1 / 34

Manufacturing Consent: Changes in Labor Process under Monopoly Capitalism Michael Burawoy

Manufacturing Consent: Changes in Labor Process under Monopoly Capitalism Michael Burawoy. Jana De Zutter 2Ba Sociologie. Michael Burawoy. Participerende observatie Globalisering: standpunt arbeiders Kapitalisme in Rusland Theoretisch ondersteunde methodes Marxisme. Manufacturing Consent.

maya
Download Presentation

Manufacturing Consent: Changes in Labor Process under Monopoly Capitalism Michael Burawoy

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Manufacturing Consent:Changes in Labor Process under Monopoly CapitalismMichael Burawoy Jana De Zutter 2Ba Sociologie

  2. Michael Burawoy • Participerende observatie • Globalisering: standpunt arbeiders • Kapitalisme in Rusland • Theoretisch ondersteunde methodes • Marxisme

  3. Manufacturing Consent • Vergelijking tussen • Studie van D. Roy uit 1945 • Studie van M. Burawoy uit 1975 • Participerende observatie • Kwalitatieve beschrijving van het leven in een machinewerkplaats

  4. Structuur • Management • Arbeiders • Voormannen / ploegbazen • Gewone arbeiders / machinearbeiders • Hulparbeiders • Inspecteurs • Chauffeurs • Planners

  5. 1945  1975 • Verschuiving van het conflict • Management vs. arbeiders  Arbeiders vs. arbeiders • Resultaat van twee verschuivingen • Vermindering autoriteit ploegbaas/voorman • Vermeerdering autoriteit ‘hulparbeiders’

  6. Vermindering autoriteit management • Verdeling van meer ploegbaasfuncties over gespecialiseerd personeel (planners) • Technische veranderingen  arbeiders handhaven nieuwe autoriteiten; nieuwe evenwichten

  7. Hulparbeiders • Geen stimulans om machinearbeiders te helpen om productieniveau op peil te houden • Doelstellingen stemmen niet overeen met doelstellingen van machinearbeiders • Vermindering aantal hulparbeiders  overwerkt / overbelast

  8. Making Out – a game workers play • Productieniveau hoog • ‘spel’ • Doel: individueel bepaald • Sociale relaties • Extern opgelegde relaties • Manipuleren van relaties • Verveling tegen gaan

  9. Relatie arbeider - hulparbeider • Arbeiders krijgen taak • Op zoek naar blauwdrukken • Kans op vertraging: geen medewerking van persoon die blauwdrukken beheert • Vertrouwen winnen

  10. Relatie arbeider - hulparbeider • Ook vertrouwen winnen van chauffeurs • Verantwoordelijk voor overbrengen van voorraden • Chauffeurs werken niet altijd even goed mee  frustratie onder arbeiders • Voormannen inschakelen? • Zelf taak van chauffeur uitvoeren?

  11. Situatie in 1945 • Iedereen kent iedereen • Chauffeurs leverden vóór er om werd gevraagd • Indien moest worden gewacht • ‘Making out’ • Anderen helpen

  12. Relatie arbeider - hulparbeider • Eerste afgewerkt stuk: controle door inspecteur – label ‘OK’ • Conflict inspecteur – arbeider: kwaliteit – kwantiteit • Inspecteur verantwoordelijk

  13. Relatie arbeider - hulparbeider • Inspecteur afhankelijk van arbeider: er moet kwalitatief werk worden geleverd • Mogelijk conflict: arbeider ‘fraudeert’ met OK-label • Bemiddeling voorman

  14. ‘Making out’ of niet? • Ok-label  ‘Making out’ of niet? • Makkelijke taak: • hard werken • eventueel reserves aanleggen (meer dan 140% produceren) • eventueel frauderen met prikklok • Moeilijke taak: rustig werken

  15. Belangrijke verandering in 30 jaar • Oudere werknemers benadrukken verbeteringen: machines en gereedschap • Roy: 2 soorten opdrachten: • ‘gravy’ (losse cijfers) • ‘stinkers’ (strakke cijfers) • Burawoy: 1 soort opdracht: • ‘gravy’

  16. Rol van de voorman • Bemiddelaar tussen arbeiders en hulparbeiders bij conflicten • Nemen de arbeiders in bescherming bij kritiek van bovenaf • Zorgen er voor dat de productiecijfers niet te hoog worden

  17. Relatie voorman - arbeiders • De voorman is tot op zekere hoogte afhankelijk van de arbeider voor de verwerking van belangrijke opdrachten • Gevolg: uitwisselingsrelatie tussen voorman en arbeider (voor wat, hoort wat)

  18. Relatie voorman - arbeiders • Double Red Card: een kaart die de verloren tijd van arbeiders wegwerkt zonder de schuld aan de arbeider te geven en dat aan een cijfer van 120%

  19. Relatie voorman - arbeiders • Voormannen kozen vaak de kant van de arbeiders als de cijfers strak waren en ’making out ’ niet mogelijk was. • Toch waren arbeiders argwanend t.o.v. voormannen. • Doorslaggevend voor de populariteit van voormannen was de aard van hun relatie met de planners.

