1 / 14

Beeldvorming (inleiding)

Beeldvorming (inleiding). Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt?. Beeldvorming. Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt? Waar aan denk je als je aan Italië denkt ?. Beeldvorming. Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt? Waar denk je aan als je aan Italië denkt ?

jon
Download Presentation

Beeldvorming (inleiding)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Beeldvorming (inleiding) • Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt?

  2. Beeldvorming • Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt? • Waar aan denk je als je aan Italië denkt ?

  3. Beeldvorming • Waar denk je aan als je aan Duitsland denkt? • Waar denk je aan als je aan Italië denkt ? • Waar denk je aan als je aan Nederland denkt?

  4. De toekomst van Nederland • Vaak hebben buitenlanders een bepaald beeld bij Nederland als je het woord Nederland laat vallen. Een beeld noem je met een luxe woord: Perceptie. De beelden die vooroordelen uitdrukken noem je stereotypen.

  5. Planning: Iedereen heeft een beeld bij NL, maar met welke problemen worden we vandaag de dag geconfronteerd? Met andere woorden, waar gaan we het in dit hoofdstuk over hebben: • Vergrijzing • Mobiliteit • Water • Lees start & maken opdracht Start (opdr 1 tm 4) [15 min] • Uitleg paragraaf 1 [20 a 25 min] • Zelfstandig werken paragraaf 1 • Start (opdr1tm 4) • §1(opdr 1 tm14) • Nog vragen over hoofdstuk 1?

  6. Voor nu: • Lees start • En maak opdrachten start (1 tm 4) [15 min].

  7. Paragraaf 1: Vergrijzing en ontgroening • De bevolking groeit in Nederland: • Natuurlijke bevolkingsgroei • (geboortecijfer – sterftecijfer) • Sociale bevolkingsgroei • Migratie (vestiging – vertrek) • Afname vruchtbaarheidscijfer (aantal kinderen dat een vrouw voortbrengt): • Van 4 naar minder dan 2 • Gemiddeld 2,1 kinderen nodig om bevolking op peil te houden. • Aantal kinderen heeft o.a. te maken met hoge leeftijd waarop vrouwen zwanger raken.

  8. Afname vruchtbaarheidscijfer • Afname vruchtbaarheidscijfer (aantal kinderen dat een vrouw voortbrengt): • Van 4 naar minder dan 2 • Gemiddeld 2,1 kinderen nodig om bevolking op peil te houden. • Afname heeft te maken met: • Hoge leeftijd waarop vrouwen zwanger raken. • Anticonceptiemiddelen • Invloed van religie is afgenomen (ontzuiling) • Doordat er minderen jongeren bijkomen, spreken demografen ook wel van ontgroening • Ontgroening: Afname van het aantal mensen jonger dan 19 jaar.

  9. Vergrijzing • Tegenover ontgroening staat vergrijzing: • Vergrijzing: Toename van het aandeel 65+ in de bevolking. • Waardoor ontstaat vergrijzing: • Minder geboren kinderen • Babyboom generatie gaat met pensioen (geboren rond 1945-1950) • Langere levensverwachting (mensen worden steeds ouder)

  10. Demografische druk Aantal 0 t/m 19 jaar + aantal 65+ Aantal 20 tot 65 jaar x100% (hoe hoger de uitkomst hoe ‘slechter’) Uiteindelijk sterfteoverschot rond 2030 en vanaf 2038 demografische krimp (bevolking zal dan echt gaan afnemen)

  11. Basisboeknummers • BB 109: Veranderingen in bevolkingsaantal • BB 110: Bevolkingscijfers: absoluut en relatief • BB 111: Demografische transitie • BB 112: Bevolkingsdiagram • BB 115: Demografische druk

  12. BB 111: Demografisch transitiemodel • Wat laat dit model zien? • Geboortecijfer • Sterftecijfer • Totale bevolking • Hoe bevolkingssamen- stelling door de loop der jaren is veranderd

  13. BB 111: Demografisch transitiemodel • Fase 1: Geboorte en sterfte hoog • Fase 2: Sterfte verminderd door betere zorg, water/riolering etc. • Fase 3: geboortecijfer neemt ook af, minder kinderen nodig als oudedagsvoorziening • Fase 4: Stabiel • Fase 5: Vergrijzing Tussen Fase 2 en 3: Babyboom 1945 - 1960 1960 - nu Vergrijzing 2015 + ???

  14. Voor nu: • Maken Start + §1 (1 t/m 14) • Start met opdracht 14 (dit is een atlas vraag, die kun je nu goed in de klas maken)

More Related