1 / 54

Module ribCO1 3z Draagconstructie in Staal, Hout en Beton Week 03

Module ribCO1 3z Draagconstructie in Staal, Hout en Beton Week 03. Studiejaar 2006 - 2007 Studiepunten 3 ECTS Bouwkunde / Civiele techniek 5e semester deeltijd. Sterkte en stabiliteit. Week 03 Theorie: Inleiding sterkteberekeningen: Wat zijn unity checks Stabiliteit gebouwen

jaden
Download Presentation

Module ribCO1 3z Draagconstructie in Staal, Hout en Beton Week 03

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Module ribCO1 3z Draagconstructie in Staal, Hout en Beton Week 03 Studiejaar 2006 - 2007 Studiepunten 3 ECTS Bouwkunde / Civiele techniek 5e semester deeltijd

  2. Sterkte en stabiliteit Week 03 • Theorie: Inleiding sterkteberekeningen: Wat zijn unity checks • Stabiliteit gebouwen • Windverbanden berekenen

  3. Sterkte en stabiliteit • Normaalkrachten ? • Verdeling normaalkrachten ? • Sterkte en spanningen ?

  4. Sterkte en stabiliteit • De rekenwaarde Fd van belasting is gelijk aan de belastingsfactor maal de gebruiksbelasting • Fd = γF x F. • De rekenwaarde Fd veroorzaakt in de constructie spanningen σd in N/mm2 • σd = Fd / A

  5. Sterkte en stabiliteit De materiaalsterkte: • De materiaalsterkte is de bezwijksterkte gedeeld door de oppervlakte van de dwarsdoorsnede • fu = Fu / A

  6. Sterkte en stabiliteit • De rekenwaarde van de belasting moet kleiner of gelijk zijn aan de rekenwaarde van de sterkte. • σd ≤ fd of σd / fd ≤ 1 = UNITY CHECK • σ / f ≤ 1 of σ ≤ f

  7. 5% van totaal oppervlak 5% van totaal oppervlak vermenigvuldigen met f delen door m Fs;m Fs;rep Fs;d Fr;d Fr;rep Fr;m De toets op sterkte: Belasting < Sterkte Fs;d < Fr;d Of : U.C. ≤ 1 met U.C. = Belasting/Sterkte Sterkte en stabiliteit

  8. Sterkte en stabiliteit Detailleren en verbinden Uitgangspunten detailleren • Beperk het aantal verschillende details • Houd rekening met de toleranties van de halffabrikaten • Kies waar mogelijk een automatische wijze van fabriceren • Maak gebruik van hoeklassen en beperk het lasvolume • Kies per constructie één type bout • Maak gebruik van platen van gelijke dikte • Zorg dat de contructie makkelijk is te monteren • Voorkom dat op de constructie stof en water achterblijven.

  9. Sterkte en stabiliteit Verbindingen • Verbindingen in draagconstructies moeten voldoen aan het mechanisch gedrag waarbij het ontwerp van uit is gegaan

  10. Sterkte en stabiliteit Veel voorkomende verbindingen Normaal- en dwarskrachtverbindingen tussen liggers en kolommen

  11. Sterkte en stabiliteit Normaal- en dwarskrachtverbindingen tussen liggers en liggers

  12. Sterkte en stabiliteit Flexibele momentverbindingen tussen liggers en kolommen

  13. Sterkte en stabiliteit Starre momentverbindingen tussen liggers en kolommen

  14. Sterkte en stabiliteit Momentvast ligger - kolom

  15. Sterkte en stabiliteit Momentvast ligger - ligger

  16. Sterkte en stabiliteit Principe kolom-fundering verbindingen

  17. Sterkte en stabiliteit Portalen • Een portaal is in feite een raamwerk. Portalen worden oa. Toegepast bij overkappingsconstructies, kraanconstructies en bovenleidingen van de spoorwegen. • Momentvast of scharnierend

