1 / 35

M inimal R esidual D isease bepaling bij CLL

M inimal R esidual D isease bepaling bij CLL. Waarom zou je het doen? Hoe zou het kunnen?. Overleving na Eerstelijn behandeling met chemotherapie met / zonder rituximab (anti-CD20). overleving (%). maanden. Overleving na donor (allogene) stamceltransplantatie.

ninon
Download Presentation

M inimal R esidual D isease bepaling bij CLL

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Minimal Residual Diseasebepaling bij CLL Waarom zou je het doen? Hoe zou het kunnen?

  2. Overleving na Eerstelijn behandeling met chemotherapie met / zonder rituximab (anti-CD20) overleving (%) maanden

  3. Overleving na donor (allogene) stamceltransplantatie

  4. Waarom werkt allogene stamceltransplantatie ? • Donor T-cel anti-CLL effect • Treedt vaak op na • verminderen afweeronderdukkende medicatie • bij optreden graft-versus-host ziekte • na donor lymfocyt infusie (DLI)

  5. . Gribben J G et al. Blood 2005;106:4389-4396 ©2005 by American Society of Hematology

  6. HOVON 88 CLL Allogeneic stem cell transplantation after reduced intensity conditioning for high-risk relapsed or refractory CLL. A prospective multi-center phase II study

  7. MRD bij CLL drie reeksen vergeleken met kappa/lambda/CD19/CD5 Rawstron, Leukemia 2007

  8. werkwijze validatie • 7 patiënten casus • nieuwe CLL • MRD • zonder CLL • negen antistof combinaties • verstuurd naar 10 labs in 9 verschillende landen

  9. uitkomsten • laagste inter-lab variatie en minste vals-positieve uitslagen met: • CD20 / CD38 / CD19 / CD5 • CD22 / CD81 / CD19 / CD5 • CD43 / CD79b / CD19 / CD5

  10. waarom niet CD23 ? • normale CD5 positieve B cellen zijn ook CD23 positief • CD23 komt ook voor op subpopulaties van CD5 negatieve normale B cellen

  11. MRD bij CLL CD20, CD38, CD19 en CD5

  12. CD20 rijpere B precursors rijpe B cellen CD38 geactiveerde T cellen geactiveerde B cellen allerlei precursors plasmacellen NK cellen CD20 en CD38 expressie

  13. waarom CD20 en CD38 bij MRD ? B precursors CD19 gated normale rijpe B cellen CLL

  14. volstaat deze reeks ? ofwel, onderscheidt CD20 en CD38 expressie CLL cellen altijd van normale rijpe en precursor B cellen ?

  15. CD20 soms op (rijpere) B cel precursors = B cel precurors

  16. R2 CD38 soms hoog bij CLL CD19 gated geactiveerde CLL B cel precurors

  17. conclusie • reeks met CD38 en CD20 volstaat niet in alle gevallen

  18. MRD bij CLL CD22, CD81, CD19 en CD5

  19. CD81 T cellen B cellen Monocyten (zwak) CD22 voorloper en rijpe B cellen expressie van CD81 en CD22

  20. B-cel CD81 en CD22 expressie CD19 gated CLL

  21. MRD met CD22 en CD81 R7 = CLL (moderate CD22) R8 = CLL (moderate CD22, dim CD81)

  22. conclusie • reeks met CD22 en CD81 levert in vrijwel alle gevallen bruikbare MRD informatie

  23. MRD bij CLL CD79b, CD43, CD19 en CD5

  24. CD79b precursor B cellen (m.n. cytoplasmatisch) rijpe B cellen CD43 T cellen geactiveerde B cellen plasmacellen monocyten granulocyten macrofagen expressie van CD79b en CD43

  25. MRD met CD79b en CD43 CLL rijp B B cel precursors

  26. Conclusie CD79b/CD5/CD43 • zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen

  27. Conclusie CD79b/CD5/CD43 • zelfs bij lage CD5 expressie onderscheidend van normale B cellen • buis niet informatief indien er geen duidelijke populatie met CD5 en CD79b is

  28. kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ? • op geactiveerde B cellen T

  29. kunnen normale B cellen (rijp en precursor) CD5 positief zijn ? • op geactiveerde B cellen • op precursors ? • (5-7% van de CD19+ cellen in kind BM is CD5+)

  30. validatie van deze en andere MRD methodes • 141 data files, naar 10 internationale labs • alleen normale cellen (n=40) • 0.00001-0.01% CLL (n=32) • 0.01-0.1% CLL (n=69) Rawstron, Leukemia 2007

  31. validatie • 141 data files, naar 10 internationale labs • alleen normale cellen (n=40) • 0.00001-0.01% CLL (n=32) • 0.01-0.1% CLL (n=69) • inter-operator variabiliteit en fout-positieve metingen ‘t minst bij: • CD79b / CD43 • CD81 / CD22 • CD38 / CD20 Rawstron, Leukemia 2007

  32. analyse-SOP verhoogt precisie en verlaagt fout-positieve uitslag Rawstron, Leukemia 2007

  33. flow MRD correleert met Q-PCRboven 0.01% Rawstron, Leukemia 2007

  34. detectie limiet • minimaal 0.01% MRD detecteren • die 0.01% moeten minimaal 50 events zijn • hoe? • minimaal 500.000 leukocyten meten • SOP gebruiken Rawstron, Leukemia 2007

  35. Dank voor de aandacht ! CLL or no CLL ?

More Related