1 / 58

ACTIVE AGEING

ACTIVE AGEING. (vooral voor degenen, die aan onze zorg worden toevertrouwd). Dr. Tony Chang Ming Sing Chang Fysiotherapeut Docent/Wetenschapper Program Director Studierichting Fysiotherapie Faculteit der Medische Wetenschappen Anton de Kom Universiteit van Suriname.

myra
Download Presentation

ACTIVE AGEING

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. ACTIVE AGEING (vooral voor degenen, die aan onze zorg worden toevertrouwd) Dr. Tony Chang Ming Sing Chang Fysiotherapeut Docent/Wetenschapper Program Director Studierichting Fysiotherapie Faculteit der Medische Wetenschappen Anton de Kom Universiteit van Suriname

  2. over nut en noodzaak van bewegend ouder worden Ageing in motion Dr. Tony Chang Ming Sing Chang Fysiotherapeut Docent/Wetenschapper Program Director Studierichting Fysiotherapie Faculteit der Medische Wetenschappen Anton de Kom Universiteit van Suriname

  3. What is "active ageing"? • Active ageing is the process of optimizing opportunities for health, participation and security in order to enhance quality of life as people age. It applies to both individuals and population groups. • Active ageing allows people to realize their potential for physical, social, and mental well-being throughout the life course and to participate in society, while providing them with adequate protection, security and care when they need. WHO 2002

  4. wat is ‘oud’? wie is ‘oud’? wanneer begint ‘oud’?

  5. wanneer begint de veroudering? waarom moeten wij met pensioen? waarom met 60 jaar?

  6. veroudering het met de tijd optreden van ogenschijnlijk spontane, irreversibele veranderingen ‘aging’ of ‘ageing’ ‘senior’ of ‘seniorenburger’ ‘bejaarde’ of ‘oude van dagen’ ‘oudere’ of ‘oudje’

  7. wie zijn “de ouderen?” • dat is niet één groep • heel heterogeen • leeftijd is maar een deel van het verhaal • ‘age is just a number’

  8. wie zijn “de ouderen?”

  9. hoe zien wij “de ouderen?”

  10. doelengezondheidswerkers • voorkómenen verkorten van ziekenhuisopnames • verbeteren van de ‘kwaliteit van leven’

  11. wat is reactivering? Geheel van maatregelen om een patiënt die door ziekte, letsel of inactiviteit te maken heeft met functieverlies, de activiteiten van het dagelijks leven opnieuw aan te leren

  12. reactivering DOELEN REACTIVERING • Genezingsproces versnellen • Komen tot zelfverzorging • Preventie van : • Contractuur • Decubitus • Pneumonie • Vervroegde dementie

  13. reactivering Hoe doe je dat in de praktijk? • Passieve stimulering van omgeving • Actieve stimulering door omgeving • Facilitatie technieken • Houdingen en beweging

  14. contractuur dwangstand van een gewricht of van een lichaamsdeel door samentrekking van weefsel

  15. contractuur

  16. contractuur

  17. contractuur

  18. contractuurpreventie • actief oefenen door functionele bewegingen: opstaan, lopen, gaan zitten, zelf baden, zelf afdrogen, zelf aan- en uitkleden, haar kammen, eten en drinken, m.a.w. ADL zelf laten uitvoeren • actief oefenen door ledematen te buigen en te strekken • geholpen actief of passief oefenen • houdingen in bed en passief oefenen

  19. decubitus (doorligplek) • doorligplekken ontstaan door aanhoudende druk-, schuif- of wrijfkrachten of combinatie ervan waardoor er schade optreedt aan de huid en onderliggende weefsels • er ontstaan eerst rode plekken en/of blaren en worden later wonden

  20. decubitus (doorligplek)

