1 / 48

Atelier 10

Atelier 10. Naar een efficiëntere taalverwerving in het B.S.O. door een betere lesorganisatie en door aangepaste didactische middelen. Profiel van de leerlingen in 1B. Erg uiteenlopende vooropleiding Meer kans op problematische thuissituatie Weinig betrokken bij het schoolgebeuren.

naida
Download Presentation

Atelier 10

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Atelier 10 Naar een efficiënteretaalverwerving in het B.S.O. door een betere lesorganisatie en door aangepaste didactische middelen.

  2. Profiel van de leerlingen in 1B • Erg uiteenlopende vooropleiding • Meer kans op problematische thuissituatie • Weinig betrokken bij het schoolgebeuren • Taalgebruik •  weinig divers  Agressief  A.N. is vaak een vreemde taal • Meer kans op leerstoornissen (ADHD + dyslexie)

  3. Profiel van de leerlingen in BVL • instroom uit het 1ste gemeenschappelijk jaar • nog grotere verscheidenheid in niveau

  4. Profiel van de leerlingen in de 2de en de 3degraad B.S.O. • De meesten hebben een quasi full-time bijberoep • Voor school is er nog weinig tijd over

  5. Leerplannen en eindtermen in de 1ste graad. Spreekdurf en liefde voor het vak door …  Succeservaringen  Transparante woordenschat  Reproductie-oefeningen  Steeds dezelfde didactische aanpak

  6. Belangrijkste leerinhoud voor de 1ste graad. • Voorzetsels van plaats • De getallen van 1 tot 40 • Het aflezen van de juiste tijd

  7. Leerplannen en eindtermen in de 2de en de 3de graad. • Heel specifieke doelstellingen naar de richting toe. • Leerstof = direct bruikbaar

  8. De lesinhoud in de 2de en de 3de graad. • Gericht op het verwerven van passe-partoutzinnetjes. • Van reproductie naar transfer • Korte en functionele rollenspelen

  9. Attitudes voor de leraar: de consequente houding • Afhankelijk van de schoolcultuur • Leerkrachten bepalen die als groep • Tips  De leerlingen laten rechtstaan bij het begin van de les  Slechts één leerling aan het woord laten  Aanspreektitel is ‘mijnheer’ of ‘mevrouw’  Stiptheid eisen  Dezelfde handelingen op hetzelfde moment in de les

  10. Attitudes voor de leraar: de consequente houding Tips  Afstand behouden  Hoed je voor roddels  Opletten met humor  In plenum geen allusie maken op hun beperkte capaciteiten of hun thuissituatie  Wees hun ogen

  11. Attitudes voor de leraar: sympathie en affectie opwekken • Luisterbereidheid tonen • Vriendelijke houding • Kalm blijven • Consequent zijn • Respect tonen • De clown niet uithangen

  12. De organisatie van de les: het inleidend moment • Doel: de aandacht wekken • Niet langer dan vijf minuten • Een gesprek over een onderwerp dat hen interesseert of moviteren naar het lesonderwerp toe

  13. De organisatie van de les : verandering van spijs doet eten • Het aantal oefenvormen beperkt houden.  Hier best zo weinig mogelijk variatie • Hoe wel variatie inbrengen? Wisselen van locatie.  Les Frans in het atelier  Muziek, video, ICT

  14. De organisatie van de les : het pauzemoment • Waarom?  Leerlingen kunnen zich slechts 20 minuten concentreren. • Hoe?  Praatje slaan over een bepaald onderwerp  Consequent zijn wat de duur betreft en afspraken i.v.m. discipline respecteren

  15. De organisatie van de les : de schikking van het lokaal • Alle lessen algemene vakken in één enkel lokaal  alle lesmateriaal is steeds bereikbaar • U-vorm in de derde graad • Groepswerk per twee  er wordt minder vlug afgeweken van de opdracht

  16. Het persoonlijk lesmateriaal: de agenda van de leraar • Overzichtelijk • Doel  Je ziet in één oogopslag wat je te doen hebt • Wat staat erin?  Lesonderwerpen, toetsen, taken,opdrachten  Alle afspraken met de leerlingen gemaakt i.v.m. taken en toetsen Bijlage 1

