1 / 52

Plaagdieren

Plaagdieren. Hoofdluis, vlo, schaamluis, etc. hoofdluis.

makani
Download Presentation

Plaagdieren

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Plaagdieren Hoofdluis, vlo, schaamluis, etc.

  2. hoofdluis • Hoofdluis is heel besmettelijk omdat hoofdluis gemakkelijk kan overlopen naar een ander hoofd als je met de hoofden tegen elkaar komt.Ook kan een luis via jassen, kragen, kammen, sjaal of hoofdkussen naar een ander hoofd overstappen.Hoofdluizen kunnen niet vliegen, springen of zwemmen.

  3. hoofdluis

  4. Neten op haar

  5. Hygiëne • Het oplopen van hoofdluis heeft niets te maken met hygiëne, zelfs de schoonste hoofden worden besmet met hoofdluis. • Vooral kinderen worden veelal besmet omdat die (op scholen) veel meer lichamelijk contact hebben met elkaar dan volwassenen.Jassen hangen op school vaak dicht tegen elkaar dit werkt ook nog eens extra mee met het verspreidingsgevaar. • Hoofdluis veroorzaakt soms jeuk, maar meestal merk je er niets van.De neten en luizen zitten meestal op warme donkere vochtige plekken op de hoofdhuid.(achter de oren en in de nek) • Hoofdluis kunt u makkelijk aantonen door het haar van uw kind met een luizenkam te kammen boven een witte wasbak of een stuk wit papier.Tegen deze witte achtergrond steken de luizen roodbruin tot grijs af.

  6. Wering & Bestrijding • Onderzoek de mensen in de omgeving op hoofdluis en vermijd het gezamenlijk gebruik van kleding en kammen. • Daarna • Nat kammen (bij voorkeur met 50 % azijn in het water) met de metalen netenkam om de luizen en neten uit het haar te kammen. • De eitjes van de luis (neten) zitten echter vast met een lijmbandje aan het haar, waardoor deze, ook met een netenkam, lastig te verwijderen zijn. Niet verwijderde neten vormen een bron van herbesmetting, het is dus belangrijk deze goed te verwijderen.

  7. tips •  Behandel alle met luizen geïnfecteerde personen tegelijk. •  Neten gaan door de behandeling met de shampoo of lotion dood, maar blijven  wel aan de haren kleven. • Wanneer je na de behandeling nog neten vindt, duidt ditniet persé op een nieuwe infectie. • Was al het beddengoed en kleding van de besmette personen op minstens 60°C. • Stop kleding die niet (op deze temperatuur) kunt gewassen kan worden in plastic zakken en laat ze twee weken afgesloten staan. • Luizen kunnen zonder gastheer maximaal 24 uur in leven blijven. • Ook afgevallen neten zullen door gebrek aan warmte niet altijd uitkomen of door gebrek aan een eerste maaltijd niet overleven.

  8. Er zijn lotions en shampoos verkrijgbaar en volg de gebruiksaanwijzingen zoals weergegeven op deze middelen. Behandel de besmette hoofden iedere dag met de luizen- en netenkam en gebruik naast de lotions ook een luizenshampoo >> neten- of Niskakammen daarna

  9. luizenlevensloop • De vrouwelijke luis legt dagelijks zo’n vier tot acht eitjes, de neten. Deze worden met een soort lijm vlak boven de hoofdhuid stevig aan de haren bevestigd. • Na ongeveer zeven dagen springen de neten open en komen er nieuwe luizen te voorschijn. • Een jonge luis is na 7-10 dagen volwassen en klaar om zelf weer eitjes te leggen. • Hij leeft dan ongeveer één maand en legt in die tijd zo’n 250 eitjes. • Snel ingrijpen is bij hoofdluis dus erg belangrijk. • Een vrouwtjesluis leeft ongeveer 22 - 38 dagen. De levensduur van een mannetjes luis is 23 – 30 dagen. Zonder eten (bloed) kan een luis ongeveer twee dagen overleven.

