1 / 61

Introductie museummarketing

Introductie museummarketing. Anna Elffers (anna@annaelffers.nl) 26 maart 2009. Programma. Welke marketingdoelstellingen streven musea na? Het marketingplanningproces Case ‘De missie van het museum’ Het museumpubliek Case ‘Doelgroepgerichte marketing’ Afsluiting.

quilla
Download Presentation

Introductie museummarketing

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Introductie museummarketing Anna Elffers (anna@annaelffers.nl) 26 maart 2009

  2. Programma • Welke marketingdoelstellingen streven musea na? • Het marketingplanningproces • Case ‘De missie van het museum’ • Het museumpubliek • Case ‘Doelgroepgerichte marketing’ • Afsluiting

  3. Introductie museummarketing Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  4. Definities van marketing • Het aan de man brengen (in de markt zetten) van producten of diensten. • Het centraal stellen van de klant/de organisatie door de bril van de afnemer bekijken. • Het creëren, communiceren en leveren van waarde aan klanten en het beheren van klantrelaties op een manier die voordeel oplevert voor de organisatie en haar belangrijkste relaties. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  5. Specifiek voor cultuurmarketing • Het product komt eerst. • Daarna op zoek naar het juiste publiek. • “The initial goal is not to satisfy any consumer need, but to invite consumers to get to know and appreciate a work” (Colbert) • “Marketing’s role has to be seen as supporting a museum’s objectives, not defining them” (Kotler) Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  6. Meer aandacht voor marketing, omdat: • Er is een zeer grote en concurrerende vrijetijdsmarkt ontstaan, waar ook culturele instellingen op gingen opereren. • Subsidiegevers gingen publieks- en doelgroepenbereik steeds belangrijk vinden. • Maatschappelijk draagvlak van de kunst staat in de belangstelling. • Eigen inkomsten genereren wordt belangrijker/subsidies nemen af. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  7. Wat is de functie van marketing in musea? • Boorsma: Cultuurmarketing kan de artistieke doelstelling helpen realiseren door de juiste interactie met het publiek tot stand te brengen. • Kotler: Th task of the museum marketer is to recognize and transform the needs and demands of potential consumers into realizable and valuable experiences and activities. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  8. Wat is daarvoor nodig? • Kennis over de wensen en behoeften van verschillende doelgroepen. • Selecteren van de juiste doelgroepen bij het juiste aanbod. • Zorgen dat benaderde doelgroepen met de juiste verwachtingen komen. • Doelgroepen helpen bij het realiseren van een succesvolle ervaring. Kortom: een goede marketingstrategie. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  9. Introductie museummarketing Het marketingplanningproces

  10. De vier basistaken van het marketingmanagement • Analyse • Planning • Uitvoering • Controle • Bijsturing (Bron: Verhage) Het marketingplanningproces

  11. Het nut van een marketingplan • Richting aangeven • Keuzes maken • Realistisch plannen • Intern draagvlak creëren voor marketing Het marketingplanningproces

  12. De ingrediënten van een strategisch marketingplan • Missie (her)formuleren • Interne analyse • Externe analyse • Strategische opties & selectie (SWOT) • Uitwerking strategie/doelstellingen • Invulling van middelenmix (4 of 5 p’s) • Taakverdeling/actieplan • Evaluatie Het marketingplanningproces

  13. Waarom een mission statement? • Bruikbaar om strategie op te baseren en om personeel, publiek, donoren en andere partners een goed beeld te geven van waar het museum voor staat. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  14. Een mission statement geeft antwoord op: • Welk doel willen we bereiken? • Op welke manier doen we dat? • Waarom willen we dit? • Wat is hier onderscheidend/uniek aan? • Voor wie doen we dit en wat hebben zij eraan? Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  15. Waar moet een mission statement aan voldoen? • Onderscheidend • Inspirerend/bruikbaar • Richtinggevend • Te onthouden (kort en krachtig) • Geen pr/realistisch • Dekkend (alle activiteiten zijn hierop terug te voeren) Het marketingplanningproces

  16. Soms naast missie ook nog visie • Een visie is een formulering van het ideaalbeeld waaraan het museum in de toekomst wil voldoen. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  17. Interne analyse • Hoe wordt de marketing tot nu toe aangepakt? • Wat is het effect van deze aanpak? (bezoekersaantallen, tevredenheid, bereikte doelgroepen) • Waar is het museum, gezien deze resultaten, goed en minder goed in? Het marketingplanningproces