  17. Het persoonlijk lesmateriaal: de agenda van de leerling • Wat staat erin?  Lesonderwerpen, toetsen, taken,opdrachten  Alle afspraken gemaakt i.v.m. taken en toetsen • Taak van de leerkracht:  Controleren of ze het agenda effectief invullen en op de juiste plaats

  18. Het persoonlijk lesmateriaal: de leerlingenmap • Overleg met andere collega’s • Werk uniform over de vakken heen. • Zoveel mogelijk het lesmateriaal concentreren in één map • Werken met gekleurde bladzijden voor een beter overzicht

  19. Het persoonlijk lesmateriaal: de keuze van een handboek • Een alles-in-één-handboek • Invulmogelijkheid in het boek • Met korte lesonderdelen (maximum 2 bladzijden) • Respecteer de zapcultuur!

  20. Het persoonlijk lesmateriaal: taken en toetsen bijhouden Taken  taken moeten helpen leren  veel doe-activiteiten (kleven, plakken, kopiëren, collages maken)  alle taken zitten in één schutblad Bijlage 2

  21. Het persoonlijk lesmateriaal: taken en toetsen bijhouden Toetsen  overzichtsblad met datum en te leren leerstof of doelstelling  datum van de toets wordt 2x ingevuld  verbeter de toetsen snel  geef ze best de les erna al terug Bijlage 3

  22. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid REPRODUCTIEDIALOGEN Doelstellingen  Het fixeren van nuttige uitdrukkingen  Spreekdurf aankweken  Een echt gesprek voorbereiden Bijlage 4

  23. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid REPRODUCTIEDIALOGEN • Kenmerken van een basisdialoog • beantwoordt aan de realiteit (uit het leven gegrepen) • = REALITEITSPRINCIPE • slaat op de professionele of persoonlijke levenssfeer = MOTIVATIEPRINCIPE • De replieken zijn transfereerbaar naar andere situaties.

  24. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid REPRODUCTIEDIALOGEN • De doelpersonen • « Ik vind mezelf terug in de rol. » (realiteitsprincipe) • De doelsituatie • « Het gespreksonderwerp spreekt me aan. » • « Ik kan het gebruiken voor later. » (motivatieprincipe) • Het taalgebruik • De zinnen zijn eenvoudig. (minimumtaal) • Ze zijn bruikbaar in andere situaties. (transferprincipe)

  25. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid REPRODUCTIEDIALOGEN Stappen  Beluisteren van de dialoog  Algemene inhoudsvragen  De dialoog luidop lezen per twee  Fixeren van bepaalde uitdrukkingen « Comment dit-on? »  Cloze-oefening  Fiche A / Fiche B = reproductie met aanzet tot transfer via stimuli

  26. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid MINIDIALOGEN Doelstellingen  aanleren van functionele woordenschat  aanzet tot transfer. De geleerde uitdrukkingen zijn ook in andere situaties bruikbaar Bijlage 5

  27. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid MINIDIALOGEN Stappen  de ontbrekende woorden aanvullen  per twee de dialoog lezen  de onderstreepte zinsdelen vervangen door de nieuwe woordenschat  aan de hand van Nederlandstalige fiches de minidialoog laten spelen = TOETS

  28. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid TRANSFERDIALOGEN Doelstellingen  een aangeleerde dialoog onmiddellijk omzetten naar een nieuwe situatie  volledige transfer Bijlage 6

  29. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid TRANSFERDIALOGEN Stappen  Beluisteren van de dialoog  Algemene inhoudsvragen  De dialoog luidop lezen per twee  De dialoog aanpassen aan een nieuwe situatie  Eventueel eindigen met een rollenspel

  30. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid ROLLENSPELEN Doelstellingen  zelf onvoorbereid een gesprek voeren  nabootsen van de realiteit Bijlage 6

  31. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid ROLLENSPELEN Stappen  1ste fase: het gesprek per twee schriftelijk voorbereiden  later op het jaar: het gesprek onmiddellijk laten voeren  eventueel: het gesprek als taak laten neerschrijven (= het gesprek fixeren)

  32. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid SPINNEN Doelstellingen  zich op een gesprek voorbereiden  het ontdekken van nieuwe woordenschat aan de hand van • folders • reclameboodschappen • tweetalige authentieke documenten Bijlage 7

