1 / 41

Taalbeleid in het basisonderwijs : een must voor elke school?

Taalbeleid in het basisonderwijs : een must voor elke school?. Koen Van Gorp & Kris Van den Branden. Overzicht. Wat is taalbeleid? Hoe werken aan taalbeleid? Een verhaal van bouwstenen en processen van taalbeleid opgehangen aan 9 citaten. Citaat 1: Waarom taalbeleid?.

london
Download Presentation

Taalbeleid in het basisonderwijs : een must voor elke school?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Taalbeleid in het basisonderwijs : een must voor elke school? Koen Van Gorp & Kris Van den Branden

  2. Overzicht • Wat is taalbeleid? • Hoe werken aan taalbeleid? • Een verhaal van bouwstenen en processen van taalbeleid opgehangen aan 9 citaten...

  3. Citaat 1: Waarom taalbeleid? “ Taalbeleid gaat over een school die zichzelf op het vlak van taal in vraag stelt en ernaar streeft om beter te doen. Als het streven stilvalt, is het taalbeleid dood.” (p. 13)

  4. Hamvraag voor taalbeleid Hoe gaan wij om met taal op school? Welke gevolgen heeft dat voor de ontwikkeling van de leerlingen?

  5. Taalbeleid • = de structurele en strategische poging van een schoolteam om de onderwijspraktijk aan te passen aan de taalleerbehoeften van de leerlingen/studenten met het oog op het bevorderen van hun ontwikkeling (in functie van relevante doelen) en het verbeteren van hun onderwijsresultaten. "Beleid is het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en bepaalde tijdskeuzen" (Hoogerwerf, 1993) Verandering

  6. Citaat 2: taalverwerving “Taalverwerving is onlosmakelijk verbonden met ontwikkeling op veel andere domeinen: socio-emotionele ontwikkeling, motorische, mentale en fysieke ontwikkeling, ... Wie dat in het achterhoofd houdt, heeft de rit al voor de helft uitgereden. Wie de banden met de andere ontwikkelingsdomeinen doorknipt en te eenzijdig op taal wil focussen, verarmt de taalleeromgeving.” (p. 86)

  7. Snelst verworven woorden • Boekentas (997) • Trein (297) • Kus (691) • Sjaal (182) • Plasticine (392) • Kind (1782) • Hoofd (501) • Plaats (193) • Bak (389) • Knippen (94) • Kauwgum (14) Eerste kleuterklas in Brussel Eerste 10 weken van het schooljaar ( ) = frequentie in taalaanbod

  8. Welke woorden worden het snelst door kleuters verworven? • Het belang van actie en motivatie i.p.v. benoemen van woorden bij een praatplaat. • Taal die samenhangt met interessante acties in de wereld. • Belang van veel taalaanbod en van kansen tot spreken. Kortom, TAAL DE HELE DAG! 1

  9. Maar: aantal keer bij naam genoemd per dag in de kleuterklas AMINE 80 ADNANE 62 MOHAMED 52 AHLAME 47 AMELINE 39 ELISSA 34 YOUNESS 31 AMIRA 30 ANISSA 27 YASMINA 18 ABDEL 18

  10. Leerlingbeurten in 5 klassen: WO-les

  11. Citaat 3: kansen tot participatie “Taalleren hangt uiteindelijk niet af van een paar supermomenten, maar van de aaneenschakeling van duizenden kleine interacties….” (p. 296)

  12. Een krachtige (taal)leeromgeving • positief & veilig klimaat • Betekenisvolle activiteiten • interactie, ondersteuning, reflectie

  13. Lezen: de pikkel en de wop Tekst Een wop mufte zijn frisse fruin. Een pikkel beunde snerp in de fruin van de wop. “Groes mijn bale fruin!” loeg de wop biest. “Mijn fruin is frins!” “Proest bedaan”, makkelde de pikkel. “Mart jij benedal geen lijpjes?” “Ik mart geen rotse pikkels”, slokte de wop biester. Vragen • Wat mufte de wop? • Wie beunde in de fruin van de wop? • Hoe beunde de pikkel? • Schrijf in de juiste volgorde wat de wop deed: loeg – slokte – mufte • Wat zou jij het liefste zijn, een pikkel of een wop?

  14. Een krachtige leesomgeving • Doelgericht lezen: teksten lezen om een bepaald doel te bereiken, bijv. bepaalde informatie vinden, een bepaalde vraag beantwoorden, instructies uitvoeren. • Strategisch lezen: je leeshandelingen planmatig aanpassen aan je leesdoel. • Interactief lezen: leren uit de interactie over de gelezen tekst met anderen. 1

  15. Taak: Anders lezen

  16. Functionele, relevante schrijftaken • Een uitnodiging voor het grootouderfeest; • Instructies voor het uitvoeren van een wetenschappelijk proefje, het spelen van een spel of het maken van een knutselwerkje; • Een briefje of mailtje aan de organisator van een zomerkamp met vraag om informatie; • Een affiche waarop de klasafspraken kort en krachtig weergegeven worden; • Een einde voor een luisterverhaal; • Een reactie op de blog of site van de school.

