1 / 55

Oriëntatie op de geografie

Oriëntatie op de geografie. Bijeenkomst 5 Terugblik kernconcept ruimte (o.a. kwantitatieve technieken Regio’s. Kernconcepten van de geografie. Gebied/plaats (place). Ruimte (space). Kernconcepten ruimte & samenhang.

jeff
Download Presentation

Oriëntatie op de geografie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Oriëntatie op de geografie Bijeenkomst 5 Terugblik kernconcept ruimte (o.a. kwantitatieve technieken Regio’s

  2. Kernconcepten van de geografie Gebied/plaats (place) Ruimte (space)

  3. Kernconcepten ruimte & samenhang

  4. Welke instrumenten hebben geografen om spreidingspatronen van verschijnselen te beschrijven en de samenhangen te verklaren? Spreiding- en netwerkpatronen op kaarten Vaktaal (begrippen) Modellen Graviteitsmodel van Reilly Difussiepatronen Tijd-ruimte prisma’s van Hägerstrand Kwantitatieve technieken Clusteringsindex Locatiequotiënt Correlatie Systemen Theorieën

  5. Clusteringsindex

  6. Clusteringsindex A = 7,8 /8 = 0,97 E = 8 0 = 5 x 5 = 25cm² C = 2 x 0,97 √8/25 = 1,1

  7. Locatiequotiënt Aandeel beroepsbevolking werkzaam in de Dienstverlening (2001): • Noord-Holland: 85% • Noord-Brabant: 72% • Nederland: 78% LQ Noord-Holland: 85/78 = 1,08 LQ Noord-Brabant: 72/78= 0,92

  8. Correlatiegrafiek Zoek de fout.

  9. Toepassing correlatiegrafiek: stadsgeografie (thema leefbaarheid)

  10. Toepassing correlatiegrafiek: stadsgeografie (thema leefbaarheid)

  11. Grafieken als middel voor het bereiken van doelen Kritisch kijken naar de manier waarop het geografisch instrumentarium bewust of onbewust wordt ingezet.

  12. Welke instrumenten hebben geografen om spreidingspatronen van verschijnselen te beschrijven en de samenhangen te verklaren? Spreiding- en netwerkpatronen op kaarten Vaktaal (begrippen) Modellen Graviteitsmodel van Reilly Difussiepatronen Tijd-ruimte prisma’s van Hägerstrand Kwantitatieve technieken Clusteringsindex Locatiequotiënt Correlatie Systemen Theorieën

  13. Regio’s en regionaliseren Knox & Marston, regional analysis, p. 31- 36

  14. Doelen • Toepassingen van het geografisch instrumentarium bij het beschrijven en verklaren kunnen herkennen, toepassen en kritisch beschouwen. • De regio als gedachteconstructie aan de geografische zienswijze (= formeel object van de geografie) kunnen relateren. • De drie typen regio’s kunnen omschrijven en in voorbeelden herkennen. • Op basis van gegevens kunnen regionaliseren en regio’s onderverdelen in subregio’s • Het samenwoningsmodel kunnen uitleggen en als functionele regio kunnen typeren.

  15. Kernconcepten ruimte & samenhang

  16. Kernconcepten van de geografie Gebied/plaats (place) Ruimte (space) Regio en regionaliseren

  17. Opdracht In de media wordt het Middellandse Zeegebied vaak aangeduid als een regio. De vraag is echter waar de grenzen van deze regio liggen. • Teken m.b.v. gegevens in de atlas de grenzen van het Middellandse Zeegebied. • Indien toegang tot internet. Op welke wijze wordt het Middellandse Zeegebied op Wikipedia afgebakend? Welke criteria zijn gebruikt?