  33. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid SPINNEN Didactische aanpak: 1ste mogelijkheid  een volledige ingevulde spin geven  woordenschat laten vertalen  voor ieder element een typevraag laten aanbrengen  het interview (per twee)

  34. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid SPINNEN Didactische aanpak: 2de mogelijkheid  een ten dele ingevulde spin geven  woordenschat laten aanvullen  voor ieder element een typevraag laten aanbrengen  leerkracht brengt een gesprek op gang, leerlingen antwoorden met behulp van de ingevulde spin

  35. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid SPINNEN Didactische aanpak: 3de mogelijkheid  leerlingen brengen authentiek materiaal mee  bepalen zelf de elementen van de spin  de leerlingen geven « spreekbeurt »  leerkracht vult aan via vraagstelling

  36. Didactische werkvormen: spreekvaardigheid HET MENU Doelstelling  kunnen bestellen of bestellingen opnemen in een restaurant of in een café Didactische aanpak  eerste stap: luisteroefening  tweede stap: van luisteren naar spreken Bijlage 8

  37. Didactische werkvormen: luistervaardigheid • Moet transfereerbaar zijn naar de spreekvaardigheid • Werkvormen  Van globaal naar gedetailleerd begrijpen  Meerkeuzevragen  Roosters, waar bepaalde elementen moeten aangekruist worden  Getallen of bedragen laten invullen

  38. Didactische werkvormen: leesvaardigheid • Moet transfereerbaar zijn naar de spreekvaardigheid • Werkvormen  Van globaal naar gedetailleerd tekstbegrip  Meerkeuzevragen  Leesfiches Bijlage 9

  39. Didactische werkvormen: schrijfvaardigheid 1ste graad  Schrijven is geen einddoelstelling in BSO!  Vooral kopieeropdrachten 2de en 3de graad  Passe-partoutmodellen met een waaier aan invulmogelijkheden = inzichtelijk kopiëren Bijlage 10

  40. Didactische werkvormen: woordenschat en spraakkunst • Werkwoorden  Vormen die dagelijks gebruikt worden  Dril blijft belangrijk  Schema pas op het einde aanbrengen! • Woordenschat  Situationeel aanbrengen  Geen woordenlijsten! Bijlage 11 • Getallen •  Kunnen niet genoeg ingeoefend worden! Bijlage 12

  41. Didactische werkvormen: woordenschat en spraakkunst Pleidooi voor … INTEGRATIE VAN DE VIER VAARDIGHEDEN Bijlage 13

  42. De evaluatie: spreekvaardigheid • Gespreide evaluatie! • Basismodel  4 punten inhoud  2 punten spraakkunst  2 punten uitspraak  2 punten vlotheid en voorkomen

  43. De evaluatie: schrijfvaardigheid • Geen einddoelstelling in BSO • Uitzondering: kantoor en verkoop • Basismodel  4 punten inhoud  2 punten spelling / spraakkunst  2 punten vorm  2 punten stijl en formules

  44. Dyslectische leerlingen: definitie en kenmerken • Definitie  lees- en spellingsstoornis • Kenmerken  fouten bij het lezen en het schrijven

  45. Dyslectische leerlingen:hoe reageer je? • CLB contacteren • Geen druk op de leerling uitoefenen • Hulpmiddelen toestaan • Cd meegeven • Zorg voor foutloze (gedrukte) notities

  46. Dyslectische leerlingen:hoe reageer je? • Regel overlaten bij het schrijven • Met markeerstift verbeteren • Volledige woord laten schrijven bij correctie • Gebruik van een lat of bladwijzer • Verwittig hen de dag voordien wanneer ze zullen moeten luidop lezen

  47. ADHD-ers: drie factoren • Een moeilijk te controleren drang tot bewegen • Een grote distractibiliteit • Gebrekkige sociale vaardigheden

  48. ADHD-ers:hoe reageer je? • Stel zelf geen diagnose (arts!) • Ergernis bij: leerkracht, medeleerlingen en ADHD-er zelf • Zorg voor structuur • Bespreek probleemgedrag buiten de les, onder vier ogen • Wend de gedienstigheid in positieve zin aan

More Related