1 / 32

Shakespearean Tragedy

Shakespearean Tragedy. dominante latijnse invloed op de tragedie in de Renaissance. pas vanaf 1450 komt toneelwerk van Griekse en Romeinse schrijvers breder beschikbaar neo-latijnse denken onder humanisten, universiteiten

nhi
Download Presentation

Shakespearean Tragedy

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Shakespearean Tragedy

  2. dominante latijnse invloed op de tragedie in de Renaissance • pas vanaf 1450 komt toneelwerk van Griekse en Romeinse schrijvers breder beschikbaar • neo-latijnse denken onder humanisten, universiteiten • via reflectie op Romeinse cultuur bevrijden humanisten zich van de vooroordelen van het christelijke wereldbeeld (kloosterscholen) • Romeinse tragedies (Seneca) bepalen aanvankelijk het beeld, vooral in Frankrijk en Engeland • theater begrepen als spektakel-spel: de kunst voor ongeletterden en als populistische illustratie van een morele, ideële boodschap • Griekse tragedies zijn eerder vooral in Italië en Spanje bekend, en worden pas maatgevend in de 17e eeuw in Frankrijk • Invloed looptr via Lope de Vega, Calderon, Tirso de Molina • Corneille: opmaat in academische maat- en regel-geving, stilering • theater tot 16e eeuw: dominant zijn de mysterie-spelen, moraliteiten, farces, het mirakel-spel

  3. Shakespeares Tragedies • Schrijft tragedies vanaf begin van zin carrière: 1590, maar vooral tussen in1600-1607 • invloed van Aristoteles poetica: voorschrift over tragische mythos: • de peripeteia, de hamartia en de catharsis • Invloed van Seneca’s tragedies in • Thema’s (wraak, bloedband, ambities, jaloezie, foutieve inschatting, • Figuraties: “bovennatuurlijke manifestaties in de natuur” (storm, landschappen, heksen, geesten) • Dynamiek: een verstoring van een “natuurlijke orde” resulteert in chaos • Moraliteit: nadruk op stoicijnse “gelatenheid” bij protagonisten: readyness is all, ripeness, “lay on, Macduff • Bij Shakespeare ligt echter de nadruk vanaf het begin op de keuzes vanuit een vrije wil en op vrije reflectie op handelen door protagonist

  4. diverse vormen van tragedies • Liefdestragedies • Romeo & Juliet, Othello, • Tragedies van het hoofd: ambitie, wraak • Hamlet en Macbeth • Tragedie van de passie • King Lear • Romeinse tragedies • Titus Andronicus, Julius Ceasar, Anthony and Cleopatra, Coriolanus

  5. Shakespeares thetrale innovatie: komische scènes in tragische dynamiek • Innovatie: invoeging van komische elementen in het tragische drama, maar zonder tragicomische strekking • doublet van Romeo and Juliet  Midsummernightsdream • naast tragedies de “problem plays” (Measure, All that Ends Well) • thematisch: verweving doet recht aan het echte leven, met tragische omslagen vaak als keerzijde van het komische • theatraal: de “veiligheidsklep” voor ontlading van spanning voorkwam het ongepaste “bevrijdend lachen” • vb. Macbeth, poortwachters na de moord op Duncan, • straatpubliek in koningsdrama’s: Richard III, Henry IV • optreden van volkse types volgend op spanningscène en passionele taferelen tussen nobele protagonisten

  6. presentatie van conflict in een wending van levensperspectieven • conflict ontstaat uit gebeurtenis die leidt tot confrontatie • confrontatie van de held met een abrupte verandering van kennis, waarden, praktijken in de wereld • gewelddadige omslag dwingt tot een persoonlijke heroriëntatie • ervaring en noodlot van de held bewerkt een transformatie van de gemeenschap • belang van het gebeurtenis-aspect van de «verandering als omslag», inbreuk als ommekeer, wending, «change» • in het drama wordt dit vooral een interpersoonlijke, psychologische en moreel-existentiële omslag • ontstaat echter ook in interactie met een ommekeer en wending in de wereldse stand van zaken • pas vanuit de gebeurtenis ontstaan de contouren van de soevereine natuur en morele grootsheid van de held

  7. Shakespeares beeld van deugden: de morele grootsheid van de held • Aristotelischedeugdethiek en notie van perfectioneren: de beschrijving van de aspecten van het nobele karakter • centraal staat “morele grootsheid”: Shakespeare is altijd ironisch kritisch naar ethiek als individualistische «zelf-ponering» • drie invloeden op de deugden van de “grootse held” • Humanistisch: «Bildung» van ontwikkelde aristocratie • Thomas ElyotThe Governor,Balthasars CastiglioneThe Courtier • Feodaal: proeve in vaardigheden, ridderlijke compassie • invoed: Geoffrey ChaucersThe Knight’s Tale • Klassiek: strijd-ideaal van soldaat-staatsman (Pericles) • invloed PlutarchusLives of the Noble Grecians and Romans

  8. tragedie en transformatie: dynamiek van de morele «val» • Tragedie als (leer-)proces en als transformatie: • in de dramatische reflectie zelf is dit te begrijpen als verschuiving tussen metafysische polaire tegenstellingen • gebeurtenis leidt tot verandering van de gemeenschap • een vervalsproces in land of stad, oorlog, erfkwesties, • bijv. zedelijke verwildering in Rome (Titus, Coriolanus) • weerslag van ommekeer in het gemoed van representatieve held • dynamiek van menselijke «natuur in ons»: een emotionele aardschok • primair: mobiliseren van inhumane passies: prothetische afweer van de ziel • ziel staat “onbehuisd” op toneel: hervindt identiteit in gevoel: “Ik voel dus ik ben” • maar dit «intra-persoonlijke verweer» is als een middel erger dan de kwaal: • leidt tot een noodzakelijke «morele val» van de tragische held