  10. Een jonge luis is zilverachtig van kleur. De luis voedt zich drie tot zes keer per dag met bloed van zijn gastheer en het zijn juist deze bijtplekken die jeuken. • Dit wordt veroorzaakt door het speeksel dat de luis tijdens de beet in het wondje achterlaat. Door zijn voeding zal het diertje in 7 tot 10 dagen donkerbruin kleuren en voldoende volwassen zijn om, als het een vrouwtje is, haar eieren te leggen. • Eenmaal volwassen is de luis 3 mm. De eieren, welke "neten" worden genoemd, worden dicht bij de hoofdhuid tegen de haarschacht geplakt of gekit en zijn goed te herkennen. • Het zijn ovale gladde balletjes met altijd dezelfde vorm, ze zijn ongeveer 1 mm groot, iets kleiner dan een sesamzaadje, en kunnen van roomkleurig tot bruinkleurig zijn. Wanneer ze na 7 tot 10 dagen uitkomen, begint het hele proces weer van voor af aan.

  11. Een luisbesmetting wordt niet altijd direct opgemerkt, omdat niet iedereen direct last heeft van de bijtplekken, bovendien voel je de luis niet lopen. • Het leven van een hoofdluis duurt, mits hij voeding krijgt, maximaal ongeveer 30 dagen, niet zo lang dus, maar in die 30 dagen kan een enkel vrouwtje ongeveer 100 neten produceren. • Een besmetting met hoofdluis kan dus epidemieachtige gevolgen hebben als er niet goed tegen opgetreden wordt.

  12. Geschiedenis • Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat hoofdluis van alle tijden is! Zo zijn er in grotten in de woestijn van Judea (Israel/Westelijke Jordaanoever) neten gevonden van ongeveer 7.000 voor Christus. • Ook bij de Egyptische mummies en bij opgegraven resten van Vikingen zijn neten gevonden.

  13. Vlooien (orde Siphonaptera oftewel 'zuigende vleugellozen') zijn parasitaire insecten die op of zeer nabij hun gastheer (zoogdieren en vogels) leven en zich voeden met diens bloed. Er zijn enige duizenden soorten vlooien beschreven. Vlooien

  14. Vlooienbeten • Een vlooienbeet verloopt aanvankelijk nagenoeg ongemerkt; wel treedt na verloop van tijd vaak een sensibilisatie op tegen het speeksel dat de vlo inspuit in de bijtwond om het bloed niet te laten stollen (anticoagulans). • Na dat tijdstip worden vlooienbeten duidelijke jeukbulten, soms zelfs uitgebreide bladders, met soms een rood puntje in het midden waar de beet zat.

  15. Deze zijn in typische gevallen gelokaliseerd in groepjes op de onderbenen, in het sokgebied of onder de broeksriem, en daardoor te onderscheiden van de meer verspreid geplaatste muggenbulten. • Duurt de blootstelling aan vlooienbeten voort, dan kan men weer gedesensibiliseerd raken en treden er geen jeukbulten meer op. • Wel veroorzaken vlooien dan nog jeuk als ze zich tussen de huid en de kleren verplaatsen.

  16. Veel mensen krijgen jeuk als ze aan vlooien denken of erover lezen. • Mensen met katten die na een periode van warm weer van vakantie terugkomen (als er dus niet gestofzuigd is) worden wel eens massaal besprongen door kattenvlooien bij het weer betreden van het huis.

  17. Neveneffecten • Kattenvlooien zijn een tussengastheer van de lintwormen hymenolepis nana en Dipylidium caninum. • Rattenvlooien brengen de pestbacil Yersinia pestis over en waren dus een tussengastheer bij de grote pestepidemieën uit het verleden.

  18. Bestrijding • Bij het niet goed bestrijden van vlooien, ontstaat er snel een vlooienplaag. Vlo-bestrijdingsmiddelen (ook voor voor huisdieren) hebben vrijwel geen bijwerkingen en doden de vlo soms al binnen enkele uren. • Vlooienbestrijdingsmiddelen zijn in twee soorten te verdelen:

  19. Vlododende middelen • Deze middelen moeten aan twee voorwaarden voldoen: ze mogen niet giftig zijn voor de gastheer (het huisdier) en ze moeten de vlo zo snel mogelijk doden, voordat deze zich kan voortplanten. Bekende middelen zijn: Frontline, Advantage, Cyflee, Stronghold en Scaliborbanden en wasmiddelen. • Middelen die de voortplanting van de vlo stoppen • Door de voortplanting van de vlooien te stoppen, wordt hun levenscyclus doorbroken en sterft de vlooienpopulatie uit. Het enige werkzame middel is lufenuron.

