1 / 186

De inhoud van dit thema:

De inhoud van dit thema:. 1.2 Doelgroepen onderscheiden 1.3 Doelgroepen indelen 1.4 Doelgroepomschrijving 1.5 Doelgroepbeschrijving 1.6 Doelgroepen SAW 1.7 In de praktijk. 1-1. Onderscheid in doelgroep is zichtbaar in:. aard van de mogelijkheden en beperkingen

lotus
Download Presentation

De inhoud van dit thema:

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De inhoud van dit thema: 1.2 Doelgroepen onderscheiden 1.3 Doelgroepen indelen 1.4 Doelgroepomschrijving 1.5 Doelgroepbeschrijving 1.6 Doelgroepen SAW 1.7 In de praktijk 1-1

  2. Onderscheid in doelgroep is zichtbaar in: • aard van de mogelijkheden en beperkingen • aard van de behoeften en hulpvragen • de na te streven doelen • de benaderingswijze door de hulpverlener 1-2

  3. Doelgroepindeling zorg en welzijn: • indeling in relatie tot de ontwikkeling • indeling in relatie tot welzijn 1-3

  4. Ontwikkelingsfase: bepaalde periode die in tijd is afgebakend en die samenhangt met bepaalde gedragspatronen 1-4

  5. Welzijn: een toestand waarin iemand gelukkig is op voor hem of haar belangrijke gebieden, te onderscheiden in: • lichamelijk welzijn • geestelijk welzijn • materieel welzijn • sociaal welzijn • cultureel welzijn 1-5

  6. Doelgroepbeschrijving naar: • ontwikkelingsfase • lichamelijk en geestelijk welzijn • materieel, sociaal en cultureel welzijn 1-6

  7. Doelgroepen naar ontwikkelingsfase: • de baby (0 – 1,5 jaar) • de peuter (1,5 - 4 jaar) • het basisschoolkind: - de kleuter (4 - 6 jaar) - het jonge schoolkind (6 - 9 jaar) - het oudere schoolkind (9 -12 jaar) • de puber (12 - 16 jaar) • de adolescent (16 - 21 jaar) • de volwassene: - de jonge volwassenheid (21 - 40 jaar) - de middelbare leeftijd (40 - 55 jaar) - de vroege ouderdom (55 - 65 jaar) - de ouderdom (65 jaar en ouder) 1-7

  8. Mensen met een beperking: • mensen met een lichamelijke beperking - mensen met een motorische beperking - mensen met een neurologische beperking - mensen met een orgaanbeperking - mensen met een zintuiglijke beperking • mensen met een verstandelijke beperking - mensen met een lichte verstandelijke beperking - mensen met een matige verstandelijke beperking - mensen met een ernstige verstandelijke beperking • mensen met een meervoudige beperking 1-8

  9. Sociaal kwetsbare groepen: • mensen met psychische problemen • mensen met gedragsproblemen • psychogeriatrische problemen • verslaafden • langdurig werklozen • sommige groepen allochtonen • asielzoekers • dak- en thuislozen 1-9

  10. De inhoud van dit thema: 2.2 Menselijk gedrag 2.3 Gedragsaspecten 2.4 Gedragsdeterminanten 2.5 Stromingen in de ontwikkelingspsychologie 2.6 Pedagogische stromingen 2.7 Pedagogen en ontwikkelingspsychologen 2.8 In de praktijk 2-1

  11. Menselijk gedrag: • optelsom van gevoelens, gedachten, waarnemingen, meningen en bewegingen • uitdrukking van denken, vinden en voelen • alles wat mensen doen of juist niet doen 2-2

  12. Aspecten van menselijk gedrag: • motorisch aspect (kunnen) • cognitief aspect (denken) • sociaal-affectief aspect (voelen) 2-3

  13. Gevoelens, gedachten en handelingen: gedachten handelingen gevoelens en emoties 2-4

  14. Gedragsdeterminanten: • psychosociale factoren - opvoeding, gezinsfactoren - vrienden, relaties - omgevingsfactoren - ervaringen en emoties • aanlegfactoren - erfelijkheid - persoonlijkheid, temperament • organische factoren - lichamelijke factoren - biochemische en hormonale factoren 2-5

