1 / 30

BTW update Register Belastingadviseurs

BTW update Register Belastingadviseurs. Paul Zijlstra / Deventer 22 april 2013. Wie hoort er in dit rijtje niet thuis?. BTW ondernemerschap RvC en RvT leden. BTW ondernemerschap commissarissen. Kleine ondernemersregeling: PM. Besluit 26 maart 2013, BLKB/2013/400M:

oralee
Download Presentation

BTW update Register Belastingadviseurs

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. BTW updateRegister Belastingadviseurs Paul Zijlstra / Deventer 22 april 2013

  2. Wie hoort er in dit rijtje niet thuis?

  3. BTW ondernemerschap RvC en RvT leden

  4. BTW ondernemerschap commissarissen Kleine ondernemersregeling: PM. Besluit 26 maart 2013, BLKB/2013/400M: Terugwerkende kracht eventuele ontheffing administratieve verplichtingen RvC leden tot 1 januari 2013 indien daartoe strekkend verzoek alsnog voor 1 juli 2013 wordt gedaan [uiteraard indien aan de KOR / ontheffingsvoorwaarden wordt voldaan en geen btw op facturen is berekend] Het verdient aanbeveling de fiscus in voorkomend geval te verzoeken te bevestigen dat een RvC/RvT lid geen btw ondernemer is

  5. Medische ZZP-ers onder btw vuur Hof Amsterdam 10 mei 2012, nr. 11/00832 (publicatie januari 2013): “Ook indien ervan moet worden uitgegaan dat de verpleegkundigen in beginsel zelfstandig optreden, blijft toch de eindverantwoordelijkheid berusten bij de genoemde specialisten, naar wier instructies alle in de operatiekamer aanwezige personen zich hebben te gedragen. De verpleegkundigen dienen zich voorts te houden aan de in ziekenhuis geldende regels. Aldus treedt belanghebbende rechtstreeks in concurrentie met uitzendbureaus die operatieassistenten en anesthesieverpleegkundigen uitzenden”. Financiën, op 2 april 2013 in antwoord op TK vragen: “In zijn algemeenheid merk ik op dat verpleegkundigen die door een ziekenhuis worden “ingehuurd” niet zelfstandig gezondheidskundige diensten verrichten. Die verpleegkundigen verrichten hun werkzaamheden niet zelfstandig, maar onder leiding en toezicht van een arts. Dit betekent dat verpleegkundigen die als zzp’er werkzaam zijn in een ziekenhuis, btw-plichtig zijn”

  6. Hoge Raad ‘om’ bij BUA • Hoge Raad 21 december 2012, LJN BU3773 - aangaande de loon in natura verstrekking aan het personeel gaat de Hoge Raad om: de aftrekuitsluiting (BUA) is niet langer onverenigbaar met de Zesde Richtlijn. - naar aanleiding van arresten van het HvJ handhaaft de Hoge Raad niet langer zijn aan het arrest van 14 november 2008 ten grondslag liggende rechtsopvatting • Hoge Raad 14 november 2008, LJN BG4322: de in het BUA opgenomen aftrekbeperking die ziet op goederen en diensten voor "uitkeringen van loon in natura” is als geheel onvoldoende bepaald en te ruim. - dus: BUA op dit punt onverbindend.

  7. Hoge Raad ‘om’ bij BUA • Consequenties Hoge Raad 21 december 2012: - omgaan Hoge Raad in nadeel inhoudingsplichtigen - dan rechtszekerheidsbeginsel: geen naheffing over loon in natura dat is uitgekeerd vóór het tijdvak dat volgt op de dag waarop dit arrest is gewezen. - Maar wat als je al hebt betaald en geen bezwaar gemaakt?? - belanghebbende in de procedure krijgt ongelijk; procedure is naar aanleiding van bezwaar tegen eigen voldoening.

