E N D
1. Nierschade Darwin Jerez Nova, huisartsconsulent Saltro
Annette Kooijman-Buiting, klinisch chemicus Saltro
2. Programma Casuïstiek
Feedbackcijfers
Landelijke transmurale afspraak chronische nierschade (LTA)
Achtergrond informatie over chronische nierschade
Leerpunten
3. Laboratoriumdiagnostiek
4. Casus 1 40-percussionist
Hij had 4 achtereenvolgende avonden intensief gemusiceerd met de blote handen.
De dag na de laatste sessie bemerkte hij bruinrode urine en kreeg hij continue flankpijn beiderzijds, met uitstraling naar de buik.
Bij LO geen koorts. Buik is niet geprikkeld. Slagpijn bdz. Urine; ery’s; ++ eiwit:+
Wat is uw beleid?
5. Casus 1 4 dagen later meldde hij zichopnieuw bij de HA ivm controle.
Bij LO geen koorts. Buik is niet geprikkeld. Geen slagpijn.
Urine: ery’s:- eiwit: 1+
6. Casus 1 (diagnose) Inspanningsgebonden afwijkingenvan de urine
7. Inspanningsgebonden afwijkingen van de urine Proteïnurie of hematurie na forse lichamelijke inspanning
Benigne verloop
Afwijkingen behoren te verdwijnen na 24-72 h rust
Wanneer de afwijkingen in de urine niet spontaan verdwijnen met rust, moet nader onderzoek verricht worden.
8. Fout-positieve microalbuminurie? Vals-positieve uitslagen bij:
Koorts
Lichaamshouding
Menstruatie, UWI, sexuele activiteit, hypertensie, zwangerschap, eiwitinname
HbA1c > 10
Hartfalen
9. Microalbuminurie? Verhoogde waarden altijd tweemaal verifiëren
10. Pathologische Proteïnurie Nieraandoening
Diabetes
Hypertensie
11. Inspanningsgebonden pigmenturie Myoglobinurie
Hemoglobinurie
Proteïnurie en erytrocyturie
Geïsoleerde erytrocyturie
12. Hematurie Lokalisatie?- Nier- Blaas Trauma?
- Traumatische
- Niet-traumatische
13. Diagnostiek hematurie
14. Hematurie: beleid? Advies Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU)
- Aanvullend onderzoek te verrichten bij alle vormen van hematurie Advies NHG standaard
- Bij oudere mannen met plasklachten en microscopische hematurie geen aanvullende analyse verrichten
15. Casus 2 62-jarige Hindoestaanse vrouw, Mw. M
L: 1,60 G: 80 kg
RR: 155/95
Glu: 6,5 mmol/l, HbA1C 6,2%
Creat: 85 umol/l MDRD: 62 ml/min
Chol: 4,5 mmol/l; LDL: 2,8 mmol/l; HDL: 1,1 mmol/l
Medicijnen
Metformine 3dd 1000 mg; Simvastatine 1dd 40 mg
Glimepiride 1dd 2mg
Wat is uw beleid?
16. Klaring (1)
17. Klaring (2)
18. Is er sprake van een afwijkende GFR? Gespierde patiënt?
Invloed medicatie (zoals cimetidine, trimetoprim en co-trimoxazol)?
Bovengemiddelde vleesconsumptie?
Leeftijd, gewicht en ras van de patïent?
19. Casus 2 Wat wilt u nog meer weten?
20. Diagnostiek naar eiwit in de urine Teststrook
Albumineconcentratie in de urine (in mg/l)
Albumine/creatinine-ratio
21. Casus 2 Albumine/creatinine-ratio:
3,5 g albumine/mol creat.
22. Is er sprake van persisterende albuminurie? Verhoogde waarden altijd tweemaal verifiëren
23. Proteïnurie Aanwezigheid van eiwit in de urine
Soorten proteïnurie:
Microalbuminurie; albumine-uitscheiding van 30-300 mg/dag
Macroalbuminurie; albumine-uitscheiding van > 300 mg/dag.
24. Casus 2 (diagnose) Chronische nierinsufficiëntie obv diabetische nefropathie/nefrosclerose.
Beleid?
