COMPETENTIE 4 VEILIG EN FUNCTIONEEL GEGEVENS RAADPLEGEN EN UITWISSELEN

1. COMPETENTIE 4VEILIG EN FUNCTIONEEL GEGEVENS RAADPLEGEN EN UITWISSELEN Een aantal tips om aan de slag te gaan…

2. Deelcompetentie 5 Online samenwerken aan bestanden • Een aantal mogelijkheden kennen om samen aan een bestand te werken. • Een bestand online delen voor samenwerking. • Wijzigingen aangebracht door verschillende gebruikers bijhouden en aanvaarden. Opmerkingen toevoegen aan een gemeenschappelijk bestand. • Gebruikers aanmaken met verschillende profielen (beheerder, standaard) en rechten. • Een bestand omzetten naar een pdf-formaat.

3. Deelcompetentie 5 Online samenwerken aan bestanden.

4. Deelcompetentie 5 Online samenwerken aan bestanden Een aantal mogelijkheden kennen om samen aan een bestand te werken. Een bestand online delen voor samenwerking. Wijzigingen aangebracht door verschillende gebruikers bijhouden en aanvaarden. Opmerkingen toevoegen aan een gemeenschappelijk bestand. Gebruikers aanmaken met verschillende profielen (beheerder, standaard) en rechten. Een bestand omzetten naar een pdf-formaat.

5. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk • Het belang van het verbinden van computers in een netwerk toelichten. • De verschillende componenten van een thuisnetwerk omschrijven en hun functie toelichten waaronder modem, router, switch, bekabeling, netwerkkaart, draadloze verbinding. • Een aantal netwerkdiensten kort toelichten waaronder centraal gebruikersbeheer, printserver, fileserver, webserver, mailserver, DNS, DHCP. • Weten wat een ip-adres is. Een toegewezen ip-adres opvragen.

6. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk • De functie en het doel van veelgebruikte protocollen toelichten waaronder http, https. • Eenvoudige controles op de werking van het netwerk uitvoeren waaronder ping. • Bronnen via een netwerk delen en gebruiken bijvoorbeeld mappen, printers. • Een netwerkverbinding maken naar een gedeelde map. • De gevolgen van het op een netwerk ter beschikking stellen van gegevens toelichten en hiermee rekening houden waaronder toegangs- en gebruikersrechten.

7. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk

8. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk

9. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Slimste mens van West-Vlaanderen:Wat weet je over de volgende figuur? • Antwoorden: • Facebook • Sociale Netwerksite • Mark Zuckerberg (oprichter) • Verfilmd (“Social Network”) • Ontstaan op de universiteit van Harvard

10. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Tik eens in je browser het volgende in: • 69.63.190.22 of • 66.220.153.15 • Wat verkrijg je? • Wat heb je ingetikt? • Uitleg: • Elke computer die via de netwerkkaart verbonden is met het Internet heeft een IP-adres • Facebook beschikt over meerdere computers (servers) op het Internet, waarvan de 2 bovenstaande IP-adressen een voorbeeld zijn

11. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Uitleg (vervolg) • De servers die verbonden zijn met het Internet hebben een vast IP-adres. • Indien je wenst te surfen op het Internet heeft ook jou computer een IP-adres nodig. • Je kunt je IP-adres bekijken via het commando ipconfig • Welk IP-adres heeft jou computer gekregen? • Je computer zal waarschijnlijk een IP-adres hebben gekregen via een DHCP-server.

12. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Hoe heeft jou computer een IP-adres gekregen? (bekijk dit via het commando ipconfig /all) • Indien je communiceert met het Internet (e-mail, chatten, …) wordt je eigen IP-adres meegestuurd. Zo kan altijd achterhaald worden van welke pc iets werd verstuurd (actualiteit: Stijn Stijnen) • Extra: • Een Ip-adres bestaat eigenlijk uit een netwerknummer en een computernummer. • Je kunt dit vergelijken met een telefoonnummer dat bestaat uit een zonenummer en een abonneenummer

13. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Extra (vervolg) • Computers binnen hetzelfde netwerk kunnen maar communiceren met elkaar indien ze beschikken over hetzelfde netwerknummer en een verschillend computernummer • Om het netwerknummer te achterhalen uit een IP-adres heb je het subnetmasker nodig. Het getal boven de “0” van het subnetmasker geeft altijd het computernummer weer:

14. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Indien 2 computers verschillende netwerknummers hebben, kunnen ze maar met elkaar communiceren via een router. • Thuis heb je bijvoorbeeld een router nodig om je thuisnetwerk te verbinden met het Internet. • Computers met hetzelfde netwerknummer worden via UTP-bekabeling met elkaar verbonden via hubs of switches. Je kunt uiteraard ook draadloos werken.

15. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • http://www.explania.com/nl/animaties/detail/wat-is-een-ip-adres • http://www.explania.com/nl/animaties/detail/hoe-configureer-je-netwerkapparaten-via-dhcp • http://www.explania.com/nl/animaties/detail/hoe-configureer-je-netwerkapparaten-manueel

16. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • De server waarop de website van facebook staat noemen we een webserver. • Webservers werken met het protocol http • Dit kun je ook zien aan de URL in de adresbalk: http://www.facebook.com/ • Misschien heb je ook al het protocol https gezien in de adresbalk. Wanneer wordt dit protocol gebruikt?

17. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Wat is het IP-adres dat je zonet hebt ingetikt om op de website van facebook te komen? Wie kent nog het IP-adres uit het hoofd? • Het is dus veel eenvoudiger om namen te onthouden i.p.v. IP-adressen. • Die namen worden bewaard door DNS-servers. • Indien je een naam intikt (bijvoorbeeld: www.facebook.com) geeft de DNS-server jou het IP-adres (bijvoorbeeld 69.63.190.22),

18. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Indien je meerdere computers hebt (met hetzelfde netwerknummer) die verbonden zijn (draadloos of via hub/switch) kun je ook via het netwerk bestanden uitwisselen. • Vooraleer je bestanden uitwisselt kun je beter eerst controleren ofdat een verbinding via het netwerk mogelijk is via TCP/IP. • Deze controle zullen we doen via een ping-opdracht.

19. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Labo (lln zitten aan pc): • Leerkracht projecteert het IP-adres van de leerkracht-pc. • Lln controleren via ping-opdracht indien ze een verbinding hebben met de leerkracht-pc (eventueel de firewall op de leerkracht-pc uitschakelen) • Leerkracht deelt een map c:\data en plaatst er een word document in (via demonstratie). Leerkracht wijzigt niets aan de machtigingen (standaard werd de map dan gedeeld met alleen-lezen machtigingen). • Leerlingen maken een netwerkverbinding naar de gedeelde map (op de leerkracht-pc).

20. Deelcompetentie 3Voorbeeld van uitwerking • Labo (vervolg): • Leerlingen proberen iets in de map te bewaren of wijzigingen in het bestand te bewaren. • Leerkracht demonstreert hoe de machtigingen kunnen gewijzigd worden (wijzigen is voldoende). • De leerlingen proberen nu opnieuw met dezelfde netwerkverbinding iets in de map te plaatsen. • De leerkracht-pc is nu een file-server

21. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk • Het belang van het verbinden van computers in een netwerk toelichten. • De verschillende componenten van een thuisnetwerk omschrijven en hun functie toelichten waaronder modem, router, switch, bekabeling, netwerkkaart, draadloze verbinding. • Een aantal netwerkdiensten kort toelichten waaronder centraal gebruikersbeheer, printserver, fileserver, webserver, mailserver, DNS, DHCP. • Weten wat een ip-adres is. Een toegewezen ip-adres opvragen.

22. Deelcompetentie 3Gegevens delen via een netwerk • De functie en het doel van veelgebruikte protocollen toelichten waaronder http,https. • Eenvoudige controles op de werking van het netwerk uitvoeren waaronder ping. • Bronnen via een netwerk delen en gebruiken bijvoorbeeld mappen, printers. • Een netwerkverbinding maken naar een gedeelde map. • De gevolgen van het op een netwerk ter beschikking stellen van gegevens toelichten en hiermee rekening houden waaronder toegangs- en gebruikersrechten.

23. Deelcompetentie 4De risico’s van een netwerk verbonden met internet toelichten. Een netwerk beveiligen • De gevaren van het verbinden van een thuisnetwerk met Internet toelichten waaronder malafide bestanden en software. • De verschillende maatregelen om een thuisnetwerk te beveiligen toelichten en instellen waaronder beschermingssoftware bijvoorbeeld firewall, antivirusprogramma’s, antispywareprogramma’s