  21. decubitus (doorligplek) Er is meer kans op het ontstaan van decubitus als de patiёnt: • minder mobiel is waardoor hij niet regelmatig van houdingkanveranderen (bedlegerig of rolstoelgebonden) • onvoldoendeeet of drinkt • stoornissen heeft aan de gevoelszintuigen • stoornissen heeft in de doorbloeding • een vochtige huid heeft (bijv. door incontinentie)

  22. decubituspreventie • actieve en functionele oefeningen • stimulering steeds andere houdingen aan te nemen • passief oefenen • regelmatige wisselliggingen • insmeren/inwrijven met huidprikkelende lotion • niet te lang nat laten liggen

  23. pneumonie (longontsteking) een infectie van de kleine luchtwegen (bronchiën) en de longblaasjes (alveoli) en het omringende weefsel

  24. pneumonie

  25. pneumoniepreventie • regelmatig diep in- en uit laten ademen • zuchten • hoesten • beide armen omhoog houden • actief oefenen • laten zitten • wisselliggingen

  26. dementie een verzamelnaam voor aandoeningen die gekenmerkt worden door combinaties van meervoudige stoornissen in verstandelijke vermogens (waaronder het geheugen), stemming en gedrag

  27. vervroegdedementie

  28. dementie • Dementie is meer dan alleen vergeetachtigheid. • Er ontstaan bij dementie problemen met: • het geheugen • het spreken en begrijpen • het herkennen van dingen, mensen en de omgeving • dingen doen

  29. symptomen dementie Symptomen van de eerste orde (symptomen die zich meestal als eerste bij alle vormen van dementie openbaren): • geheugenstoornissen • desoriëntatie in tijd, plaats en persoon • ten minste een van de volgende vijf aandoeningen: afasie, agnosie, apraxie of een stoornis in de executieve functies of de aandacht. Symptomen van de tweede orde (overige symptomen die zich kunnen voordoen): • persevereren (continue hetzelfde herhalen in praten of bewegen) • confabuleren (fantasieverhalen om de 'lege' plekken op te vullen) • verzamelzucht • achterdocht • decorumverlies (normvervaging) • stemmingsstoornissen • hallucinaties • denkstoornissen • gedragsstoornissen • persoonlijkheidsveranderingen • verwijzingen naar het verleden (nostalgisch gevoel opwekken)

  30. agnosie • Agnosie is het onvermogen om dingen (beelden, geluiden, geuren) te herkennen die via de zintuigen (ogen, oren, neus, mond, tast) waargenomen worden. De zintuigen zelf zijn nog intact en er is geen sprake van geheugenverlies. Agnosie is meestal beperkt tot één zintuig.

  31. apraxie problemen om complexe handelingen op een juiste manier uit te voeren (die geen gevolg is van een parese, sensibiliteitsstoornissen, ataxie of bewustzijnsstoornissen) Soms kan de patiënt een complexe handeling wel imiteren nadat hij deze gezien heeft, maar kan vervolgens deze niet op commando uitvoeren op een later tijdstip. Een andere mogelijkheid is dat de patiënt onbewuste handelingen wél kan uitvoeren, maar bewúst ingezette bewegingen niet.

  32. dementiepreventie • actieve en functionele oefeningen • ADL training stimuleren • actieve gesprekken laten voeren • sociaal contact met anderen • vragen stellen, waarbij over nagedacht moet worden • actieve gebeurtenissen bespreken (familie, nieuwsberichten, etc.)

  33. conclusie • GEFELICITEERD MET DIT SEMINAR echter …… • de focus moet niet alleen op de medisch-technische specialisatie zijn. Wij moeten ook de kwaliteit van onze service, vooral aan ouderen, verbeteren • ‘Active ageing’ stimuleren, vooral bij oudere patiёnten, die opgenomen worden (maar ook bij bewoners van tehuizen) • ouderen altijd met RESPECT behandelen • ouderen zijn ook mensen en hebben ook rechten • vergeet niet, dat wij allemaal eens ook tot die categorie van ouderen zullen gaan behoren

More Related