  15. Stromingen in de ontwikkelingspsychologie: • behaviorisme • cognitivisme • constructivisme 2-6

  16. Principes behaviorisme: • gedrag is aan te leren • gedrag aanleren op basis van rolmodellen en nadoen • conditioneren door middel van straffen en belonen 2-7

  17. Principes cognitivisme: • menselijk brein werkt als computer • informatiestroom gaat langs verschillende geheugens • brein heeft nieuwe kennis en ervaringen nodig • oefenen en herhalen van leerstof is belangrijk 2-8

  18. Constructivisme voegt aan het cognitivisme toe: • zone van naaste ontwikkeling • wisselwerking met de omgeving • kind denkt zelfstandig na over de opgeslagen kennis 2-9

  19. Stromingen in de pedagogiek: • autoritaire stroming • laissez-faire stroming • democratische stroming 2-10

  20. Pedagogen en ontwikkelingspsychologen: • Jean Piaget (1896-1980) • Célestin Freinet (1896-1966) • Rudolf Steiner (1861-1925) • Maria Montessori (1870-1952) • Thomas Gordon (1918-2002) • Loris Malaguzzi (1920-1994) 2-11

  21. Theoretische uitgangspunten Piaget: • cognitieve ontwikkelingsfasen: - sensomotorische fase (0-2 jaar) - pre-operationele fase (2-7 jaar) - concreet-operationele fase (7-12 jaar) - formeel-operationele fase (12- ongeveer 15 jaar) • elk kind doorloopt de fases in het eigen tempo 2-12

  22. Uitgangspunten van Freinet: • uitgaan van de interesse en ervaringen van kinderen • al doende leren • zelfstandig handelen en experimenteren • communiceren met elkaar is belangrijk • kinderen leren van en met elkaar • naast cognitieve is sociale belangrijk 2-13

  23. Ontwikkelingstheorie van Steiner: • tot 7 jaar: kind is een en al zintuig en imiteert • van 7 tot 14 jaar: kind leert vanuit gevoel en door imitatie • vanaf 14 jaar: kind leert logisch denken • opvoeder is bemiddelaar tussen kosmos en kind 2-14

  24. Uitgangspunten Maria Montessori: • kinderen hebben natuurlijke drang om te onderzoeken • kinderen hebben natuurlijke drang om te ordenen en rangschikken • elk kind doorloopt dezelfde fasen • er zijn gevoelige perioden voor leren bepaalde leerstof 2-15

  25. Methoden van Gordon: • actief luisteren • ik-boodschappen • oudercursussen ‘effectief ouderschap’ en ‘effectief omgaan met kinderen’ 2-16

  26. Visie Loris Malaguzzi: • kinderen functioneren het best in kleine ruimten met een specifieke functie • kinderen ontmoeten elkaar in de piazza • kinderen verblijven in horizontale groepen • opvoeder stimuleert eigen identiteit, zelfstandigheid en creativiteit 2-17

  27. De inhoud van dit thema: 3.2 Lichamelijke ontwikkeling 3.3 Cognitieve ontwikkeling 3.4 Sociaal-affectieve ontwikkeling 3.5 In de praktijk 3-1

  28. Lichamelijke ontwikkeling baby: • lichamelijke groei: - lichaamsverhoudingen worden normaler • motorische ontwikkeling: - van reflexmatig naar zelfstandig lopen en pakken • zintuiglijke ontwikkeling: - alle zintuigen ontwikkelen zich 3-2

  29. Cognitieve ontwikkeling baby: • door rijping én door leren • ervaren, herhalen, imiteren • leren via de tast (vooral de mond) • taal: van geluidjes naar tweewoordzinnen 3-3

  30. Sociaal-affectieve ontwikkeling baby: • van allemansvriend naar eenkennigheid • hechting aan stabiele, betrouwbare verzorger • ontwikkeling eigen persoonlijkheid • contact met baby’s en lichaamstaal • zintuiglijk genot 3-4

  31. De inhoud van dit thema: 4.2 Lichamelijke ontwikkeling 4.3 Cognitieve ontwikkeling 4.4 Sociaal-affectieve ontwikkeling 4.5 In de praktijk 4-1