  20. De schurftmijt is met het blote oog bijna niet te zien ± 0,3 mm. De mijt graaft gangetjes in de bovenste laag van de hoornhuid, vaak te zien als een soort blaasjes, over het algemeen op plaatsen waar de huid dun is, zoals tussen de vingers, binnenkant pols, enkels enz. Wordt van mens tot mens overgebracht via intensief huidcontact, ook kan het door besmette handdoeken beddengoed of kleding worden verspreid. Schade: Geïrriteerde jeukende huid, die vaak wordt opengekrabd, waardoor weer ontstekingen kunnen ontstaan. Schurftmijt (Sarcoptes scabiei D.)

  21. Deze ziekte is een huidafwijking die wordt veroorzaakt door de schurftmijt Is in het westen door verbeterde hygiëne zeldzaam is geworden, kan worden overgebracht door kleding, beddegoed, maar vooral door seksueel contact. Schurft wordt dan ook gerekend tot de SOA's. schurftmijt Schurft

  22. Diagnose • Schurft is (moeilijk) te herkennen aan een huiduitslag met vooral rode bultjes. Op en bij deze bultjes zijn de gangen van de mijten soms zichtbaar als witte streepjes van enkele millimeters lang. • Tussen de vingers, rond de tepels en rond de navel zijn plaatsen waar ze vrij geregeld zijn aan te treffen. Het is echter zeker niet ongebruikelijk bij iemand die al weken overal jeuk heeft ook bij goed zoeken geen enkele gang aan te kunnen treffen. • Door de allergische reactie van het lichaam gaan de plekken hevig jeuken, waarna de patiënt gaat krabben. • Schurft komt vooral voor op (tegen krabben) beschutte plekken van de huid, zoals de strekzijde van ellebogen, liezen, tepels, penis en scrotum.

  23. De definitieve diagnose wordt gesteld door het aantonen van de mijt onder de microscoop; dit is niet altijd mogelijk. • Sterke aanwijzingen zijn soortgelijke gevallen van jeuk onder intieme bekenden (schurft is de enige echt besmettelijke vorm van jeuk) en in de anamnese valt vooral ook op dat de jeuk 's avonds in bed voor de patiënten ondraaglijk wordt, met andere woorden als er een wat warm en iets vochtig milieu heerst. • In Nederland is schurft vrij zeldzaam; in Groot-Brittannië wordt het in sommige streken nog haast dagelijks gezien. Vrij geregeld wordt het in Nederland geïmporteerd, maar veel Nederlandse huisartsen zullen nog nooit een geval zijn tegengekomen. • Dat is ook de reden waarom het vaak onterecht als een allergische reactie wordt afgedaan. (Dat is overigens niet onjuist: het IS een allergische reactie, maar een waarvan de oorzaak kan worden aangepakt)

  24. schurft

  25. Er bestaan crèmes tegen schurft zoals een smeersel met het insecticide Lindaan of permetrine. Het is belangrijk huisgenoten (ook zonder klachten) mee te behandelen, en ook maatregelen te treffen om herbesmetting vanuit beddegoed, kleding of huisraad te voorkomen. Schurft is bij tijdige behandeling betrekkelijk onschuldig. Een gangbaar gevolg kan eventueel een geïrriteerde of ontstoken huid zijn door het vele krabben. Na behandeling met mijtendodende zalf gaat de jeuk pas over als de laatste gangen in de huid zijn weggesleten, wat nog meerdere weken kan duren. Hiervoor kan men eventueel corticosteroiden bevattende zalven geven om de jeuk wat te stillen. Maatregelen

  26. Schaamluis heeft een wat bredere bouw als de andere luissoorten. Wordt overgebracht door lichamelijk (seksueel) contact en soms door besmet beddengoeden kleding. Komt voor in de schaamstreek, okselhaar, borsthaar, baard snoren bakkebaarden. Schade: Uitwerpselen zorgen voor vervuiling. Het speeksel geeft jeuk en soms blaasjes. Schaamluis (Phthirus pubis L. )

  27. Omdat de schaamluis zich vooral verspreidt door lichamelijk contact, wordt de luis als geslachtsziekte gezien. • Een andere benaming voor schaamluizen in deze betekenis is ook wel platjes. • Er zijn nog wel meer luizen die op de mens leven, deze behoren tot het geslacht Pediculus, voorbeelden zijn de kleerluis (Pediculus humanus corporis) en de bekendere hoofdluis (Pediculus humanus capitis).

