1 / 5

STOF PW hst. 3

Fictie vertelstandpunten thema (3 manieren van verwoorden) spanning + cliffhanger verhaalruimte. STOF PW hst. 3. Spelling VD & OD als bijv. nw hoofdletters werkwoordspelling. Schrijven (formuleren, blz. 112) incongruentie herkennen verbeteren. STOF PW hst. 3. Woorden

lexiss
Download Presentation

STOF PW hst. 3

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Fictie • vertelstandpunten • thema (3 manieren van verwoorden) • spanning + cliffhanger • verhaalruimte STOF PW hst. 3 • Spelling • VD & OD als bijv. nw • hoofdletters • werkwoordspelling

  2. Schrijven (formuleren, blz. 112) • incongruentie • herkennen • verbeteren STOF PW hst. 3 • Woorden • moeilijke woorden • stijlfiguren • hyperbool • eufemisme • understatement • litotes

  3. Leertips • Fictie: • zorg dat je eerst de definities van de verschillende kernbegrippen kent. • zoek daarna een “fictief” verhaal en lees dit. Ga vervolgens na: • wat het vertelstandpunt gebruikt is • waarom je dit denkt en waaraan je dit ziet • welk thema centraal staat en hoe je dit op drie manieren kunt verwoorden • op wat voor manier de schrijver probeert spanning op te bouwen • waar het verhaal zich afspeelt en wat voor gevolgen dit heeft op de personages en de gebeurtenissen STOF PW hst. 3

  4. Leertips • Spelling: • zorg dat je de theorie goed kent • VD en OD als bijv. nw: • schrijf tien werkwoorden op • schrijf van ieder werkwoord het VD en het OD op • maak bij ieder werkwoord twee zinnen, waarbij je eerst het VD als BNW en vervolgens het OD als BNW gebruikt • hoofdletters • maak de opdrachten die bij hoofdletters horen nogmaals STOF PW hst. 3

  5. Leertips • Formuleren: • zorg dat je de theorie goed kent • Maak zes zinnen waarbij een incongruentiefout op de loer ligt • drie zinnen waarbij het moeilijk is om te bepalen of het onderwerp ev of mv is • drie zinnen waarbij het lastig is om het MVW en het OND uit elkaar te houden • Woorden: • zorg dat je de betekenis van de woorden weet & leer de definities van de stijlfiguren • Bij moeilijke woorden  maak zelf met ieder woord een zin • Bij stijlfiguren  maak de bijbehorende opdrachten nogmaals + bedenkt zelf bij ieder stijlfiguur 3 voorbeelden. STOF PW hst. 3

More Related