1 / 49

Urine- en sedimentonderzoek

Urine- en sedimentonderzoek. Afra Veken Gerard Beukeveld. Urine- en sedimentonderzoek. Urineverzameling Urineproductie Macroscopische beoordeling (oog, neus) Chemische beoordeling (urinestrip) Microscopische beoordeling (sediment). Waarom urine-onderzoek.

kipp
Download Presentation

Urine- en sedimentonderzoek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Urine- en sedimentonderzoek Afra Veken Gerard Beukeveld

  2. Urine- en sedimentonderzoek • Urineverzameling • Urineproductie • Macroscopische beoordeling (oog, neus) • Chemische beoordeling (urinestrip) • Microscopische beoordeling (sediment)

  3. Waarom urine-onderzoek Acute of chronisch ziekten opsporen die: voor de nieren in de nieren na de nieren zijn ontstaan.

  4. Waarom urine-onderzoek • Voor de nieren: grote eiwitproductie, celsterfte, infectie, diabetes, medicijnen • In de nieren: infectie, obstructie, stolling, auto-immuun, medicijnen, glucose • Na de nieren: blaaskanker, prostaat problemen, infectie, trauma, menstruatie

  5. Eindstadium nierfalen • Diabeten 40% • Hypertensie 27% • Chronische Glomerulonefritis 13% • Cysten 4% • Nefritis 4% • Overige (1 op 8) 12%

  6. Urine verzamelen • Midstroom zonder schoonmaak • Binnen 2 uur na lozing treden grote veranderingen in deze urine op • Spontaan (kinderen, incontinentie) • Katheter • Percutaan • Suprapubic

  7. Urine verzamelen • Midstroom • Eerste beetje urine in het toilet (maakt de afvoer schoon) • Midstroom in een beker opvangen • Rest kan weer in het toilet • Beker sluiten • Naam op het etiket en etiket op de beker • Afgeven voor onderzoek

  8. Typen urine monsters • Willekeurig (sediment) geen toevoegingen • Ochtend portie (geconcentreerd niet echt geschikt voor een sediment, zit al uren in de blaas en hoge concentratie stoffen). Wel voor eiwit en glucose. • 24 uurs verzameling (niet geschikt voor een sediment). Conservering, verzamelen, vergeten, wijze van verzamelen.

  9. Urine bewaren • Voor onderzoek op uiteindelijk een sediment moet verse urine worden gebruikt. Cellen en cylinders verdwijnen snel. Binnen 30 minuten bekijken. • Lukt dit niet dan urine in de koelkast zetten. Maximaal 4 uur vanaf lozing.

  10. Waar wordt de urine gemaakt

  11. De nier en zijn miljoenen nefronen

  12. Kapsel van Bowman Glomerulus

  13. Bloed, pre-urine en de urine

  14. Schema van een nefron

  15. Concentreren van de urine

  16. Bloed rondom een nefron

  17. Klaring van stoffen door de nier

  18. Macroscopische beoordeling(temperatuur,neus en oog) • Normale urine is licht tot donker geel • De urine is helder. • Per dag wordt 750 ml tot 2 liter urine geproduceerd. • Beker met verse urine is handwarm

  19. Macroscopische beoordeling • Geur • Ammoniumachtig (ureum afbrekende bacteriën) • Vies/onrein (oude urine, pus of ontsteking) • Zoet (glucose) • Fruitachtig (ketonen) • Limonadeachtig (groot urine probleem)

  20. Macroscopische beoordeling • Kleur • Kleurloos (verdunde urine) • Diep geel (geconcentreerde urine, vit B2) • Rood (bloed of hemoglobine, porfyrie, rode bietjes) • Bruin (zure urine met bloed) • Bruin-zwart (homogentisinezuur) • Groen (medicijnen, biliverdine) • Wit (chylusvocht door stuwing in lymfesysteem)

  21. Macroscopische beoordeling • Troebel • Typische cellen en kristallen • Delen van cellen en bacteriën • Kristallen (soms helder met zuur) • Pus • Erytrocyten • Rode urine na eten rode bietjes • Menstruatie • Centrifugeren zal sommige doen ophelderen.

