1 / 15

Filosofie & Religiositeit

Filosofie & Religiositeit. Reflecties op religie in een post-moderne wereld. Welkom!. natuur-filosofen (empiristen). a-posteriori kennis, inductie, waarneming & ervaring onderzoeken & vergelijken van natuurlijke fenomenen. rationalisten.

lynnea
Download Presentation

Filosofie & Religiositeit

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Filosofie & Religiositeit Reflecties op religie in een post-moderne wereld Welkom!

  2. natuur-filosofen (empiristen) a-posteriori kennis, inductie, waarneming & ervaring onderzoeken & vergelijken van natuurlijke fenomenen

  3. rationalisten zintuiglijke wereld is schijn, alles wordt & niets is, ware kennis is a-priori kennis, mogelijk door deductie

  4. de Vormen: Aristoteles vs. Plato Plato(427 - 347 v.Chr.) • waarneembare wereld is schijn, de zintuigen zijn onbetrouwbaar • kennis alleen mogelijk door filosofisch inzicht • Ideeën / Vormen zijn transcendent, aan gene zijde Aristoteles (384 - 322 v.Chr.) • waarneembare wereld is kenbaar via zintuigen • kennis is mogelijk door waarneming + denken • Vormen zijn immanent in de natuur aanwezig

  5. Aristoteleshylemorfisme: materie & vorm ousia = vorm, essentie, wezen, aard, talent, potentieel, niet-contingent, niet-accidenteel, plan, design, stempel, blauwdruk, ideëel, actief, scheppend, vormgevend stof (materie) = passief, heeft geen werkelijkheid zonder bepaaldheid (vorm) iets IS niet zomaar, maar altijd iets bepaalds vorm werkt in op de stof, en de stof verlangt van nature naar vorm vorm geeft materie de potentie (dynamei = streven) tot verwerkelijking (realisatie) act = de vervulling van het doel van potentialiteit accident = niet-essentiele waarneembare kwaliteiten van een object (bijv. materie)

  6. Aristoteles causaliteit: oorzaak & doel Aristoteles onderscheidt 4 oorzaken die aan alle dingen ten grondslag liggen: • materiële oorzaak (causa materialis) = van wat, waaruit het bestaat • formele (vorm-)oorzaak (causa formalis) = als wat, wat het is • bewegende oorzaak (causa efficiens) = door wat • finale (doel-)oorzaak (causa finalis*) = om wat, waarom * in de middeleeuwen ook wel genoemd: causa causarum: oorzaak der oorzaken

  7. Aristoteles teleologie & entelechie • alles in de natuur is gericht op een doel (telos) • dit doel is overeenkomstig de Vorm (aard) ervan • Vorm + doel = entelechie (ziel, streven) • alles streeft dus naar ontplooïng van de eigen aard, om te worden wat het in potentie al is • de levende natuur is trapsgewijs opgebouwd: 3 soorten zielen: - vegetatief: voeding, groei, voortplanting - sensitief: zintuigen, begeerten, beweging - cognitief: vermogen om het Goede te kennen • vanuit zijn intellect streeft de mens naar het Goede

  8. Aristoteles de onbewogen beweger • als Vorm & stof in aanraking komen: beweging • beweging veronderstelt beweger en bewogene • levende natuur kan zichzelf bewegen: bewegend + bewogen element in één organisme • ex nihilo nihil fit: “uit niets komt niets voort”, dus aan de oorsprong van alle beweging moet een beweger staan die zelf niet bewogen is: • onbewogen beweger = oorzaak alle zijn en worden • is zuivere Vorm & act, zonder stof of potentie • is nergens op gericht, rust in zichzelf • absoluut volmaakt: bevat (denkt) alleen zichzelf

  9. John Scotus Eriugena (810 - 877) God als vorm (actief) = ongecreeerde creator geest, engelen (actief) = gecreeerde creator materie, natuur (passief) = gecreeerde niet-creator God als doel (passief) = ongecreeerde niet-creator

  10. Scholastiek (800 - 1500) 1100 - 1270: kruistochten waren kruisbestuiving en bloeitijd van wetenschap, filosofie & kunst 13e eeuw: onder invloed van islamitische filosofie (Avicenna, Averroës) meer Aristoteles

  11. Thomas van Aquino transcendentale & natuurlijke theologie houdt weten en geloven strikt gescheiden de religieuze Waarheid is geopenbaard in de Bijbel is niet rationeel kenbaar en kan dus ook niet bewezen worden; het verstand (filosofie) kan wel twijfel en kritiek van buitenaf wegnemen weten en geloof kunnen nooit tegenstrijdig zijn: Waarheid = Goddelijk = Eén de religieuze Waarheid gaat boven de filosofische behalve via het woord (Bijbel), openbaart God zich ook in de natuur (via de schepping) natuur(lijke) theologie richt zich op de schepping, de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid er is een wetmatig (door God) geordende werkelijkheid die wij a-posteriori kunnen kennen

  12. Thomas van AquinoSumma Theologica • niet alles is radicaal contingent: redelijkheid en inzichtelijkheid zijn wezenskenmerken van al dat is • Genesis (scheppingsverhaal): als God de wereld schiep, moet deze schepping Zijn signatuur dragen, dus is kennis over God via de natuur mogelijk • als de mens geschapen is naar Gods beeld kan hij ook tot redelijke kennis over God komen • de redelijke ziel kent een passief en actief element: - passief = de zintuiglijke waarneming (empirie) - actief = het intellect: moet de essentie destilleren • het intellect = Vorm zonder materie, en onsterfelijk • het intellect, de redelijke ziel, is de wezensvorm van het menselijk lichaam, daarom streeft de ziel naar het begrijpen van God en Zijn schepping

  13. Thomas van AquinoGodsbewijs in 5 stappen 1] alles wordt door iets anders in beweging gebracht, dus: er moet een onbewogen beweger zijn 2] niets kan zijn eigen oorzaak zijn, dus: er moet een eerste werkende oorzaak zijn 3] veel in de natuur is contingent (voorwaardelijk, afhankelijk), dus: er moet iets zijn dat noodzakelijkheid in zichzelf heeft 4] er is een trapsgewijze ordening in alle zijn, alles participeert aan iets absoluuts (Plato) 5] de natuur is doelmatig ingericht, maar als iets zonder kennis en verstand een doel nastreeft, moet dat doel door iets met kennis en verstand van buitenaf ingegeven zijn “… En dat noemen allen God…” 1 t/m 4 is ter voorkoming van een oneindige regressie 5 is wat tegenwoordig heet: argument from design

  14. Thomas van AquinoVorm & Zijn • universalia zijn geen onafhankelijke zijnden, maar gebaseerd op de essenties van dingen • essenties zijn de Vorm waarin het zijn zich meedeelt; de Vorm bemiddelt het zijn • bij Aristoteles bestond niets zonder vorm, voor Thomas is zijn zélf ook een Vorm • zijn is de voornaamste activiteit van iets, en impliceert actualisering • God = de hoogste actualiteit, zuivere zijns-act • bij neo-platonisten was het Ene boven & buiten het zijn, bij Thomas is God het zuiverste zijn • God is de totaliteit van het in zichzelf rustende volmaakte zijn: Vorm zonder materie

  15. Filosofie & Religiositeit Reflecties op religie in een post-moderne wereld Tot volgende week!

More Related