Deel 3 - (2 weken later) Javier vertelt ‘echte’ reden moord Deel 4 - (2 jaar later) Ruibérriz vertelt zijn versie - María ontmoet ‘het ideale paar’ Javier en Luisa.

  12. De verliefden

  13. Elliott Erwitt, Santa Monica (1955)

  14. Bladz.5 (paratekst): “Voor Mercedes López-Ballesteros, omdat ze me opzoekt en verhalen vertelt”

  15. Mercedes López- Ballesteros, vertaalster van o.a. Balzac.Uitgegeven bij Reino de Redondo (dir. Javier Marías)

  16. “En voor Carme López Mercader, omdat ze nog steeds in mijn oor lacht en naar me luistert.”

  17. Ad 4. De verliefdenb) Relatie fictie-werkelijkheid (p.115) “in die tussentijd (...) werd ik verliefd op Díaz-Varela, de man die verliefd was op háár en die ik kort daarna ergens ontmoette waar het niet waarschijnlijk was dat je er iemand tegenkwam, heel dicht bij de plek waar Miguel Deverne was doodgegaan, in het Museo Nacional de Ciencias Naturales, een roodachtig gebouw dat gelegen is vlak naast of eigenlijk één geheel vormt met de Escuela Técnica Superior de Ingenieros Industriales met zijn glanzende koepel van glas en zink” <extra-tekstualiteit>

  18. Escuela Técnica Superior de Ingenieros Industriales

  19. Museo Nacional de Ciencias Naturales

  20. Gezicht op beide gebouwen vanuit Pza. San Juan de la Cruz

  21. p. 16 (De ogen van Deverne) “waren grijs en leken alles op te nemen alsof het nieuw was, zelfs wat zich dagelijks onbetekenend herhaalde , dat café aan het hooggelegen deel van de Príncipe de Vergara, met zijn obers en mijn stilzwijgende persoontje”. p. 337 (En toen zag ik plotseling Ruibérriz lopen) “vlak bij het café aan het hooggelegen gedeelte van de Príncipe de Vergara, waar ik nog elke ochtend ging ontbijten en altijd op het een of andere moment dacht aan mijn perfecte paar dat niet meer bestond”. <extra- en intra-textualiteit>

  22. Terras aan de c/ Príncipe de Vergara

  23. pp 25-26 (Zij die leven van de literatuur) “gaan hun huis niet uit en het enige wat ze moeten doen is terugkeren naar de computer of de schrijfmachine – er is nog steeds een enkele idioot die deze laatste gebruikt en wiens teksten later, als hij ze inlevert, moeten worden gescand- met een ongelooflijke zelfdiscipline”. p. 28 (De schrijver was ervan overtuigd) “dat ze hem de Nobelprijs zouden toekennen. (...) ‘Ik heb al in het Zweeds uit mijn hoofd geleerd wat ik tegen Carl Gustaf zal zeggen tijdens de ceremonie’”. <intra- en extratekstualiteit>

  24. Javier Marías

  25. p. 97 “Hij was mannelijk, kalm en knap, die Javier Díaz-Varela. Ofschoon zorgvuldig geschoren schemerde zijn baard door zijn huid, een ietwat blauwige schaduw, (...) Hij had haar op zijn borst, het stak een beetje uit zijn overhemd, waarvan de bovenste knoop los was, hij droeg geen stropdas. (…) Hij had amandelvormige ogen waarvan de uitdrukking dromerig was (of hij was bijziend), tamelijk lange wimpers en een vlezige, sterke mond die zo mooi was getekend dat (…) het erg moeilijk was daar je blik niet op te richten”. <Intratekstualiteit>

  26. Professor Francisco Rico

  27. p.97-98 (Javier) “leek bovendien bescheiden, liet professor Rico op zijn gemak oreren zonder ook maar te proberen hem te overschaduwen (dat moest echter ook ondoenlijk zijn, hem overschaduwen) (...) Het viel onmiddellijk op dat de professor koket was, een van die mannen die in vrijwel elke omstandigheid theoretisch proberen vrouwen te versieren”. p. 111 “’ Wat is dit voor een prul?’ hoorde ik professor Rico prevelen toen hij een uitgave van Don Quichot (pakte en) met de toppen van zijn vingers vasthield, alsof hij ervan griezelde”. <extra-tekstualiteit> maar…

  28. Ad 4. De verliefdenc) De thematiek • 1) Tijd en identiteit • 2) Ethiek (leven, liefde, dood, afgunst, schuld) • 3) Engagement • Deze thematiek wordt vooral uitgewerkt via relatie verteller-lezer en via vormen van intertekstualiteit

  29. Ad Tijd en identiteit: JM = Javier én María p.9 “De laatste keer dat ik Miguel Desvern of Deverne zag was ook de laatste keer dat hij gezien werd door zijn vrouw, Luisa, wat toch vreemd en misschien onrechtvaardig was, aangezien zíj zijn vrouw was en ik daarentegen een onbekende die nog nooit een woord met hem had gewisseld. Zelfs zijn naam kende ik niet, die kwam ik pas te weten toen het al te laat was, toen hij op een foto in de krant stond, neergestoken en half uitgekleed en op het punt te veranderen in een dode,”.