  9. centraal: ondergang van de held en van menselijke grootsheid • bij Shakespeare zijn de helden “vrije individuën” • pathos: geen beschikkingsmedium voor substantiële zedelijkheid • zij beschikken, met een soevereine natuur en vanuit subjectief zelfbewustzijn tegenover innerlijk pathos en uiterlijke wereld • verandering herschikt de held in zijn gemoed en de wereld: dwingt tot gewelddadig, immoreel handelen, • tegen zichzelf, zijn geliefden en vaak zijn (bloed-)verwanten • tegen gemeenschap, haar substantiële zedelijkheid en leiders • zonder deze soevereine natuur en nobele grootsheid van karakter in theatrale personage is er geen tragedie

  10. Bradley: Shakespearean Tragedy • karakter-analyse met grote morele ontvankelijkheid: de Interpretatie van Shakespeares personages primair als belichaming archetypische karakters, • interpretatie vanuit de inherente menselijke natuur: invariante typen, transhistorisch, transcultureel, nooit in termen van context, horizon • beroemd is de Hamlet-interpretatie • tegen melancholische-romantiek: nadruk op dromerige onbeslisheid • geen contemplatieve softy, niet in staat tot handelen, vuile handen maken • nobele ziel die gevangen is in een aporie van gepassioneerde aandrift tot eervol handelenrationeel-stoïcijnse resignatie die het kwaad laat vermeerderen • interpretatie fundeert maatstaf in varianten volgens menselijke natuur: leidt tot sociaal-biologische vooroordelen en soms tot racisme (Othello) • kracht en zwakte: • schrijft over Shakespeares karakters als waren zij werkelijke mensen • opent de “nature  nurture” discussie vanuit de invariante “nature” • vertaald dit in de hermeneutiek vanuit de biologische evolutie-ideeën van Darwin, niet vanuit sociaal-antropologische geschiedenis van Marx • sommige mensen, en personages, zijn meer waard dan anderen • Immense invloed: vanaf 1904 tot WOII: later verdrongen door dominante structuralistische aanpak, die subjecten begrijpt vanuit inhumane structuren

  11. passies en het mateloze • passies van tragische held: eerst beschermend en uiteindelijk vernietigend (pharmakon) • heroïsche wrok en edele woede, blinde ambitie en nobele trots, verlangen naar glorie en soevereine eer • gewaardeerd als nobele responsvanuit de stoïcijnse deugd van standvastigheid • hartstochtelijke liefde en rouw om verlies, vatbaarheid voor intens duldzaam lijden • overmatige mobilisatie van passies («nobele pathos») brengt toch de ondergang van de held

  12. is er vergeving mogelijk? • dramatiek biedt mogelijkheden tot vergeving zelfs van meest extreme gruwelijke handelingen • hoop schuilt in verwijzing naar de instabiele natuurlijke orde, waarin alles ook weer plots een omslag kent • vergeving in besef van het mateloze in overschrijding van de draagkracht van de menselijke natuur • uitwegen openen zich in de presentatie van de held als slachtoffer van zelf-bedrog of van toevallig onfortuin • de extreme handelingen van de helden ingebed in het benadrukken van diens nobele karakter

  13. stoïcijnse standvastigheid • dramatische focus in pogingen van de held om «orde» te herstellen • oscillatie: stoicijnse standvastige kalmte en gepassioneerde woede of verdriet • Hamlet: • gepassioneerde aandrift tot eervol handelenrationeel-stoïcijnse resignatie • Lear: • woede van de elementen in zijn zielzwijgen in het patroon van duldzaamheid • ambivalent oordeel over stoïcijnse respons op inbreuk en extreme omslag • enerzijds: inadequate attitude in extreme vormen van emotionele onthechting • anderzijds: apatheia biedt bescherming: behoudt rationele vrijheid van actor • menselijk hart is bron van het beste en het slechtste in de mens • Ook historische, politieke of culturele clash gelezen als conflict tussen «controlepassie» «ratioemotie» «geestlichaam»

  14. Wat is het tragische resultaat verzoening? erkenning? eerherstel? • standvastigheid in waarheids-vinding • volharden in streven morele perfectie • «dramatische resultaat» in de tragedie is tonen van erkenning, herwonnen inzicht • «positieve resultaat» van drama voor hetpubliek is herstel van nobele grootsheid

  15. lijden, de naam en getuigenis • de held staat vaak in een aporetische situatie: gevangen tussen • standvastigheid die de werking van het kwaad alleen maar verder zal verspreiden • soeverein handelen waarmee men zich onherroepelijk zal bezoedelen met het kwaad • presentatie van de tragische helden als individuën wiens daden voortleven in onze eeuwige herinnering • aanroepen van de goden: niet zozeer deelnemende actoren als indifferente toeschouwers en virtuele getuigen • enerzijds is de actie geheel binnen de menselijke sfeer gesitueerd • anderzijds: handelingen moeten worden gezien door getuigen • aanroepen van omni-responsibele «Natuur»: in generositeit en wreedheid, in mildheid en vernietiging

  16. de kosmos: roep naar de goden de hoogste macht: temporaliteit in de natuur ▲▼▲ Shakespeares Hemel blijft leeg: vacante positie van goddelijke voorzienigheid ▲▼▲ de tijd kan recht doen aan de dingen als zij zich moeten voegen en recht doen aan de tijd ▲▼▲ ANAXIMANDER

More Related