1 / 9

zinsontleden

zinsontleden. Gemaakt door: B & G. Inhoud. Wat is zinsontleden. De nieuwe spelling..! De 6 stappen..! Wat is wat? Einde..!. Wat is zinsontleden..?. Het woord Taal. De nieuwe spelling..!. Op 15 oktober Verandert. De 6 stappen..!. Verdeel de zin in stukken.

nessa
Download Presentation

zinsontleden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. zinsontleden Gemaakt door: B & G

  2. Inhoud • Wat is zinsontleden. • De nieuwe spelling..! • De 6 stappen..! • Wat is wat? • Einde..!

  3. Wat is zinsontleden..? • Het woord • Taal

  4. De nieuwe spelling..! • Op 15 oktober • Verandert

  5. De 6 stappen..! • Verdeel de zin in stukken. • Zet een streep onder het gezegde. • En een extra streep onder de persoonsvoorm. • Een stippellijn onder het onderwerp. Soms ook te vinden niet altijd! 5. Een golflijn onder het lijdend voorwerp. 6. Een plusjeslijn onder het weewerkend voorwerp

  6. Wat is Wat? • Gezegde: alle werkwoorden • Persoonsvorm: de zin vragend maken. • Onderwerp: vraag aan je zelf wie of wat? • Lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp. • Meewerkend voorwerp: aan/voor wie?

  7. Wat is Wat? • Gezegde: alle werkwoorden Kees leest Anne een boek voor. • Persoonsvorm: de zin vragend maken. Kees leest Anne een boek voor. • Onderwerp: vraag aan je zelf wie of wat? Kees leest Anne een boek voor. • Lijdend voorwerp: wie/wat + gezegde + onderwerp. Kees leest Anne een boek voor. • Meewerkend voorwerp: aan/voor wie? Kees leest Anne een boek voor.

  8. Weetje • Wist je dat 70% van de mensen die nu op de Universiteit zit geen zin kan ontleden.

  9. Einde

More Related