1 / 24

Dramatiek

Dramatiek. Algemene inleiding. Wat is theater?. Definitie (1) Schouwburg (2) Het toneelspelen (3) Aanstellerij “Het spelen van een voorstelling” Dramatiek als kunstvorm. Verschillende vormen. Ballet Cabaret Komedie Mime Moderne dans Musical Opera Toneel Tragedie Zang ….

monte
Download Presentation

Dramatiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Dramatiek Algemene inleiding

  2. Wat is theater? • Definitie • (1) Schouwburg • (2) Het toneelspelen • (3) Aanstellerij • “Het spelen van een voorstelling” • Dramatiek als kunstvorm

  3. Verschillende vormen • Ballet • Cabaret • Komedie • Mime • Moderne dans • Musical • Opera • Toneel • Tragedie • Zang • …

  4. Theater vs. andere literatuurvormen (1) • Driehoek van Petersen

  5. Theater vs. andere literatuurvormen (2) • Een dramatekst wordt niet in de eerste plaats geschreven om gelezen te worden, tekst is geen eindproduct MAAR • Dramatekst dient om te worden opgevoerd. • Voor de toeschouwer het geheel kan beleven en interpreteren, doen een hele rij actoren dat eerst. • Het is hun interpretatie die je bekijkt. • Theater is vaak heel vluchtig, omdat je maar één opvoering ziet en je achteraf geen ‘tastbare’ herinnering hebt.

  6. Waarom is er theater? • Wat is het nut van theater? • Vergelijk de volgende uitspraken over het toneel. Tot welke van de onderstaande categorieën zou je de vier uitspraken kunnen rekenen? • (a) Het theater moet de toeschouwer een kritische houding bijbrengen t.a.v. de maatschappij waarin hij leeft. • (b) Het theater moet de werkelijkheid laten zien zoals ze is. • (c) Het theater moet de verdrukte energie van de mens losmaken en hem bevrijden van maatschappelijke taboes.

  7. “Het theater is de plaats van onthulling, het is een activiteit die te situeren is op de uiterste grensgebieden van het leven, daar waar waanzin, koorts, hysterie, delirium, hallucinatie, het laatste bolwerk van het leven vormen.” (Uit: TadeuszKantor, Het circus van de dood, 1991)

  8. “Wees ook niet tam, maar laat u leiden door uw eigen oordeel. Stem het gebaar af op het woord en het woord op het gebaar, waarbij u er speciaal op moet letten, nooit de grenzen der natuurlijkheid te overschrijden. Want alle overdrijving gaat tegen het wezen van de toneelkunst in, waarvan het doel van de aanvang tot nu was en is, de natuur als het ware een spiegel voor te houden.” (Uit: William Shakespeare, Hamlet, 1602)

  9. “Het theater kan slechts opnieuw zichzelf worden, dat wil zeggen een middel om waarlijke illusies tot stand te brengen, door de toeschouwer de waarachtige neerslag van dromen te verschaffen waarbij zijn neiging tot misdaad, zijn erotische obsessies, zijn woestheid, zijn spookbeelden, en zijn utopisch gevoel voor het leven en de dingen, zelfs zijn kannibalisme losbarsten, niet op een verondersteld en illusoir niveau, maar innerlijk.” (Uit: Antonin Artaud, Het theater van de wreedheid, 1938)

  10. “Hiermee is bereikt dat de toeschouwer in het theater een nieuwe houding krijgt. Hij wordt ook in het theater ontvangen als de grote veranderaar die kan ingrijpen in de natuurlijke en maatschappelijke processen, iemand die de wereld niet meer alleen maar accepteert zoals hij is, maar haar de baas wordt. Het theater probeert hem niet dronken te maken, hem van illusies te voorzien, hem de wereld te doen vergeten, hem zijn lot te verzoenen. Het theater stelt hem voortaan de wereld voor ogen om in te grijpen.” (Uit: Bertolt Brecht, Over de nieuwe acteertechniek, 1941)

  11. Wie is theater? • De theatermakers • Het publiek • De overheid

  12. De theatermakers (1) • Stel een schema op van het productieproces van een toneelvoorstelling

  13. De theatermakers (2) • Schema van het productieproces van een toneelvoorstelling • (Zie bordschema: E. Van Aerschot & H. Meert (2003). Theater, handboek voor toneelmakers en toeschouwers. Garant.)

  14. De theatermakers (3) • Theatergezelschap • Acteurs • Regisseur • Dramaturg • Scenograaf

  15. Het publiek • Theater doet beroep op de fantasie van mensen, op het verbeeldingsvermogen van toeschouwers. • Theater is polyinterpretabel

  16. De overheid • De overheid speelt een grote rol, omdat overheden subsidies verschaffen aan gezelschappen. Zonder die subsidies zouden vele theatergezelschappen niet overleven. • Omwille van subsidies ontstaan regelmatig discussies • Naar welke gezelschappen mogen subsidies gaan? • Is theater niet te ‘elitair’ om zoveel subsidies te krijgen? • …

  17. Hoe kunnen we theater begrijpen? • Kies een fragment uit het handboek en voer het op naar eigen interpretatie. • Als je voldoende tijd en middelen had, wat zou dan anders zijn geweest aan je opvoering? • HB p. 305: Groenten uit Balen (Walter van den Broeck) • HB p. 310: Mijn Blackie (Arne Sierens) • HB p. 128: Wat kost het ijzer (Bertolt Brecht) • HB p. 171: Wachten op Godot (Samuel Beckett) • HB p. 100: Het gezin Van Paemel (CyrielBuysse) • HB p. 168: De les (Eugène Ionesco) • HB p. 176: Mister Buffo (Dario Flo)

  18. Bespreking • Waren de opvoeringen • Gelijkend/Verschillend • Verstaanbaar • Absurd/Logisch • Goed gebracht • … ?

  19. Toneeltekst interpreteren (1) • Wat heb je in het algemeen nodig om een toneelstuk of toneeltekst te begrijpen? • Achtergrond/context van het gezelschap • Achtergrond/context van de auteur • Achtergrond/context van het stuk zelf • Cultuur • Tijdsgeest • Politieke situatie • Religieuze insteek • Economische situatie • …

  20. Toneeltekst interpreteren (2) • Achtergrond van de kunstvorm • Stijl • Traditie • … • Genre of stijl van het stuk zelf • Komisch • Satirisch • Tragisch • …

  21. Tekentaal (1) • Tekentaal is een hulpmiddel voor het begrijpen en interpreteren van een theateropvoering. • Probeer een lijst te maken met de mogelijke ‘tekens’ of elementen die theatermakers gebruiken om een betekenis over te brengen.

  22. Tekentaal (2)

  23. Tekentaal (3) • Niet ieder stuk maakt gebruik van alle tekens en ook niet alle tekens zijn telkens belangrijk of significant. • Wanneer jullie een stuk bespreken, bespreek je enkel wat opvalt of interessant kan zijn voor de interpretatie van het stuk.

  24. Achtergrond • HB p. 347-354: “Hoe dramatische teksten te analyseren”

More Related