  30. p.186 “Eigenlijk was ik echter niet half ontkleed, maar eerder half of bijna naakt, en de andere helft van mijn kleren was alles op mijn rok na, want dat was het enige wat ik had aangehouden”. P. 192 “Ik haalde diep adem en trok aan de deurknop, klaar om mijn komedie op te voeren”. pp. 295-296 “Die dag bevond ik me aan de andere kant, waar ik me nooit meer zal bevinden, dat staat nu vast. Ook al zou Javier naar me toe komen en me van achteren omhelzen en me liefkozen (…) Ook al trok hij me mee naar die deur en smeekte het me”.

  31. p. 18 “Ik wenste hun bij wijze van spreken alle goeds van de wereld, zoals je dat doet met de personages van een film of een roman voor wie je van het begin af aan partij hebt gekozen, al weet je dat hun iets ergs zal overkomen, dat er op een zeker moment iets mis zal gaan, omdat er anders geen film of roman zou zijn. In het echte leven hoefde dat echt niet zo te zijn en ik verwachtte hen elke morgen te blijven zien zoals ze waren,” p. 253 Javier: “wat er in romans gebeurt doet er niet toe en wordt vergeten zodra we ze uit hebben. Het interessante zijn de mogelijkheden en ideeën die ze op ons overbrengen”.

  32. Intertekstualiteit (>dialoog, ideeën, spanning) • Naast citaten van en verwijzingen naar werken van Shakespeare en Cervantes, zijn er twee boeken die herhaaldelijk terugkomen, en ethische kwesties aansnijden: • Balzac, Kolonel Chabert (novelle uit 1832 over schijndode officier die opstaat uit massagraf ; zijn vrouw wenst hem niet meer te herkennen…) • Dumas, De drie musketiers (roman uit 1844). Een der musketiers, Athos, heeft de jonge echtgenote die hem bedroog opgehangen, maar zij wordt in de vorm van Milady een van zijn meest gewiekste tegenstanders.

  33. Ad Ethiek (leven, liefde, dood, schuldgevoel) p. 139. Javier: “Het is een korte roman van Balzac die mij gelijk geeft ten aanzien van Luisa en wat haar over een tijdje zal overkomen. (…) Chabert, die aan het hoofd van een regiment cavalerie staat, krijgt in de loop van het gevecht een geweldige sabelslag op zijn schedel (..) Maarschalk Murat, dezelfde die in Madrid de opstand van 2 mei de kop indrukte, schiet Chabert dan te hulp met een groep van vijftienhonderd ruiters, maar allemaal, Murat als eerste, lopen ze over hem heen, over zijn pas gevelde lichaam”.

  34. Goya, De 2e mei (1808) Franse troepen olv maarschalk Murat

  35. p. 148 Javier: “Waar het hier omgaat is dat de herverschijning van die Chabert een absolute ramp is. Uiteraard voor zijn vrouw, die zich hersteld had en al dit andere leven heeft waarin hij niet past of alleen als iemand uit het verleden, als degene die hij was, als een steeds ijlere herinnering. (…) Gevallen tijdens de slag bij Eylau die tien jaar later vrijwel niemand zich nog herinnert en ook niet wil herinneren”. p.157 “Opnieuw richtte hij zijn blik op de omslag, waarop een schilderij stond afgebeeld met het gezicht van een huzaar, met een arendsneus, een flinke hangsnor en een helm, waarschijnlijk van Géricault”.

  36. Géricault, De gewonde cavalerist

  37. p. 222 “Nadat ik te weten was gekomen dat hij het plan had gesmeed om zijn beste vriend te laten neersteken zonder zelfs maar de zekerheid te hebben dat hij daarmee zijn doel zou bereiken stond hem de gemakkelijkste of de moeilijkste taak, dat weet je nooit, nog te wachten: die van het verliefd maken” (…) Toen Díaz-Varela met me had gepraat over kolonel Chabert, had hij die geïdentificeerd met Desvern: de dode die dood moet blijven. p. 282 Javier: “Voor mij staat het al sinds enige tijd vast dat ik de rest van mijn leven aan de zijde van Luisa wil doorbrengen”.