  18. Sterkte en stabiliteit • Stabiliteit • Het vermogen van de constructie zijn evenwicht te bewaren onder de inwerking van krachten. • Als de constructie geen weerstand kan bieden aan horizontaal inwerkende krachten dan bezit de constructie onvoldoende zijdelingse stabiliteit. • Een balk over een overspanning (architraaf) kan een grotere zijdelingse stabiliteit verkrijgen door toepassing van voetverbreding. • Iedere constructie heeft maximale afmetingen en verhoudingen. Abnormale verhoudingen leiden tot instabiliteit • Instabiliteit kan ook optreden bij belasting door verticale krachten. • Een instabiele constructie noemt men labiel.

  19. Sterkte en stabiliteit Opnemen windbelasting • Draagconstructies moeten in staat zijn windbelasting op te nemen en deze naar de fundering af te voeren. Daarbij gaat het vooral om de horizontale windbelasting • 1. Ongeschoorde raamwerken (met buigstijve verbindingen) • 2. Geschoorde raamwerken (met aparte stabiliteitsvoorzieningen)

  20. Sterkte en stabiliteit De hoofddraagconstructie brengt de belastingen over naar de fundering

  21. Sterkte en stabiliteit • Onderdelen van de hoofddraagconstructie, welke ? • Windligger ? • Windbok ?

  22. Sterkte en stabiliteit

  23. Sterkte en stabiliteit

  24. Sterkte en stabiliteit Wind in dwarsrichting

  25. Sterkte en stabiliteit Wind in langsrichting

  26. Sterkte en stabiliteit • Functies horizontale – en verticale windverbanden, welke ? • Verhouding windverband ?

  27. Sterkte en stabiliteit Bij een verhouding groter of gelijk aan 10 zijn ook tussen de eindgevels windbokken nodig.

  28. Sterkte en stabiliteit Kenmerken geschoorde draagconstructies?

  29. Sterkte en stabiliteit Kenmerken voor statisch bepaalde en onbepaalde portalen Conclusie; De krachtsverdeling in een statisch bepaalde constructie wordt niet beïnvloed door opgelegde vervormingen

  30. Sterkte en stabiliteit • Twee windbokken samen met een windligger zijn in staat de standzekerheid van de hal in één richting te verzorgen. • Om de standzekerheid voor twee richtingen te waarborgen zijn dan vier windbokken nodig. • Wanneer het dakvlak beschouwd kan worden als een stijve schijf zijn minimaal 3 windbokken nodig. (2 stuks niet evenwijdig en in tenminste 3 vlakken verticale verbanden)

  31. Sterkte en stabiliteit Plaatje C: Rotatie om A

  32. Sterkte en stabiliteit Beperking ongeschoorde raamwerken middels toepassing van horizontale dakverbanden.

  33. Sterkte en stabiliteit Overdracht verticale belasting

  34. Sterkte en stabiliteit Windbelasting • De wind behoord tot de veranderlijke belastingen. • Windbelastingen treden op in vlagen, waardoor in korte tijd grote variaties in winddruk kunnen optreden.

  35. Sterkte en stabiliteit Factoren windbelasting • in welke streek van het land staat de constructie • ligt het bouwdeel beschut of in open terrein • hoe is het bouwdeel georiënteerd t.o.v. de windrichting • hoe hoog is het gebouw • wat is de vorm van het gebouw • hoe is de orientatie van het beschouwde vlak t.o.v. de heersende windrichting • wat is de ruwheid van de oppervlakten waarlangs de wind strijkt • welke afmetingen heeft het gebouw • wat is de stijfheid van het gebouw • is het bouwwerk open of (gedeeltelijk gesloten)

  36. Sterkte en stabiliteit Stuwdruk • De basis voor de berekening van de windbelasting is de stuwdruk • pw = C * 1/2ρv2w • vw = windsnelheid • ρ = volumieke massa van lucht (1.25 kg/m3) • C = turbulentiefactor