  8. Wat kunnen we leren: te maken keuze (1) • de “koninklijke weg”: - aangifte doen conform het standpunt van de Belastingdienst - btw op aangifte voldoen - bezwaar tegen voldoening. • Voordelen: - geen ‘verrassingen’ achteraf - wel vergoeding belastingrente? • Nadelen: - daadwerkelijke cash-out - geen vergoeding invorderingsrente bij gelijk

  9. Wat kunnen we leren: te maken keuze (2) • Aangifte conform eigen standpunt, - suppletie - naheffingsaanslag - bezwaar tegen de naheffingsaanslag - verzoek uitstel van betaling • Voordeel: - geen cash out • Nadelen: - mogelijke naheffing met boete en belastingrente - bij verlies wordt invorderingsrente in rekening gebracht

  10. Hoge Raad torpedeert 0% btw claim privégebruik auto • Hoge Raad 12 april 2013, zaaknummer 12/01372 • Vervuilende auto’s zijn voor de btw wel “gelijk” aan energiezuinige auto’s waarvoor een 0% bijtelling geldt • Maar dat rechtvaardigt geen beroep op het gelijkheidsbeginsel omdat: • - het begunstigende beleid op 1 juli 2011 werd ingetrokken • - het begunstigende beleid strijdig was met het unierecht en uitbreiding naar andere (vervuilende) auto’s tot een nog grotere inbreuk op dat unierecht zou leiden en bovendien strijdig zou zijn met de mileudoelstellingen • Tegen de nieuwe privégebruik auto regeling (2,7% forfait) is ook massaal bezwaar gemaakt: • - strijdigheid met Unierecht vanwege ontbreken ‘machtiging’ normale waarde; en • - strijdigheid ‘heffingsgrondslag’ met MvT op artikel 4,2b Wet OB

  11. Fiscale eenheid btw ook voor niet ondernemers? Hof van Justitie (HvJ) arrest Commissie-Ierland 9 april 2013, C-85/11 HvJ stelt de Commissie in het ongelijk, wat betreft haar stelling dat de BTW richtlijn niet-belastingplichtigen zou uitsluiten van (het mogen toetreden tot) een btw fiscale eenheid Artikel 11 van de BTW richtlijn is echter een zgn. “kan bepaling” en lidstaten mogen aan FE-vorming voorwaarden verbinden ter voorkoming van belastingfraude en ontwijking

  12. Fiscale eenheid btw ook voor niet ondernemers? Artikel 7 lid 4 Wet OB laat alleen ondernemers tot een fiscale eenheid toe Vraag is, of Nederland met die voorwaarde niet ‘te ver’ gaat Men zou kunnen verdedigen dat: het opnemen van niet-belastingplichtigen volgens genoemd HvJ arrest Commissie-Ierland btw technisch geen bezwaar oplevert; en te stellen voorwaarden aan de (eenmaal als zodanig, d.w.z. als instituut/faciliteit, aanvaarde) fiscale eenheid enkel mogen strekken tot het voorkomen van fraude en ontwijking

  13. Fiscale eenheid omzetbelasting - Holding Top holding: “Holdingresolutie”, 18 februari 1991, nummer VB91/347 “7. Een houdstermaatschappij als beleidsbepalend en sturend orgaan in de hiervoor in punt 6 geschetste zin staat, daar zij zich in sterke mate bezig houdt met de besluitvorming binnen het concern, volledig in dienst van het totaal van de bedrijfsvoering van de gelieerde werkmaatschappijen en kan als zodanig worden geacht een voor de instandhouding daarvan belangrijke factor te vormen. Hiermee vervult die, ook wel als 'top holding' aangeduide, houdstermaatschappij een wezenlijke economische functie binnen concernverband. In dat geval kan het houden van aandelen in feite worden aangemerkt als een middel om in concernverband te komen tot de uitoefening van zeggenschap over en het dragen van verantwoordelijkheid voor de daadwerkelijke ondernemersactiviteiten van de gelieerde werkmaatschappijen en dus niet meer enkel als beleggingsdoel.”