  20. Relatie voorman - arbeiders • 1945: voormannen konden niet goed overweg met de gemakzucht van de arbeiders wanneer geen ‘making out’ mogelijk was. • 1975: voormannen aanvaardden dit gedrag

  21. Relatie voorman - arbeiders • Verenigde arbeiders (vakbondsleden) waren minder vijandig t.o.v. voormannen. • Ze toonden ook een grotere onafhankelijkheid t.o.v. voormannen

  22. De organisatie van de werkvloer • De verschillende relaties tussen de werknemers zijn te manipuleren in functie van het ‘making out’ • Sociale relaties tussen arbeiders onderling ook belangrijk • Alle gesprekken gaan over ‘making out’ • Deze vaststelling is tussen 1945 en 1975 niet veranderd

  23. Werkvloercultuur = ‘making out’ • Op de werkvloer draait alles rond ‘making out’ • Arbeiders die hieraan niet meedoen hebben geen enkele status • Enkel d.m.v. ‘making out’ kunnen sociale contacten worden gelegd

  24. De verspreiding van het conflict • De organisatie van de fabriek zelf zorgt ervoor dat ‘making out’ mogelijk is • ‘Making out’ =basis van werkvloercultuur • Maar ‘making out’ zorgt ook voor verschillende conflictpatronen

  25. Uitwerking conflictpatronen • Stukloon zorgt enerzijds voor een zekere vrijheid van de arbeider, anderzijds voor competitie. • ‘Making out’ zorgt soms voor conflicten tussen arbeiders en hulparbeiders. • Arbeiders doen taken van hulparbeiders dan soms zelf. • Management toleert dit niet en legt strikte regels op  tevergeefs, want er heerst nog steeds chaos

  26. Uitwerking conflictpatronen • Het hoger management erkent het belang van hulparbeiders niet en vermindert hun aantal • Vb.: minder inspecteurs om evenveel stukken te controleren  wrevel tussen arbeiders en inspecteurs (hulparbeiders) • M.a.w. conflicten tussen arbeiders en management worden conflicten tussen arbeiders en (hulp)arbeiders onderling

  27. Uitwerking conflictpatronen • Logica: conflicten met management  grotere samenhorigheid onder de arbeiders • Realiteit anders: conflicten met management  wrevel binnen arbeidersgroep •  verschuiving van hiërarchische overheersing naar kleinere conflicten

  28. Burawoys verklaringen: • Naoorlogse omstandigheden  meer hulparbeiders beschikbaar • 1975: arbeiders gunstiger gestemd t.o.v. management • 1975: fabriek: deel van een grote corporatie  beter bestand tegen tegenslagen  arbeiders beter behandelen • Vorming van vakbonden was in 1945 nog niet zo voltooid als in 1975 + herinnering aan de slechte tijden van vóór WO II

  29. Wat stelt Burawoy dus vast? • De theorie van intensivering van de arbeid en toename van leidinggevende controle door scheiding van ontwerp en uitvoer, wordt door deze veraderingen niet ondersteund • Wel: uitbreiding zelforganisatie van arbeiders

  30. Het arbeidsproces als een spelletje • Sociologen spreken zichzelf tegen: • Enerzijds erkenning van het feit dat ‘making out’ psychologische en sociale voldoening schenkt • Anderzijds ondermijnt het spel volgens hen de eensgezindheid en dus ook het management • Volgens hen creëren arbeiders dus autonoom een cultuur die zich tegen het management richt • Empirisch bewijs voor deze stellingen is erg zwak, wegens ontbreken van een theoretisch kader

  31. Relevantie van ‘making out’ • Relevantie van een spelelement in het arbeidsproces gaat verder dan alleen maar ‘making out’ • Zolang er een spelelement is, berusten arbeiders in hun ondergeschiktheid • M.a.w. niet het geldgewin is de drijfveer, maar wel de strijd tegen verveling, vermoeidheid, … of gewoon het plezier van het spel

  32. Conclusies: • Creatie van een vorm van spel in het arbeidsproces draagt bij tot het verbergen en veiligstellen van surplusarbeid • De aanwezigheid van een spel maakt dat we regels aanvaarden  de aanwezigheid van kapitalisme maakt dat we haar opgelegde (beperkte) keuzes aanvaarden

  33. Conclusies: • Kapitalisme beheerst ons leven als een spel  alternatieven worden afgeschreven als utopie • Scheiding van ontwerp en uitvoering loopt gelijk met uitbreiding van keuzes binnen steeds smallere grenzen  die laatste tendens zorgt voor aanvaarding en degradatie van het werk  minder conflicten

  34. Conclusies: • Betere machines, soepeler cijfers, de mogelijkheid tot frauderen, … zorgen ervoor dat ‘making out’ mogelijk is.

More Related