  37. Sterkte en stabiliteit • Winddruk de wind blaast loodrecht op het vlak • Windzuiging de wind blaast loodrecht van het vlak af • Windwrijving de wind blaast evenwijdig aan het vlak • Overdruk door naden/kieren ontstaan binnen in het gebouw een hogere druk dan normaal • Onderdruk door naden/kieren zuigt de wind uit het gebouw waardoor een lagere luchtdruk ontstaat dan normaal

  38. Sterkte en stabiliteit • Om de representatieve luchtdruk te kunnen berekenen moet men uitgaan van de vorm en de afmetingen van het gebouw en met de dynamische effecten. • Deze factor wordt vermenigvuldigd met de stuwdruk volgens: • prep = pw * Cindex

  39. Sterkte en stabiliteit • De windvormfactor Cindex is gelijk aan: • - Cpevoor externe winddruk (+) respectievelijk zuiging (-) • - Cpivoor interne overdruk (+) respectievelijke onderdruk (-) • - Cfvoor windwrijving. - Cf = 0.01 gladde oppervlakten (geen profilering) - Cf = 0.02 bij oppervlakten met uitsteeksel ≤ 40 mm (golfplaat) - Cf = 0.04 bij oppervlakten met uitsteeksel ≥ 40 mm (dakpannen)

  40. Sterkte en stabiliteit Algemene formule • prep = Cdim * Cindex * Ceg * φ1 * pw • prep = windbelasting in kN/m2 (druk, zuiging ed.) • Cdim = factor voor afmetingen van het gebouw • Cindex = windvormfactor (druk, zuiging ed.) • Ceg = drukvereffeningsfactor • φ1 = vergrotingsfactor dynamische invloed • pw = extreme stuwdruk, afhankelijk van locatie en hoogte

  41. Sterkte en stabiliteit Bij platte daken

  42. Sterkte en stabiliteit Bij schuine daken

  43. Sterkte en stabiliteit

  44. Sterkte en stabiliteit

  45. Sterkte en stabiliteit

  46. Sterkte en stabiliteit Gegeven • Een gesloten hal met gevels van licht geprofileerde staalplaten en een dakbedekking van kunststoffolie. • De stabiliteitselementen (windliggers en windbokken) voor beide richtingen zijn schematisch weergegeven met gearceerde vlakken. Het gebouw ligt langs de kust (gebied 1) in de bebouwde kom. Gevraagd • De krachten op de windligger, de windbokken en de fundering voor de wind in dwarsrichting. Windzuiging op het dak en loodrecht op de beschouwde windrichting mag buiten beschouwing worden gelaten.

  47. Sterkte en stabiliteit

  48. Sterkte en stabiliteit Uitwerking • De hal is 12 meter hoog en ligt in gebied 1 van de bebouwde omgeving. • De stuwdruk pw volgt uit de tabel: pw = 0.81 kN/m2. • De vormfactor voor windwrijving is voor het gladde oppervlak; Cf = 0.01 en voor de geprofileerde gevel Cf = 0.02 Hiermee wordt voor de gelijkmatig verdeelde windbelasting gevonden • Winddruk prep = Cpepw = +0.80 * 0.81 = 0.650 kN/m2 • Windzuiging prep = Cpepw = -0.4 * 0.81 = 0.325 kN/m2 • Windwrijving prep;dak = Cfpw = 0.01 * 0.81 = 0.008 kN/m2 • prep;gevel = Cfpw = 0.02 * 0.81 = 0.016 kN/m2

  49. Sterkte en stabiliteit • De resulterende windkrachten op de verschillende dak- en geveloppervlakken bedragen: • Winddruk Frep = prep * Agevel = 0.650 * (60 * 12) = 486 kN • Windzuiging Frep = prep * Agevel = 0.325 * (60 * 12) = 234 kN • Windwrijving Frep;dak = prep * Adak = 0,008 * (20 * 60) = 10 kN • Windwrijving Frep;gevel = prep* Agevel= 0.016 * (20 * 12) = 4 kN

  50. Sterkte en stabiliteit

More Related