  14. Fiscale eenheid omzetbelasting - Holding 8.Doet zich deze situatie inderdaad voor, dan acht ik een andere BTW-technische behandeling gerechtvaardigd. Zo strookt het met een redelijke uitleg van artikel 7, lid 4, van de Wet om een houdstermaatschappij die op die wijze en om die reden aandelen houdt – zij het dat ook hier een zelfstandige belastingplicht ontbreekt – desgevraagd op te nemen in de, in Nederland gevestigde, fiscale eenheid. Vanwege de nauwe samenhang die de handelingen van deze houdstermaatschappij vertonen met de ondernemersactiviteiten van de werkmaatschappijen kan in zo'n geval immers van een nauwe economische verwevenheid met de werkmaatschappijen worden gesproken. Voor wat betreft het aftrekrecht betekent dit dat de fiscale eenheid, zijnde de voor de heffing van omzetbelasting relevante ondernemer, de op de houdstermaatschappij drukkende omzetbelasting in aftrek kan brengen, indien en voor zover de fiscale eenheid met omzetbelasting belaste prestaties verricht.

  15. Fiscale eenheid btw - holding HvJ oordeelt op 25 april aanstaande in de zaak Commissie-Nederland (C-onder meer over het Nederlandse holding beleid Gelet op de uitkomst in HvJ Commissie-Ierland valt te verwachten dat het HvJ het Nederlandse beleid “akkoord” bevindt

  16. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen btw tarief voor renovatie en herstel van woningen ouder dan 2 jaar per 1 maart 2013 verlaagd van 21% naar 6% De einddatum van de maatregel is 1 maart 2014 Weekers: ‘’mensen over de streep trekken te investeren in hun huis en tuin, ruimere toepassing dan de eerdere tariefsverlaging’’ Verlaagde tarief uitsluitend van toepassing op de arbeidskosten en niet op de materiaalkosten Het moment waarop de dienst wordt afgerond is bepalend voor de toepassing van het 6% tarief

  17. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen De werkzaamheden die onder het 6% tarief vallen:Het vernieuwen, vergroten, herstellen of vervangen en onderhouden van (delen van) de woning en de aanleg en onderhoud van de tuin.

  18. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen

  19. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen Woningen zijn onroerende zaken die zijn bestemd voor permanente bewoning door particulieren. Bejaarden-, verpleeg- of verzorginstelling: de ruimten die in die instelling ter beschikking staan aan de bewoner worden aangemerkt als woning Aanleunwoning, studentenflat, klooster (voor zover geschikt voor permanente bewoning), tweede woning als permanente bewoning daarvan is toegestaan Woonboten en woonwagens voor zover ze bestemd zijn voor permanente bewoning door particulieren, aangesloten zijn op nutsvoorzieningen en bestemd zijn om duurzaam op één plek te worden gebruikt als woning Garages, schuren, serres en aan- en uitbouwen vallen onder het begrip woning als zij zich bevinden op hetzelfde perceel als de woning

  20. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen Het moment van de afronding van de diensten is bepalend voor de toepassing van het verlaagde tarief Toepassing 21% tarief: Indien er deelfacturen worden uitgereikt in de periode 1 maart 2013 t/m 28 februari 2014, terwijl de dienst wordt afgerond ná 28 februari. Verlaagde tarief geldt ook niet voor eerder verrichte werkzaamheden. Toepassing 6% tarief:Indien er deelfacturen zijn uitgereikt voor 1 maart 2013 met het 21% tarief en de dienst wordt afgerond na 28 februari 2013 tot 1 maart 2014 Bepalend voor het moment van afronding bij uitreiking van deelfacturen is het moment waarop de dienst is afgerond. Hierbij is niet van belang op welke wijze de vergoeding (vooraf, in termijnen, na afloop) wordt betaald

  21. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen Alleen de arbeidscomponent van de werkzaamheden valt onder het verlaagde tarief, niet de materiaalkosten De vergoeding moet (indien nodig) gesplitst worden in een arbeids- en materialencomponent op basis van de marktwaardemethode (vergelijking met soortgelijke prestaties op de markt), als dit niet mogelijk is moet er worden gesplitst op basis van de kostprijs Kosten van in eigen productie vervaardigde producten vallen onder de arbeidskosten In bepaalde branches zijn er afspraken gemaakt over een forfaitaire verdeling van de arbeids- en materiaalkosten. Indien een ondernemer van mening is dat er een andere verhouding op de dienst van toepassing is, dan dient dit te worden gespecificeerd (op basis van marktwaardenmethode en werkelijke kostprijzen).