  22. Chemische beoordeling

  23. Urine stripjes • Glucose • Bilirubine • Ketonen • Soortelijk gewicht • Bloed (erytrocyten en/of hemoglobine) • pH • Eiwitten • Urobilinogeen • Leukocyten • Nitriet (bepaalde bacteriën)

  24. Urinestripjes aflezen

  25. Resultaatverwerking stripje

  26. Glucose • Normaal zit rond de 0,8 mmol/l glucose in de ochtendurine. • De strip verkleurt als de glucose groter dan 2,2 mmol/l wordt. • De nierdrempel voor glucose is voor iedereen anders. • Verhoogd: • Dieet rijk aan suiker • Diabeet

  27. Ketonen • Hydroxyboterzuur, acetoacetaat en aceton • Afbraakprodukten bij verhoogde afbraak van vetzuren. • Verhoogd • ontregelde diabeten type I • sterk hongeren, • weinig koolhydraten in de voeding • koorts

  28. leucocyten • Leucocyturie duidt op infectie ergens in het urinesysteem. • Waar, dat moet worden uitgezocht. • Graunulocyten infectie • Eosinofielen allergische ontsteking • Lymfocyten chronische ontsteking

  29. Bilirubine • Bilirubine en al zijn verwanten geven een sterk gele urine. • Verhoogd bij verminderde galuitscheiding naar de darmen (galstenen, tumoren). • Bilirubine-achtige stoffen kunnen niet tegen zonlicht en de concentraties nemen snel af.

  30. Urobilinogeen • Verhoogd • Overlading levercapaciteit (hepatitis, tumor, hypoxie) • Intravasale hemolyse (transfusie, vergiftiging, infectie, tuinbonen bij G6PD) • Pernicieuze anemie • Hemolytische anemie • Versnelde hemoglobine afbraak • Constipatie en ander darmproblemen Afbraakproduct van heem (hemoglobine)

  31. De zuurtegraad pH pH 4,5 – 8 Meestal 5,5 – 6,5

  32. Erytrocyten en of hemoglobine • Bloed in urine heet hematurie • Waar komt dit bloed vandaan? • Voor de nier (hemolyse na transfusie) • In de nier of blaas (tumor of ontsteking) • Trauma • Menstruatie

  33. Hematurie • Glomerulonefritis • Eiwit, erytrocytencylinders • en dysmorfe erytrocyten • Renaal • Eiwit, geen dysmorfe ery’s • Na en in de nieren • Prostaat, kanker, cysten, nierstenen, trauma, • stollingsproblemen

  34. Dysmorfe erytrocyten

  35. Eiwit in urine (proteinurie) • Normaal is minder dan 20 mg/l eiwit in de urine aanwezig. • De dispstick meet pas vanaf 300 mg/l (15 keer hoger dan normaal) • Alleen als eiwit in urine te hoog is wordt het gemeten. • Meet alleen albumine, bijna geen immuunglobulinen en korte ketens (Bence Jones eiwitten) • Belangrijk is te weten hoeveel en welke soorten eiwitten in de urine zitten.

  36. Soorten eiwitten in de urine

  37. Albumine in urine • Met albumine in urine kan de nierfunctie vrij goed in kaart worden gebracht. • Deze methode is gevoelig vanaf 1 mg/l (normaal < 20 mg/l) • Reproduceerbaar en eenvoudig. • Therapie is hier mee te volgen. • Een portie ochtendurine is voldoende.

  38. Miscroscopische beoordeling

  39. Miscroscopische beoordeling • Het maken van een sediment moet gestandaardiseerd. • Niet te hard en te lang centrifugeren • Zorgen voor een 10 keer concentratie • Wel of geen kleuring toevoegen.

  40. Met een fasencontrastmiscroop

  41. Bacteriën • Komen normaal in de urine voor vanwege de hoge concentraties in vagina en plasbuis • Vermenigvuldigen zich snel bij kamertemperatuur, vandaar snel de urine bekijken. • Hoge concentratie van één soort bacterie duiden op urineweginfectie. • Meerdere soorten duidt op contaminatie

  42. Bacteriën

  43. Gistcellen • Gistcellen duiden op een infectie. • Soms moeilijk van ery’en leuco’s te onderscheiden. • Budding of is typisch voor gistcellen

  44. cilinders • Hyaline normaal, hypovolume • Granulocyten acute tubulaire schade, pyelonefritis • Erytrocyten glomerulonefritis • Witte cellen interstitiele nefritis • Grote brede beschadigde tibuli en duiden op eindstadium chronische nierziekten Lage doorstroom in de nieren, hoge zout concentratie, lage pH waardoor het Tamm-Horsfall eiwit neerslaat.

  45. cilinders

  46. WBC cilinder

  47. urinezuurkristallen

  48. Kristallen triple-fosfaat

  49. Microscopisch belangrijk Rode bloedelcilinders vasculitis, glomerulonefritis Witte bloedcellencilinders interstitiele nefritis Eosinofielen allergische interstitiele nefritis Erytrocyten glomerulaire bloeding, of elders Kristallen calcium oxalaat / fosfaat urinezuur, cystine Bacteriën, schimmels en gisten Epitheelcellen

More Related