  18. Externe analyse • Trendanalyse • Concurrentie/partneranalyse • Marktanalyse Het marketingplanningproces

  19. Trendanalyse Algemene trends in kaart brengen, zoals: • Technologische ontwikkelingen • Demografische ontwikkelingen • Politieke ontwikkelingen • Economische ontwikkelingen Het marketingplanningproces

  20. Concurrentieanalyse • Een concurrent is een organisatie die zich op hetzelfde soort klanten- en gebruikersbehoeften richt als je eigen organisatie. • Iedere concurrent is ook een potentiële samenwerkingspartner. Het marketingplanningproces

  21. Marktanalyse • Hoe ziet de markt voor ons product eruit? • Hoe ontwikkelt die zich? • Is er sprake van verschillende segmenten? • Wat zijn de belangrijkste kenmerken van deze segmenten? • Welke wensen en behoeften leven er bij deze segmenten? • Hoe zijn deze segmenten het beste te bereiken? Het marketingplanningproces

  22. Wat is een markt? • “Een markt is een verzameling mensen die er een bepaald belang bij hebben als ze op enige wijze met je organisatie in contact komen of daarbij betrokken zijn.” (Cashman) • Het gaat dus bijna nooit om ‘iedereen’, maar om die doelgroepen die interesse (zouden kunnen) hebben in deze specifieke organisatie. Het marketingplanningproces

  23. Hoe maak je een marktanalyse? • Bestaand onderzoek gebruiken (bijvoorbeeld SCP, CBS) • Kwantitatief onderzoek doen (enquête, kassaregistratie, turven) • Kwalitatief onderzoek doen (diepteinterviews, groepsdiscussies, observaties) Het marketingplanningproces

  24. Eigen onderzoek doen Waarom? Om een idee te krijgen welk deel van de markt je bedient (bijvoorbeeld publieksenquête, analyse kassaregistratie) Om meer te weten te komen van een bepaalde doelgroep (bijvoorbeeld focusgroep, interviews) Het marketingplanningproces

  25. Marktsegmentatie Waarom? • Als je iedereen op dezelfde manier benadert, voelt niemand zich aangesproken. • Verschillende groepen gaan om verschillende redenen wel of niet naar kunst & cultuur: daar kun je op inspelen. Het marketingplanningproces

  26. SWOT Een methode om de interne en externe analyse samen te vatten en te vertalen naar strategie: S = Strengths (intern) W = Weaknesses (intern) O = Opportunities (extern) T = Threats (extern) Het marketingplanningproces

  27. Keuze voor marketingstrategieën Marketingstrategie = niet iedereen tevreden willen stellen, maar een onderbouwde keuze maken voor bepaalde doelgroepen. Het marketingplanningproces

  28. Van analyse naar strategie Vier strategieën van Ansoff: • Marktpenetratie (bestaand product, bestaande markt) • Marktontwikkeling (bestaand product, nieuwe markt) • Productontwikkeling (nieuw product, bestaande markt) • Diversificatie (nieuw product, nieuwe markt) Het marketingplanningproces

  29. Building participation in the arts • Verbreden (volledig nieuwe doelgroepen bereiken, inspelen op perceptie: kunst is niet voor mij) • Vergroten (geïnteresseerden over de streep trekken, inspelen op praktische belemmeringen: geen tijd/informatie) • Verdiepen (bestaande bezoekers meer laten afnemen, inspelen op betrokkenheid: erbij willen horen) bron: McCarthy & Jinnett 2001 http://rand.org/pubs/monograph_reports/MR1323/ Het marketingplanningproces

  30. Verschillende termen • Marketing • Publieksontwikkeling • Educatie Laatste twee richten zich veel meer op langere termijn en maatschappelijke rol van culturele instellingen. Het marketingplanningproces

  31. Bij keuze voor strategie letten op: • Missie/programmering van de culturele instelling (past het bij ons?) • Omvang van de doelgroep (woont die wel in het verzorgingsgebied?) • Wensen en behoeften van de doelgroep (kunnen we die in voldoende mate bevredigen?) • Betaalbaarheid van deze optie (levert het voldoende op of is er subsidie beschikbaar?) • Combinatie van verschillende opties (zijn verschillende doelgroepen te combineren?) Het marketingplanningproces

  32. Voorbeeld van een marketingstrategie Een museum zet in op verbreden van het publiek met de doelgroep gezinnen met jonge kinderen door een speciale kindertentoonstelling te ontwikkelen voor de leeftijdsgroep 4-10 jarigen en een aparte campagne te voeren via kindertijdschriften en websites. Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  33. Per gekozen strategie • Meetbare doelstellingen formuleren (wat moet wanneer en door wie uitgevoerd worden en welk effect willen we bereiken?) • Effectmeting uitdenken en inplannen Het marketingplanningproces