  28. De schaamluis is een zuigende luis die over de hele wereld voorkomt en leeft van menselijk bloed. De ontlasting van de luis is daarom bruin en het duidelijkste teken dat men is besmet. De luis zelf is namelijk zeer klein; 1 tot 3 millimeter, en is zeer moeilijk te zien omdat de luis naar de basis van de haren kruipt en zich daar met de tang-achtige poten goed vastklampt. Algemeen

  29. Besmetting • De schaamluis leeft met name op warme, vochtige plaatsen, zoals schaamhaar, maar ook okselhaar en in de baard; luizen in het hoofdhaar zijn altijd hoofdluizen. • De poten van de schaamluis zijn namelijk gebouwd om wat dikkere haren vast te houden. • Net zoals de hoofdluis kan de schaamluis ook via besmette kleding, beddengoed of handdoeken etc. worden overgebracht. Een besmetting met schaamluis heeft dus zeker niet altijd geslachtsgemeenschap als oorzaak.

  30. Symptomen • De schaamluis is niet gevaarlijk en kan geen ziektes verspreiden, in tegenstelling tot de kleer- en hoofdluis. • Het enige symptoom is jeuk, die echter tot ontstekingen kan leiden als men teveel krabt; de luis zelf veroorzaakt geen infecties. • Wel veroorzaken de beten kleine geïrriteerde plekjes, de een is echter gevoeliger dan de ander. • Krabben is overigens sterk af te raden; ook wimpers en wenkbrauwen zijn geschikte plaatsen voor de schaamluis.

  31. Bestrijdingmiddelen • De bestrijding van de schaamluis is gelijk aan die van de hoofdluis; uitkammen met een fijne kam, of wassen met een speciale anti-luizen shampoo. • Hierin zit meestal de stof permethrine, die ook wel gebruikt wordt om kippen en andere dieren te ontluizen. • Het probleem bij de bestrijding zijn de eitjes, ook wel neten genoemd, die zeer klein zijn, en eveneens zeer bestendig tegen allerlei invloeden. Een snelle en rigoureuze methode is kaalscheren, waardoor de luis letterlijk dakloos wordt en zich niet of moeilijk meer kan vastklampen, maar deze methode biedt geen bescherming tegen eventuele besmetting.

  32. De schaamluis is al sinds mensenheugenis een plaag; al in de middeleeuwen werd het insect bestreden. • In de scheepvaart was het lange tijd gebruikelijk de matrozen allemaal maar een behandeling te geven tegen platjes om te voorkomen dat binnen korte tijd het hele schip ermee besmet raakte. • Hiervoor werden vroeger poeders gebruikt, en ook insmeren met bepaalde oliesoorten schijnt de luis te doden.

  33. Glanzend roodbruin met lichtgele vlekken op vleugels en rugschild. Lichtschuw,alleseter. Prefereert temperatuur tussen 25 en 33°C, donkere warme vochtige plaatsen. Schade: Bevuiling van voeding, verspreiden bacteriën en mijten en kunnen zodoende voedselvergiftiging veroorzaken. Scheiden allergenen af. Amerikaanse kakkerlak (Periplaneta americana L. )

  34. Lichtbruin, 2 donkere lengtestrepen op rugschild. Is de meest voorkomende kakkerlak in Nederland. Alleseter. Lichtschuw leeft op donkere, warme wat vochtige plaatsen. Schade: Bevuiling van voeding, verspreiden bacteriën en mijten en kunnen zodoende voedselvergiftiging veroorzaken. Verspreiden een onaangename geur dooruitscheiding via de rugklier. Scheid allergenen af. Duitse kakkerlak (Blatella gemanica L.)