25. Definitie chronische nierinsufficiëntie Nierschade
(micro)albuminurie of specifieke sedimentafwijkingen) en/of
gestoorde nierfunctie (klaring < 60 ml/min) die langer dan 3 maanden bestaat.
26. Classificatie en prevalentie van chronische nierinsufficiëntie
27. Nierziekte als risicofactor voor hart- en vaatziekten
28. Oorzaken nierfunctievervangende therapie
29. Beleid
30. Landelijke Transmulrale Afspraak Chronische nierschade
31. Diagnostiek bij een bij oriënterend onderzoek gevonden persisterende micro-albuminurie GFR of albumine/creatinine-ratio (indien nog niet gedaan)
Echografie (bij aanwijzingen voor een post-renale obstructie en cystenieren)
Urinesediment
32. Urinesediment (cellen) Vers monster
Binnen 30 min - 2 uur na verzamelen beoordelen
Urinemonster stabiliseren (Stabilur)
Houdbaarheid (ongekoeld): 48-72 uur
Dysmorfe ery’s en cilinders
33. Pathologische cilinder
34. Vervolg casus 2 U besluit dat uw praktijkondersteuner het
grootste deel van de vervogcontrole en
begeleiding van Mw. M overneemt.
Welke niet medicamenteuze adviezen geeft uw praktijkondersteuner?
Wat is uw beleid met betrekking tot medicatie en controles?
36. Anamnese Fout positief?
Is de patiënt bekend met een nierprobleem?
Zijn nierziekten in de familie bekend?
Gebruikt de patiënt nefrotoxische medicatie?
Is de bloeddruk verhoogd?
Is CVR bekend?
37. CNI: beloop
38. Begeleiding van patiënten in de eerstelijn Adviezen
Jaarlijks
GFR, glucose, bloeddruk en albumineconcentratie of albumine/creatinine-ratio in de urine
Nefroloog consulteren bij daling van de nierfunctie (>3 ml/jr) of persisterende toename van de micro-albuminurie
39. Adviezen van de huisarts
40. Vervolg casus 2 6 mnd later bij reguliere controle:
RR; 135/85 mm Hg
Creatinine: 90 umol/l (62-106 umol/l)
MDRD: 58 (> 60 ml/min)
HbA1C 6,3% (< 7%)
Albumine in urine 50 mg/l (< 30 mg/dag)
Med: metformine, glimepiride, enalapril,hydrochloorthiazide en simvastatine.
Welke controles zijn noodzakelijk bij een verminderde nierfunctie en hoe vaak?
42. Laboratoriumdiagnostiek
43. Vervolg casus 2 Drie jaar later bij controle
RR: 135/80 mmHg
Creatinine: 125 umol/l (62-106 umol/l)
MDRD: 40 ml/min/1.73 m2 (> 60 ml/min)
Hb:7,8,3 mmol/l (8,0-10,2 mmol/l)
Kalium: 5,2 mmol/l (3,5-5,0 mmol/l)
Calcium: 1,98 mmol/l (2,10-2,55 mmol/l)
Fosfaat: 1,75 mmol/l (0,75-1,40 mmol/l)
Albuminurie: 199 mg/dag (< 30 mg/dag)
Serumalbumine: 38 g/l (35-55 g/l)
PTH: 8,2 pmol/l (0,66-3,08 pmol/l)
44. Calcium-fosfaat huishouding
45. Consultatie van een nefroloog Patiënten < 65 jaar en GFR 45-60 ml/min/1,73m2
Patiënten > 65 jaar en GFR 30-45 ml/min/1,73m2
46. Verwijzing naar de tweede lijn Patiënten met macro-albuminurie (proteïnurie)
Patiënten > 65 jaar met een GFR < 30 ml/min/1,73m2
Patiënten < 65 jaar met een GFR < 45 ml/min/1,73m2.
Patiënten met vermoeden van een onderliggende nierziekte
47. Leerpunten Chronische nierschade gaat gepaard met een verminderde glomerulaire filtratiesnelheid (GFR) en/of persisterende albuminurie
Na forse lichamelijke inspanning kunnen diverse afwijkingen gevonden worden in de urine
De LTA chronische nierschade geeft aan bij:
welke patiënten goed door de huisarts begeleid kunnen worden en
welke patiënten verwijzing naar de tweede lijn aangewezen is.