  22. Verlaagd btw- tarief op renovatie en herstel woningen Verlaagde tarief van toepassing op renovatie en herstel van woningen ouder dan 2 jaar Opdrachtgever dient aannemelijk te maken dat het verlaagde tarief van toepassing is Verklaring van opdrachtgever over ouderdom woning niet verplicht. Belastingdienst baseert zich op gegevens Basisregistraties Gegevens en Gebouwen en GBA Voor de toepassing van het verlaagde tarief is het niet noodzakelijk dat de opdrachtgever een particulier is Renovatie- en herstelwerkzaamheden in onderaanneming: verlaagde tarief zowel in de relatie hoofdaannemer- opdrachtgever als in de relatie hoofdaannemer- onderaannemer

  23. Besluit medische vrijstelling Met ingang van 1 januari 2013 is de medische vrijstelling gewijzigd en beperkt Op 24 februari 2013 is er een vernieuwd besluit medische vrijstelling verschenen Toepassing vrijstelling beperkt tot diensten door beoefenaren van een medisch of paramedisch beroep die een opleiding hebben gevolgd die is opgenomen in ‘de wet BIG’ Veel psychologen en pedagogen en niet- regulier werkende artsen vallen niet meer onder de vrijstelling Beloofde kwaliteitsregister van Ministerie van VWS is niet verschenen Reikwijdte bepaling is beperkt tot diensten die bestaan uit de gezondheidskundige verzorging van de mens

  24. Besluit medische vrijstelling Psychologen Tot 1 Januari van dit jaar mochten bepaalde (para)medische beroepsbeoefenaars en psychologen nog gebruik maken van de medische vrijstelling door een goedkeuring Psychologen wier beroep niet als zodanig is geregeld in de wet BIG delen niet in de medische vrijstelling Diensten door gezondheidszorgpsychologen (GZ- psychologen) vallen wel onder de vrijstelling, want opgenomen in wet BIG Goedkeuring voor kinder- en jeugdpsychologen NIP, de psycholoog arbeid en gezondheid NIP en de orthopedagoog- generalist

  25. Besluit medische vrijstelling Alternatieve geneeskunde Diensten door niet- regulier werkende artsen vallen niet onder de medische vrijstelling Voor de btw- heffing wordt één (para)medische dienst niet gesplitst in een vrijgesteld en een belast gedeelte. Één regime: belast of vrijgesteld Alleen de dienst die in wezen regulier is, is vrijgesteld van de heffing van btw Recht op de vrijstelling moet uit de administratie blijken

  26. Besluit medische vrijstelling Fiscale neutraliteit MvT: de medische vrijstelling heeft alleen betrekking op gezondheidskundige verzorging van de mens die, gelet op de beroepsopleiding van de zorgverleners, voldoende kwaliteitsniveau heeft Solleveld: Een nationale regeling die het beroep van psychoterapeut uitsluit van de omschrijving van paramedische beroepen, is slechts in strijd met dat doel en dat beginsel voor zover –hetgeen door de verwijzende rechter moet worden nagegaan- de psychotherapeutische behandelingen zouden zijn vrijgesteld van btw indien zij door psychiaters, psychologen of elk ander (para)medisch beroep werden uitgevoerd, hoewel zij, wanneer zij door psychotherapeuten worden verleend, gelet op de beroepskwalificaties van deze laatste, van een gelijkwaardige kwaliteit kunnen worden geacht

  27. OG aanschaf of sale-/lease back: erfpachtlease? Bij OG verkoop met voorbehoud van erfpacht mag op grond van artikel 11 lid 2 WBR de voorbehouden erfpachtwaarde van de OVB grondslag worden afgetrokken. BE voldoet huur. Erfpachter voldoet canons.

  28. Wat verder ter tafel komt !! HR over vervaardiging vastgoed (zaken 8 maart 2013, 12/0261 en 11/0701) HvJ inzake PFC Clinic over reikwijdte medische vrijstelling (C-91/12)

  29. Vragen ? Deze slide is voor u. En mochten we daar niet aan toekomen vandaag, dan dank ik u voor uw aandacht en graag tot een volgende keer.

More Related