  35. Lijkt op duitse kakkerlak maar mist de 2 lengtestrepen op het rugschild. Heefteen lichte dwarsstreep op rugschild en achterlijf. Is niet lichtschuw. Optimaletemperatuur 30 °C. Komt ook op drogere plaatsen zoals achter schilderijen.Voedselvoorkeur, zetmeelhoudende producten. Schade: Bevuiling van voeding, verspreiden bacteriën en mijten en kunnen zodoende voedselvergiftiging veroorzaken. Eet ook stijfsel van behang en lijm van boeken. Scheidt allergenen af. Bruinband kakkerlak (Supella longipalpa F. )

  36. Lengte ± 0,7 cm. Eieren komen tot ontwikkeling in rottend organisch materiaal.Wijfje legt tussen de 600 en 2000 eitjes. Vliegen komen af op allerlei voedsel dat ze alleen in vloeibare vorm kunnen opnemen. Schade: Het bevuilen van oppervlakten. Brengen ziektekiemen over via uitwerpselen, poten haren en monddelen. Zijn in grote aantallen hinderlijk. Kamervlieg (Musca domestica L. )

  37. Behorend tot de zgn. franjestaarten bedekt met fijne schubben 2 lange antennenaan de kop en 3 lange aanhangsels aan het achterlijf. Verplaatst zich met snelle kronkelachtige bewegingen. Donkergrijs van kleur met spikkels op derug. Duidelijke haren aan de zijkanten. Voorkeur voor relatief droge en warme plaatsen, ca 24 ºC. Lichtschuw. Voed zich met koolhydraten bevattende producten zoals zetmeel, cellulose, suikers e.d. Schade: Kan bij grote aantallen veel schade aanrichten aan papier, behang, boeken, schilderijen, postzegels maar ook aan kleding en wandbedekking van synthetisch materiaal. Papiervisje (Ctenolepisma longicaudatum E. )

  38. Afgeplat lichaam, ovaalvormig, roodachtig van kleur. Grootte 0,4-0,9 cm. Verbergt zich in slaapkamers in naden kieren of matrasranden. Schade: Zuigt ’s nachts bloed bij de mens. Vogelmijten kunnen, wanneer een nest verlaten is, ook binnendringen in huizen en bloed zuigen bij mensen. De beet veroorzaakt huidirritatie. Verspreiden van ziekten is mogelijk. Bedmijt (Cimex lectularius L. )

  39. Kleur witachtig. Grootte 0.3 mm, is met het blote oog praktisch niet te zien. De huisstofmijt leeft in huisstof, vloerbedekking, matrassen e.d. Voedt zich met huidschilfers. Schade: Veel mensen zijn allergisch voor de uitwerpselen van de huisstofmijt, wat men door het inademen van huisstof binnenkrijgt. Huisstofmijt (Dermatophagoides pteronyssinus T. )

  40. schade door papiervisje

  41. Familie van de spin, heeft ook 8 poten. Voorzijde van het lichaam meestal donker, achterzijde roodachtig. Indien volgezogen met bloed neemt de omvang flink toe. Leeft meestal in bosachtige omgeving, bosranden in lang gras enlage struiken, vaak in de buurt van wildpaden en andere veelbelopen routes. Daar laat de teek zich vallen of klampt letterlijk een voorbijganger aan, kleding of haren. Vervolgens wordt een geschikte plek (meestal dunne huid) gezocht om bloed te zuigen. Schade: Huidirritatie kan voorkomen, maar lang niet altijd. De teek kan ernstige ziekten overbrengen, in Nederland voornamelijk de ziekte van Lyme. Een uitstekende site over teken en de ziekten die ze over kunnen brengen is www.saag.nl Teek (Ixodus ricinus L. )

  42. Lymeziekte ofLyme-borreliose • Lymeziekte, Lyme-borreliose ook wel (minder juist) ziekte van Lyme genoemd, is een infectieziekte die veroorzaakt wordt door Borrelia burgdorferi, een spiraalvormige bacterie (spirocheet) van drie tot acht micrometer. Het is een vectorziekte die wordt overgedragen door de schapenteek Ixodes ricinus. • De ziekte is niet vernoemd naar de ontdekker maar naar het plaatsje Old Lyme in Connecticut, waar in 1975 een epidemie van deze ziekte optrad.

