Vraag 1

1. Vraag 1 blz. 1; IdulAdha a. Welke tip wordt gegeven voor het uitdelen van offervlees? Het vlees wordt door hen gegeten en verdeeld onder familieleden, buren en mensen die het minder hebben. b. Hoeveel pelgrims ongeveer gaan op Hadj? Ca 1 miljoen c. Waarom wordt het offerfeest gevierd? Ter herinnering aan de profeet Ibrahim die bijna zijn eigen zoon offerde.

2. Vraag 2 Mekka stad van de Káaba. Welke activiteiten vonden er in de loop van de tijd plaats in Mekka? Dichtwedstrijden, afspraken maken, verering van goden. b. Wie mogen er tijdens de Hadj niet in Mekka komen? Mensen die geen moslim zijn.

3. Vraag 3 Blz. 4. Eén kameel telt zeven keer. a. Waarom mogen ook kamelen worden geofferd? Omdat er dan minder dieren hoeven worden gedood. b. Wanneer mag een dier worden geofferd? Als de verkoper verklaart dat het dier de juiste leeftijd heeft.

4. Vraag 4 Blz. 2. Illegaal slachten. a. Wat is illegaal slachten? Slachten zonder geldige toestemming b. Zou een illegaal geslacht dier geofferd mogen worden? Nee, volgens de islamitische traditie is dat “haram”, verboden.

5. Vraag 5 Blz 3. In het Hart.. a. Welke opmerking heeft Muhammed ben al-Fahd gemaakt over de Hadj? Ik verbaas mij over hen die hun tempel zoeken in deze wereld. Waarom overwegen zij Hem niet in hun eigen hart te zoeken. Eén keer per jaar kunnen zij de Zwarte Steen zien. In het hart kunnen zij Hem 365 dagen per jaar zien. b. Waarom kust Umar de Zwarte Steen? Omdat de boodschapper van Allah de Zwarte Steen ook had gekust.

6. Vraag 6 Blz 3. Nadenkertje: Wat is de boodschap van dit verhaal? Als je iets toezegt of belooft, dan moet je woord houden. b. Om welke godheid gaat het hier? De god Jupiter

7. Vraag 7 Blz 3. Jerusalem als Qiblah Wat wordt bedoeld met de Qiblah? Gebedsrichting (naar Mekka voor Islamieten) b. Waarom gold in het verleden Jerusalem als Qiblah? Omdat de Islam de waarheden in alle eerdere openbaringen erkent vanuit de Joodse en Christelijke traditie. (De Islam geeft met de Koran overigens wel een andere invulling geeft aan die waarheden).

8. Vraag 8 Blz. 2. Jamrah. a. Wat wordt bedoeld met Jamrah? De rituele steniging van Satan. b. Waarom worden de drie zuilen gestenigd? Omdat op die plaats de duivel ooit aan Abraham zou zijn verschenen volgens de Islamitische traditie

9. Vraag 9 Blz. 4. Bloed als bescherming tegen de dood. a. Welk verhaal maakt duidelijk dat bloed beschermde tegen de dood? Het verhaal over de uittocht uit Egypte van het Joodse volke onderleiding van JHWH in de tijd van Mozes (ca. 1500 BC). b. Hoe werd het bloed van een lam gebruikt als bescherming tegen de dood? Het bloed werd op het hout van de deurlijsten gesmeerd.

10. Blz. 4 Pelikaan. a. Noem 2 legenden over de Dalma Pelikaan m.b.t. bloed? 1e Een pelikaan die eens haar jongen zó heftig toetakelde dat ze het niet overleefden. Uit wroeging tapte ze daarop bloed uit haar eigen borst om de jonge vogels daarmee weer tot leven te wekken. 2e een pelikaan pikte zich eens de borst open om haar hongerende kuikens met bloed te voeden b. Waarom bestaan deze legenden over de Dalma pelikaan? Omdat deze verhalen symbool staan voor belangrijke menselijke waarden zoals onzelfzuchtigheid en barmhartigheid. c. Wat is opvallend aan de offerlegendes over de Dalma pelikaan? Het eigen bloed wordt vergoten om de ander te redden. Vraag 10

11. Vraag 11 Blz. 5. Offeren in Jerusalem a. Wat is het Tabernakel? De verplaatsbare tent maakte duidelijk dat JHWH dicht bij zijn rondtrekkende volk wilde zijn. b. Welk dier werd op grote verzoendag geofferd? Een (zonde)bok c. Waarom? Het dier werd door handoplegging beladen met de zonden van het volk. Zo werd het volk bevrijd van zondenlast. d. Waarom wordt er tegenwoordig niet meer in Jerusalem geofferd? De tempel van Jerusalem bestaat niet meer. e. Wat bevond zich in het Tabernakel? Het heilige der heiligste, waar de hogepriester offerde.

12. Vraag 12 Blz 6. De Káaba en bloedafspraken a. Hoe werden door Arabieren bloedafspraken gemaakt? twee Arabische mannen in bijzijn van een derde met een scherpe steen in hun hand sneden. Met een stukje wol of kleding smeerden zij hun bloed over zeven stenen die tussen de twee mannen opgesteld waren. b. Wie was Al Lat? De godin van de zwarte steen

13. Vraag 13 Blz. 6; Definitief; afspraak met bloed bezegelt. a. Waaruit blijkt dat een afspraak erg belangrijk is? De afspraak wordt met het eigen bloed bezegeld. b. Wat herkende men in het bloed op het hout van de deurlijsten? Het bloed van Christus dat gevloed heeft op het hout van het kruis. c. Wat is een plaatsvervangend offer? Een offer waarbij het onschuldige sterft om de schuldige te redden.

14. Vraag 14 Blz. 7: Kind opdragen; Waar werd het offer van de twee jonge duiven gebracht? In Jerusalem

15. Vraag 15 Blz 7; Leerling etst meesterwerk. Noem twee overeenkomsten tussen de twee plaatjes. De engel, man en kind, etc. b. Noem twee verschillen tussen de twee plaatjes. Afgedekte- niet afgedekte ogen, licht val, het gezicht van de man wel-niet te zien, een tafel, etc. c. Welk plaatje geeft het best de Koranische versie van het verhaal over Ibrahim weer? Het rechter omdat daar beter is weergegeven dat het kind niets kon zien.

16. Vraag 16