  32. Lichamelijke ontwikkeling peuter: • lichamelijke groei: - groeitempo neemt af (en daarmee eetlust ook) - voornamelijk breedtegroei • motorische ontwikkeling: - vooral ontwikkeling grove motoriek - beheersing sluitspieren (zindelijk) 4-2

  33. Cognitieve ontwikkeling peuter: • denken in pre-operationele fase • magisch denken • taalontwikkeling in differentiatiefase • sterke exploratiedrang 4-3

  34. Sociaal-affectieve ontwikkeling peuter: • ontstaan ik-besef (egocentrisch) • driftig en koppig • begin van gewetensontwikkeling • speelt graag naast anderen (nog niet echt samen) • ontstaan van vriendschappen • veel angst en fantasie • lust is gekoppeld aan zindelijk worden 4-4

  35. De inhoud van dit thema: 5.2 De kleuter 5.3 Het jonge schoolkind 5.4 Het oudere schoolkind 5.5 In de praktijk 5-1

  36. Lichamelijke ontwikkeling kleuter: • vooral lengtegroei en spiergroei • ontwikkeling fijne motoriek • ontstaan handvoorkeur 5-2

  37. Cognitieve ontwikkeling kleuter: • denken in pre-operationele fase • zinnen maken • nog veel fantasie 5-3

  38. Sociaal-affectieve ontwikkeling kleuter: • samen spelen en samen delen • sterke identificatie • verwerking angst en emoties in fantasiespel • begin van intern geweten • ontwikkeling eigen identiteit • aandacht voor geslachtsdelen 5-4

  39. Lichamelijke ontwikkeling van het jonge schoolkind: • meer ‘volwassen’ lichaamsverhouding • goede oog-handcoördinatie • grote bewegingsdrang 5-5

  40. Cognitieve ontwikkeling jonge schoolkind: • denken in concreet-operationele fase • begin abstract denken • fantasie maakt plaats voor realiteit • enorm leergierig • ingewikkelde zinnen 5-6

  41. Sociaal-affectieve ontwikkeling jonge schoolkind: • gericht op vriendjes van eigen sekse • rolverdeling in groep • prestatiegericht • houdt emoties verborgen • ongehoorzaamheid 5-7

  42. Lichamelijke ontwikkeling oudere schoolkind: • harmonieuze lichaamsverhouding • verschil jongens en meisjes • fijne en grove motoriek goed ontwikkeld 5-8

  43. Cognitieve ontwikkeling oudere schoolkind: • denken in concreet-operationele fase • vermogen tot reflectie • leergierig en prestatiegericht 5-9

  44. Sociaal-affectieve ontwikkeling oudere schoolkind: • peergroup erg belangrijk • identificatie met idolen • ontwikkeling normen en waarden • pesten komt veel voor • latentiefase op seksueel gebied 5-10

  45. De inhoud van dit thema: 6.2 Jeugdjaren 6.3 Lichamelijke ontwikkeling 6.4 Cognitieve ontwikkeling 6.5 Sociaal-affectieve ontwikkeling 6.6 Normovertredend gedrag 6.7 In de praktijk 6-1

  46. Lichamelijke ontwikkeling pubers: • meisjes vroegrijp, jongens laatrijp • ingrijpende lichamelijke veranderingen • groeispurt • vaak negatieve lichaamsbeleving 6-2

  47. Cognitieve ontwikkeling pubers: • denken in formeel-operationele fase • langetermijngeheugen neemt toe • abstract en systematisch denken • eigen denkwereld centraal • zelfstandig denken 6-3

  48. Sociaal-affectieve ontwikkeling pubers: • streven naar zelfstandigheid en verantwoordelijkheid • zoeken naar eigen identiteit • erbij willen horen • grote interesse in seks 6-4

  49. Normovertredend gedrag: • vandalisme en crimineel gedrag • misbruik van alcohol en drugs • digitaal pesten 6-5

  50. De inhoud van dit thema: 7.2 Lichamelijke ontwikkeling 7.3 Cognitieve ontwikkeling 7.4 Sociaal-affectieve ontwikkeling 7.5 In de praktijk 7-1

More Related