  34. Hoe meet je je succes? • Publieksaantallen zeggen niet alles. • Publiekservaringen zouden ook meegenomen moeten worden. • Maar dit soort onderzoek wordt niet of nauwelijks gedaan. Het marketingplanningproces

  35. Tot slot • Werkbladen behorend bij Thinking BIG! vind je op: www.promotiepodiumkunsten.nl Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  36. Introductie museummarketing Het museumpubliek

  37. De markt voor kunst & cultuur Film: 57% Musical: 16% Monumenten: 45% Cabaret: 14% Musea: 38% Klass.muz: 12% Theater: 26% Opera: 5% Popconcert: 21% Ballet: 5% (Percentage van de NL-ers dat dit de afgelopen 12 maanden heeft bezocht, AVO/SCP 2003) Het museumpubliek

  38. Ontwikkelingen in de markt • In verschillende genres neemt de participatie toe: cabaret: 11% (’95) -> 14% (’03) populaire muziek: 25% (’95) -> 31% (’03) film: 49% (’95) -> 57% (’03) musea: 35% (’95) -> 38% (’03) • Nederland doet het goed t.o.v. andere landen (bron: SCP) Het museumpubliek

  39. Profiel cultuurbezoekers • Grotere percentages vrouwen • Hogere opleidingen • Meer eenpersoonshuishoudens • Hogere inkomens • Hogere sociale klassen Het museumpubliek

  40. Profiel niet-cultuurbezoekers • Grotere percentages mannen • Lagere opleidingen • Meer grote gezinnen • Meer Turken/Marokkanen • Lagere inkomens • Lagere sociale klassen Het museumpubliek

  41. Opleiding is meest bepalende factor Dit heeft te maken met: • status/gewoonte • complexiteit van het cultuuraanbod/ referentiekader Maar: een hoge opleiding betekent niet meer automatisch participatie in kunst en cultuur. Het museumpubliek

  42. Populaire vs traditionele cultuur Populaire cultuur: bereik is ca. 60%. Traditionele cultuur: bereik is ca. 40%. Populaire & traditionele cultuur: 75%. (Het gaat hier om live bezoek!) Het museumpubliek

  43. De opkomst van de culturele omnivoor 1983 1995 2003 Geen bezoek 34% 31% 25% Alleen trad. 12% 12% 9% Alleen pop. 23% 24% 27% Trad & pop 30% 31% 35% Onbekend 1% 2% 4% Het museumpubliek

  44. De nieuwe generatie cultuurbezoekers • Niet meer opgegroeid met automatisch respect voor ‘hoge cultuur’. • Opgegroeid in digitale wereld. • Opgegroeid in multiculturele samenleving. • Opgegroeid in geglobaliseerde samenleving. Het museumpubliek

  45. De samenstelling van het Nederlandse museumpubliek • Meer vrouwen dan mannen • Meer kinderen onder de 12 • Meer mensen van boven de 50 • Meer mensen met hoge opleidingen • Meer een- en tweepersoonshuishoudens van boven de 40 • Meer mensen uit de grote steden (Source: Het bereik van het verleden, SCP:2007) Het museumpubliek

  46. Museummonitor 2007 Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  47. De markt voor musea in Nederland • Musea totaal: 38% • Historische musea: 21% • Kunstmusea: 20% • Volkenkundige musea: 9% • Natuurmusea: 13% • Techniekmusea: 7% • Overige musea: 14% (Percentage van de NL bevolking dat in de afgelopen 12 maanden tenminste één keer een museum bezocht, AVO/SCP 2003) Het museumpubliek

  48. Motivatie voor binding met musea (Nederland) National brands: Regional brands: • Educational value 1. Easy to travel to • High quality content 2. Friendly staff • Attractive building 3. Nice visitors • Easy to travel to 4. High quality content • Enough info during visit 5. Enough info during visit (Beerda: 2007) Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  49. Motivatie voor museumbezoek (Amerika) Gain knowledge: 65% High quality art: 56% Emotionally rewarding: 54% Socialize: 45% Support community organization: 27% Low cost: 24% Celebrate heritage: 18% (Bron: Ostrower 2005) Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

  50. Verschillen tussen groepen • Frequente cultuurbezoekers worden vaker gemotiveerd door ‘kwaliteit’ • Infrequente cultuurbezoekers hebben meer behoefte aan socializen en recreatie (Verschillende onderzoeken) Welke marketingdoelstellingen streven musea na?

More Related