  38. p. 333 “Wat (er in romans of films) gebeurt doet er niet toe en wordt vergeten zodra ze uit of afgelopen zijn, ook al hebben ze het vermogen ons te laten zien wat we niet kennen en wat niet bestaat, zoals Díaz-Varela had gezegd toen hij me vertelde over Kolonel Chabert. Wat iemand ons vertelt lijkt daar altijd op, omdat we het niet uit de eerste hand kennen en niet zeker weten of het heeft plaatsgevonden, hoezeer men ook verzekert dat het verhaal waar is, dat niemand het heeft verzonnen, maar dat het echt is gebeurd”. p. 334 “Ja, de doden vergissen zich als ze terugkeren, en desondanks doen ze het bijna allemaal”.

  39. p. 108 “Er zijn echtgenoten geweest die met een stalen gezicht hebben gelogen aan het sterfbed van hun vrouw of hun man en hen ervan hebben overtuigd dat ze nooit ontrouw waren geweest en hen zonder onderbreking hadden bemind, wat kon het schelen dat ze na een maand alweer samenwoonden met hun vroegere geliefden?

  40. p. 108 “Ik heb mijn vader horen vertellen dat Franco in zijn werkkamer een foto had van Mussolini waarop deze met zijn hoofd naar beneden als een varken aan de benzinepomp van Milaan hing, waar ze de lijken van hem en van zijn minnares Clara Petacci heen hadden gebracht om te laten beschimpen”. p.109 (Franco) is ongetwijfeld gelukkig gestorven, voor zover dat mogelijk is, met het idee dat alles zou doorgaan zoals hij had beschikt”.

  41. Ad Engagement (De drie musketiers) pp. 242-243 Tijdens een jachtpartij is zijn piepjonge, engelachtige echtgenote (…) van haar paard gevallen en bewusteloos geraakt. Als Athos haar te hulp schiet (…) wordt haar blote schouder zichtbaar. Dan ziet hij dat daar een schandelijke Franse lelie is ingebrand, het merkteken waarmee hoeren, dievegges of misdadigsters (…) werden getekend. (Hij) bond haar handen op haar rug en hing haar op aan een boom”. p. 244 (Athos): “Het betrof een daad van gerechtigheid”. p. 248 (Zij) was net als kolonel Chabert niet gestorven”.

  42. Deborah Hay als Milady deWinter en Graham Abbey als Athos

  43. p. 245 “Waarom kan ik niet zijn zoals Athos of zoals graaf de la Fère, die hij eerst was en ophield te zijn, vroeg ik me af, (…) Waarom kan ik de dingen niet zien met dezelfde helderheid en overeenkomstig handelen, naar de politie of naar Luisa gaan en vertellen wat ik weet, voldoende om een grondig onderzoek in te stellen” p.250 “Het kan ondraaglijk zijn te weten dat we de lucht en de tijd nog delen met degene die ons hart heeft gebroken of die ons heeft bedrogen of verraden, (…) Was Javier maar doodgegaan. Op die gedachte betrapte ik me die avond toen, terwijl ik een stap zette, en nog een en nog een.”

  44. p. 252 “de tweede keer dat (Athos) haar berechtte was hij niet alleen, maar in gezelschap van vier mannen aan wie hij de zaak delegeerde: de andere drie musketiers, Porthos, D’Artagnan en Aramis, en lord de Winter;” p. 325 Dat was de laatste keer dat ik Díaz-Varela onder vier ogen zag. (…) Hij was onvoorzichtig geweest met de Voorzichtige Jongedame (overigens ben en was ik niet meer zo jong), en er had niets anders voor hem opgezeten dan me zijn sinistere, naargeestige verhaal te vertellen, zijn versie daarvan.”

  45. p. 363 (Destijds had Luisa me) een deel voorgelezen van Covarrubias”’ definitie van het woord ‘afgunst’ , die was geschreven in 1611, waarbij ze zich erover beklaagde dat ze de dood van haar man zelfs daar niet aan kon toeschrijven: ‘Het ergste is dat dit gif gewoonlijk ontstaat in de boezem van hen die wij zien als onze beste vrienden en die we als zodanig beschouwen en vertrouwen; zij zijn schadelijker dan uitgesproken vijanden.’ En meteen daarna had ze verklaard: ‘Ik mis hem onophoudelijk, weet je’”. p. 367 (J&L aan tafel) “Hem wilde ik liever niet voor een tweede keer benaderen (…) de vervloekte Franse lelie op zijn schouder niet zijn”.

  46. Dank voor uw aandacht • Vragen en opmerkingen: • H.L.M.Hermans@rug.nl

  47. Tot ziens in Groningen?

More Related