  17. Schrijfvaardigheid • ‘Complete’ schrijftaken + • Ondersteuning/feedback • = procesmatige benadering van schrijfonderwijs: een lacune in ons onderwijs? 1

  18. Onderzoek Lieve Verheyden (2010) • Leerkrachten basisonderwijs werken met schrijftaken… en evalueren de producten van leerlingen… • … maar slaan er nauwelijks in om leerlingen tijdens het schrijven te feedbacken, ondersteunen, tot reviseren aan te zetten • Leerlingen moeten op eigen houtje beter worden in het schrijven van teksten…

  19. Andere vakken: bloemen en rijtjes…

  20. Dat lijkt er al meer op…

  21. Citaat 4: taal heel de dag “ Als taal de hele dag een rol speelt in de klas kunnen leerkrachten heel de dag bouwen aan de lees-, schrijf-, luister- en spreekvaardigheid van hun leerlingen in betekenisvolle, authentieke leersituaties.” (p. 137-138)

  22. Kijkwijzer Hoeken/-contractwerk Functionaliteit? • Is het werken in hoeken een middel voor het bereiken van functionele doelen en niet louter een doel op zich? • Relevantie: wordt er gewerkt in de richting van de eindtermen? Betrokkenheid? • Leiden de werkvormen bij alle kinderen tot intense mentale activiteit en welke ontwikkelingsdomeinen worden daarin aangesproken? • Worden de betrokkenheidsbevorderende factoren optimaal ingezet (m.b. ‘aanpassing aan niveau’, ‘aandacht voor sfeer en relatie’, ‘werkelijkheidsnabijheid’, ‘leerlingactiviteit’, ‘leerlinginitiatief’)? Interactie en diversiteit? • Worden de leerlingen uitgenodigd om samen te werken op een interactieve wijze? • Is er ruimte voor leerbevorderende interactie tussen leerkracht en leerling(en)? • Biedt de activiteit voldoende ruimte om de eigen ervaringen aan te spreken?

  23. Valse tegenstellingen Kennis of vaardigheid? Taal verwerven is handelen met taal én daarover reflecteren. Kinderen leren taal niet louter al doende: ze moeten (op hun niveau) stilstaan bij wat ze aan het doen zijn. Preventie of remediëring? Taalbeleid omvat preventie én remediëring Remediëring wordt bij voorkeur niet beperkt tot: ‘meer van hetzelfde’ of ‘minder dan hetzelfde’.

  24. Nog meer valse tegenstellingen Nederlands of andere talen? Een positieve aandacht voor thuistaal van anderstalige kinderen staat de bevordering van het Nederlands niet noodzakelijk in de weg. Thuistaal – schooltaal Taal de hele dag kan een nieuwe dimensie krijgen als er bruggen worden gebouwd tussen thuis en school. En dat hoeft niet per se te betekenen dat de school de hele thuiswereld inpalmt…

  25. Citaat 5: De rol van evaluatie: van bouwsteen naar proces “Evaluatie biedt niet alleen een spiegel voor het kind maar ook een spiegel voor de school: resultaten van taaltoetsen en observaties kunnen dienen als hefboom voor onderwijsverbetering, tenminste als de school de resultaten van de evaluatie gebruikt om ook zichzelf te evalueren.” (p. 145)

  26. Citaat 6: Taalbeleidsplan “Een taalbeleidsplan is toekomstgericht. Het kan slechts vorm krijgen als met een zelfkritische houding naar het verleden en het heden wordt gekeken.” (p. 239)

  27. Beginsituatie-analyse

  28. Beginsituatie-analyse? Sop? Kolen?

  29. Een trio van doelstellingen op een bedje van Beginsituatie-analyse...

  30. Citaat 7: van plan naar acties “Een taalbeleidsplan is en blijft een plan: het kan een handig hulpmiddel zijn om doelstellingen en acties uit te denken en gedetailleerd te beschrijven, maar niet meer dan dat. Een plan blijft dode letter als er geen concrete handelingen uit voortvloeien. Als al dat plannen en vergaderen zoveel tijd opslorpt dat er geen tijd overblijft voor echte daden, of als de administratie de zaken alleen maar complexer maakt voor een schoolteam, kan het taalbeleid eerder afgeremd dan voortgestuwd worden.” (p. 261)

  31. Tien tips voor het efficiënt uitvoeren van een taalbeleidsplan geïnformeerd • Zorg ervoor dat alle leden van het team ………………………. (1) zijn over de inhoud van het taalbeleidsplan en hou hen ook goed geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het plan. • Werk met ….………………….(2) actief aan het uitvoeren van het taalbeleid: combineer acties die van bovenuit komen (vanuit het schoolbeleid) met acties van onderuit (in de verschillende klassen). Combineer individuele acties van leerkrachten met gezamenlijke acties door het team. Combineer acties op klasniveau met acties op schoolniveau. het hele team