  43. Oorzaak • Teken dragen soms de bacterie Borrelia burgdorferi bij zich. Door een tekenbeet kan een mens met deze borrelia geïnfecteerd worden. Hierna ontstaat een symptomencomplex dat Lyme-borreliose of lymeziekte wordt genoemd. • Een teek kan verwijderd worden met een tekenpincet. • Lyme-borreliose wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi (Bb). Hoewel de ziekteverschijnselen al aan het begin van de vorige eeuw in Europa zijn beschreven, werd B. burgdorferi pas in 1982 ontdekt. • Inmiddels is duidelijk dat er diverse varianten van deze bacterie bestaan, die zeer waarschijnlijk verschillende ziekteverschijnselen veroorzaken. Bij huidverschijnselen is vaak sprake van B. afzelii, bij neuroborreliose van B. garinii[1]. In de VS komt een variant voor die vooral gewrichtsklachten veroorzaakt; de soorten in Europa geven vaker huidverschijnselen. De microbiologie van Borreliasoorten is zeer complex en de kennis op dit gebied vertoont nog vele lacunes. • Per jaar verschijnen er echter vele tientallen wetenschappelijke publicaties over dit onderwerp. Uit recent onderzoek is gebleken dat B. burgdorferi bij ongunstige omstandigheden kan overgaan in een kystevorm die minder gevoelig is voor de werking van de meest gebruikte antibiotica

  44. Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 1,2 miljoen mensen gebeten door een teek. Hiervan krijgen er ongeveer 17.000 (bijna 1,5%) Erythema migrans Lyme in Nederland

  45. Ziekteverschijnselen • Lyme-borreliose is een systeemziekte met een grillig verloop en vele verschijningsvormen. • De wetenschappelijke informatie vertoont nog lacunes en is deels tegenstrijdig. Het is inmiddels wel mogelijk de bacterie te kweken en in een hoog percentage van de gevallen lukt het het DNA van de bacterie aan te tonen door middel van een PCR-reactie. Toch ontbreekt nog een door iedereen erkende gouden standaard voor het stellen van de diagnose. • Dit geldt overigens ook voor de definitie van genezing of voor het vaststellen van het effect van behandeling. • Met de toename van de kennis en de technieken wordt lyme-borreliose wel steeds meer een 'gewone' bacteriële infectie die detecteerbaar en behandelbaar is.

  46. Erythema migrans De lokale huidinfectie begint als een rood plekje, meestal na 4-10 dagen en bijna altijd binnen drie maanden na een tekenbeet. De afwijking breidt zich in de loop van dagen tot weken tot een (5-40 cm in diameter) min of meer ronde of ovale rode plek, vaak met centrale verbleking. De plek is meestal pijnloos, jeukt meestal niet en is niet verheven, behalve soms aan de randen. Voorkeurlokalisatie: romp, benen, oksels en liezen. Deze afwijking wordt erythema (chronicum) migrans genoemd. Bij de lokale huidinfectie wordt soms een griepachtig ziektebeeld met malaise, koorts, keelpijn en spierpijn gezien. Dit beeld kan ook in een latere fase van de ziekte gezien worden. Stadium 1: Lokale huidinfectie; erythema migrans (EM)

  47. Stadium 2: Vroege gedissemineerde infectie • Na de tekenbeet kan Borrelia burgdorferi in de bloedbaan terecht komen, hetgeen tot een gedissemineerde infectie leidt. • In tegenstelling tot wat eerder gedacht werd, zijn er sterke aanwijzingen dat de bacterie al binnen enkele etmalen kan dissemineren en onder andere het centrale zenuwstelsel kan infiltreren [bron?]. • Via de bloedbaan wordt de bacterie in het lichaam verspreid, maar de bacterie is meestal slechts kort in de bloedbaan aanwezig. • Hoewel de bacterie in elk orgaan terecht kan komen, ontstaan de meeste ziekteverschijnselen in het zenuwstelsel, de gewrichten en het hart. • Het blijkt dat de helft van de patiënten met een gedissemineerde infectie geen tekenbeet of erythema migrans heeft opgemerkt. • Daardoor kan het voorkomen dat de ziekteverschijnselen niet direct met een Borrelia burgdorferi infectie in relatie worden gebracht.

  48. Aandoeningen van het zenuwstelsel (neuroborreliose) • De meest voorkomende acute aandoeningen van het zenuwstelsel zijn ontsteking van hersenzenuwen en/of ruggenmergzenuwen, met name een nervus facialisparese die een halfzijdige gezichtsverlamming geeft (zie Bellse parese), al dan niet in combinatie met een hersenvliesontsteking. • De verschijnselen van de hersenvliesontsteking zijn meestal gering. • Meestal hebben patiënten geen hoofdpijn, koorts, sufheid of nekstijfheid zoals bij andere, acute vormen van hersenvliesontsteking.

More Related