  18. Het Middellandse Zeegebied • Het Middellandse Zeegebied is het gebied rond de Middellandse Zee, omvattende Spanje, Gibraltar, het zuiden van Frankrijk, Monaco, Italië, Malta, San Marino, het Vaticaan, Slovenië, Kroatië, Montenegro, Albanië, Bosnië, Griekenland, Turkije, Cyprus, Syrië, Libanon, Israël, Palestina, Egypte, Libië, Tunesië, Algerije en Marokko. • Portugal is geen mediterraan land, omdat het niet aan de Middellandse Zee ligt, maar wordt op grond van overeenkomstige eigenschappen met mediterrane landen wel vaak als zodanig beschouwd. De mediterrane landen hebben verschillende van de volgende kenmerken gemeen: • De mediterrane provinciae van het Romeinse Rijk • Semitische en Griekse wortels • ooit onderdeel van het Imperium Romanum • snijvlak van Europese en Arabische cultuur • het mediterrane dieet: veel groente, vis en zeevruchten, weinig vlees; het gebruik van olijven, olijfolie, tomaten, amandelen • droog klimaat

  19. Regio’s • Binnen de geografie worden regio’s gezien als gedachteconstructies geen bestaande gebieden • Regionaliseren = geografisch classificeren/ groeperen • In het politiek maatschappelijk handelen worden juridische regio’s gehanteerd (gemeente, provincie, etc. ) Het betreft hier statistische eenheden. • Regio is ook de dagelijkse omgeving voor individuen (= Place)

  20. Type regio’s Formele regio: een gebied dat wordt afgebakend op basis van een of meerdere gelijksoortige verschijnselen Functionele regio: een gebied op basis van interactie tussen verschijnselen. Indien sprake is van één centrum dan spreken we van een nodale regio. Perceptuele regio: een gebied dat is afgebakend op basis van perceptie. D e regio geeft de perceptie weer van het karakterestieke van een gebied.

  21. Formele regio. In dit geval een uniforme regio, d.w.z. het gebied is afgebakend op basis van één verschijnsel (malaria). In alle delen van de regio komt het verschijnsel voor.

  22. Formele regio

  23. Formele regio (in literatuur soms zonale regio genoemd)

  24. Regionaliseren Formele regio op basis van twee verschijnselen

  25. Formele regio op basis van meerdere verschijnselen Denk aan afbakening van het Middellandse Zeegebied bij Wikipedia

  26. Fig. 1.24 Knox & Marston, The Mormon culture region (Core): de zone met de grootste concentratie of homogeniteit van een verschijnsel of verschijnselen Domain: het gebied buiten de kern waar het verschijnsel nog geconcentreerd aanwezig is, maar minder dan in het centrum Sphere (periferie): de rand van regio. Het verschijnsel komt voor, maar niet geconcentreerd of homogeen. Vaak een overlapzone met een andere regio.

  27. Functionele regio • Afbakening op basis van interactie tussen verschijnselen • Interactie kan plaatsvinden tussen verschillende min of meer gelijksoortige centra (bijv. steden) • Interactie kan plaatsvinden van één herkenbaar centrum (= nodale regio)

  28. Functionele regio

  29. Nodale regio

  30. Functionele regio’s, bijv. afbakening m.b.v. het garviteitsmodel

  31. Voorbeelden regionaliseren van fysische of culturele verschijnselen

  32. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  33. Wat is geografie? Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  34. Regionaliseren Een dagje aan het strand Orford Ness

  35. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett) Orford Ness

  36. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett) Orford Ness

  37. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  38. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  39. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  40. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  41. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  42. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  43. Regionaliseren Een dagje aan het strand (Peter Haggett)

  44. Perceptuele regio’s Afbakening op basis van beelden en representatie

  45. Regionale identiteit Joel Garreau (1981)The Nine Nations of North America

  46. Het samenwoningsmodel • Regionaalsysteem, toont de relaties / interactie in een gebied • Analyse-instrument voor een gebied (verschillende schaalniveaus)

  47. Het samenwoningsmodel (regionaal systeem)

More Related