  32. Tien tips (vervolg) realistisch • Ga …..……….(3) om met tijd en met vernieuwingen: probeer met kleine stappen vooruit te gaan. Probeer evolutie of vernieuwing niet te overhaasten maar respecteer anderzijds de gestelde tijdslimieten. • Zet in op……………………. (4) : laat leerkrachten die snel van start gaan andere teamleden inspireren, motiveren, informeren, ondersteunen of op een andere manier het voortouw nemen. Geef andere leerkrachten het recht om wat meer tijd te nemen of met kleinere stappen vooruit te gaan. • Werk met ……..…………….… (5) of …………………………….. (6), die de vaart in de uitvoering van het taalbeleidsplan kan houden en die ook voor de nodige ondersteuning aan individuele leerkrachten of directie kan zorgen. Neem als directie een actieve rol op in het voorstuwen van het taalbeleid. de olievlekstrategie een kernteam een taalbeleidscoördinator

  33. Tien tips (vervolg) externe hulp en deskundigheid • Zet waar nodig …………..……. (7) in: vraag feedback over de manier waarop de uitvoering van het taalbeleidsplan verloopt. Zoek buiten de school naar antwoorden op inhoudelijke en praktische vragen, zeker als het team vastzit. Vind geen wielen uit die reeds buiten de school zijn uitgevonden. Zoek contact met andere schoolteams (of leerkrachten van andere scholen) die in een gelijkaardig taalbeleidsproces verwikkeld zijn. • Blijf binnen het team …………………… (8) over het taalbeleid voeren en doe dat op verschillende manieren: informeel, formeel, mondeling, schriftelijk, ... Zorg ervoor dat leerkrachten met hun vragen of bedenkingen steeds bij iemand terechtkunnen. intensief overleg

  34. Tien tips (nog eens vervolgd) successen • Benadruk en bespreek geboekte ……………..…. (9). Zorg ervoor dat niet alleen de klachten, problemen en weerstanden de communicatie domineren. • Verlies bij het uitvoeren van de acties de ……….…….. (10) nooit uit het oog. Herinner teamleden aan het uiteindelijke doel van de acties. • ………………………..…… (11) hoe de acties verlopen en of het behalen van de doelstellingen haalbaar blijft. Stuur zo nodig bij. doelstellingen Evalueer permanent

  35. Inspectie kijkt mee “Uit de kwantitatieve en kwalitatieve analyses blijkt dat scholen die werken volgens de kwaliteitscirkel en die rekening houden met de drie niveaus school, leraren en leerlingen, met het creëren van een voldoende groot draagvlak, met netwerking en professionele aanpak van vraaggestuurde nascholing en professionalisering juist de voorbeelden van goede praktijk zijn” (Onderwijsspiegel 2004-2005, p. 25)

  36. Taalbeleid draait om samenhang • tussen beginsituatie-analyse en taalbeleidsplan; • tussen doelen op leerlingniveau en die op klas- en schoolniveau; • tussen doelen en acties; • tussen evaluatie en acties; • tussen wat verschillende leerkrachten in verschillende klassen doen; • tussen wat de directie doet en wat de leerkrachten doen; • tussen wat leerlingen denken en doen en wat leerkrachten denken en doen.

  37. Taalbeleid krijgt op de basisschool systematisch vorm als een schoolteam: • bewust stilstaat bij wat alle leden van het team concreet met taal doen en zich afvraagt hoe effectief en efficiënt dat is voor de ontwikkeling van de leerlingen; • beslist aan welke problemen en zwaktes prioritair aandacht moet geschonken worden; • voor die prioritaire aandachtspunten doelstellingen bepaalt en aan die doelstellingen gepaste acties verbindt; • die acties met alle betrokkenen probeert uit te voeren; • het effect van die acties evalueert en waar nodig bijstuurt. PLANMATIGHEID – TEAMWERKING - SAMENHANG

  38. Valkuilen voor taalbeleid • Taalbeleid is een zaak voor taalspecialisten. • Taalbeleid is een opdracht voor de directie. • Taalbeleid staat en valt met een taalbeleidsplan. • Taalbeleid gaat in de eerste plaats over taalcorrectheid. • Taalbeleid heeft vooral met regels en reglementen te maken. • Taalbeleid is de zoveelste 'extra' voor de school.

  39. Mercer,1995 “Een prestatie van een leerling is nooit alleen een weergave van de innerlijke talenten van die leerling, maar is ook een maat voor de effectiviteit van de communicatie tussen de leerkracht en de leerling.”

  40. Het gaat om het leren van ... “Taal is de zuurstof van het onderwijs. Taal doet leren.” (p. 9) “De ultieme toetssteen voor een geslaagd taalbeleid is dus niet hoe tevreden de leerkrachten of de directie erover zijn maar of de leerlingen, dankzij de uitvoering van het taalbeleid, sterker tot ontwikkeling komen.” (p. 286)

More Related