1 / 8

7.4 Pers. en bez.vnw. p. 156 Leer: St. 5A-5B oef. a-b

Agenda ma. 30/5 toets voc. 401-800 les : toets verbeteren > di. HT verbeteren > do. !! goed kennen voor toets vr.: St. 9B-9C. 7.4 Pers. en bez.vnw. p. 156 Leer: St. 5A-5B oef. a-b. a 1. dat.: aan / voor jou 2. nom.: wij 3. dat.: aan/voor zichzelf 4. acc.: hem rest: reserve.

Download Presentation

7.4 Pers. en bez.vnw. p. 156 Leer: St. 5A-5B oef. a-b

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Agenda ma. 30/5toets voc. 401-800les: toets verbeteren > di.HT verbeteren > do.!! goed kennen voor toets vr.: St. 9B-9C

  2. 7.4 Pers. en bez.vnw.p. 156Leer: St. 5A-5Boef. a-b

  3. a 1. dat.: aan / voor jou 2. nom.: wij 3. dat.: aan/voor zichzelf 4. acc.: hem rest: reserve

  4. g 1. m’n vader (onbekl.) 2. van míjn vader 3. je eigen moeder 4. ik help m’n vader 5. ik lijk op m’n vriendinnen 6. onze dochter 7. haar broer 8. jouw moeder

  5. d 1. (hij leest) mijn brieven 2. ze vrezen ons niet. 3. aan/voor jullie broer 4. Jullie zijn voor mij vrienden. 5. Het past voor jullie goed te zijn.

  6. 6. Mijn vrienden zijn fantastisch. 7. Ze kon zichzelf niet helpen. 8. Hij/ze kon haar niet helpen. 9. Het past niet dat je dat zegt. 10. "Ken jezelf, " zei Apollo.

  7. 1. Ze helpen zichzelf wel, maar mij niet. • 2. Ze helpen hen wel, maar mij niet. • a. in zin 2 helpen de helpers andere mensen dan zz • b. tegenst. benadrukken • 3. Je helpt je eigen broer.4. Je helpt je broer. • 5. Je helpt haar broer.

  8. a. mondeling • b. zin 3 • c. zin 4 en 5 • 6. Ze denken dat jij dat gedaan hebt. • 7. Ik denk tenminste dat je dat nooit zal doen. • a. / • b. ejgwge, oujvpote

More Related