1 / 19

Business Plan

Business Plan. Inleiding: heb bedrijf, ben baas. HEB BEDRIJF, BEN BAAS. En dan? Wat doe je dan om dat bedrijf te laten draaien? Wat moet je doen?. Grof gezien: 4 antwoordlijnen. Traditionele kijk op bedrijfsbeheer Evolutietheorie-benadering Procesbenadering Systemische benadering.

Download Presentation

Business Plan

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Business Plan Inleiding: heb bedrijf, ben baas

  2. HEB BEDRIJF, BEN BAAS En dan? Wat doe je dan om dat bedrijf te laten draaien? Wat moet je doen?

  3. Grof gezien: 4 antwoordlijnen • Traditionele kijk op bedrijfsbeheer • Evolutietheorie-benadering • Procesbenadering • Systemische benadering

  4. De traditionele kijk op zaken doen • Doel is ROI – de weg = rationele planning • Als het niet goed gaat, trek je het recht • Lukt dat niet, dan stoot je af • Wat je zoekt zijn managers, bedrijfswetenschappers die winstoptimalisatie strategieën maken

  5. Gezien vanuit evolutietheorie • De markten bepalen de winst, niet de managers • Wat managers ook doen: als je ermee wint en overleeft, is het goed. • Een goede manager heeft “het” en is meer goed dan fout – dat is diegene die je aan uw kant moet hebben. • “het” is een combinatie van stielkennis, planning en vooral ook overlevingsinstinct (= flexibiliteit)

  6. Bedrijfsvoering gezien als proces • Bedrijven en markten zijn complex en chaotisch per definitie – je moet er geen ideaal op los laten maar werken met dat wat de praktijk je op dat moment aangeeft. • Iedereen in het bedrijf en de markt heeft zijn eigen doel en prioriteiten – wat een organisatie kan bereiken wordt bepaald door wat het met de verschillende partijen kan negotiëren • Het beste wat een manager kan doen, is het proces simplificeren – de dingen duidelijk maken voor iedereen – zorgen dat een max. aan partijen weten waarmee ze bezig zijn.

  7. Systemische kijk op bedrijfsvoering • Een bedrijf kan effectief plannen .. als het rekening houdt met ALLE te plannen factoren • De belangrijkste factor is “mensen”: als individu én als lid van een sociale groep in een gegeven sociale omgeving. • Wat een bedrijf wil en kan bereiken wordt bepaald door die “mensen”: hun sociale klasse en beroep, hun land en cultuur, hun familie en geslacht, .. EN door de sociale omgeving waarin zij leven en werken. • Dus: vandaag streef je naar winst, morgen naar overleven, overmorgen naar niet-outsourcen, dan naar milieu-sparen, …. • Een goede manager snapt het systeem. En is dus voorbereid en flexibel.

  8. Overzicht strategisch-plan-benaderingen TRADITIONEEL – MODELLEN 1960 – Grote, stabiele, bestaande ondernemingen Drucker, Chandler, Ansoff, Sloan, Kotler, Porter,…. EVOLUTIE – OVERLEVEN Jaar 0 - KMO’s, “uitdagers”, niche1980 – grote bedrijven Einhorn, Hogarth, Levinson (geurrilla MKT) .. Thatcher/Reagan SYSTEMISCH 1990 – globalisatie – “thinkglobal, act local” – e-dinges?? Kotler PROCESBENADERING 1970 – oliecrisis, Japan komt - B2B – “boundedreality” politiek & negotiatie American Carnegie School: Cyert, March, Simon, … Noteer: NIET zwart/wit – GEEN bewust plan maar “systemische” observatie

  9. Overzicht strategisch-plan-benaderingen TRADITIONEEL – MODELLEN Strategisch plan • Volgens regels & “recepten” • Correcte modellen, correcte cijfers – gedetailleerd. • Nieuwe modellen = kwaliteit EVOLUTIE – OVERLEVEN Strategisch plan • Kort, krachtig, actiegericht • “in grote trekken” • Trial & error nadruk op hoe plan tot stand kwam • Nieuwe ideeën : kwaliteit SYSTEMISCH Strategisch plan: People (evol.?) –Planet (proces?) –Profit (trad.?) ? PROCESBENADERING Strategisch plan: nadruk op strategisch planningproces = HOE de strategie ontwikkeld werd Noteer: NIET zwart/wit – GEEN bewust plan maar “systemische” observatie

  10. Tot besluit • Niets is “altijd en overal” GOED • Alles heeft zijn verdienste OP VOORWAARDE DAT en in de MATE WAARIN jij weet waar je mee bezig bent. • De GROOTSTE VAL = ZELFBEDROG • 2e grootste val = “halve kennis met hele eigendunk”

  11. Het vak Strategisch Marketing/Bedrijfsbeleid Een Systemische benadering

  12. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” • Marketing is geen technisch essentiële bedrijfsfunctie  Niemand engageert een echtemarketeer TENZIJ “de essentiële functies” op een muur gelopen zijn en niet meer verder kunnen • De marketeer moet “het probleem oplossen” = de jobopdracht • Marketeer = adviseur  geen beslissing maar voorstel opleveren  “plan” • “oplossen” impliceert “dingen veranderen” • Anders doen  veranderen doet pijn  “waarom”? • Dingen stoppen  jobverlies/egoverlies/funverlies  “waarom”? + gaatniet gebeuren als MAN niet minstens iets in de plaats krijgt wat de beslissing hem gaat kosten • Dingen bijdoen  risico op falen  “waarom” maar vooral “waarvoor” + garanties + zicht op CONCRETE kans op winst

  13. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” • “Probleem oplossen” = ALTIJD iets wat in toekomst moet gebeuren • “toekomst” = per definitie nooit EXACT voorspelbaar • “voorspelbaarheid” wordt moeilijker naarmate • Terrein onbekender • “toekomst” verder weg in tijd • ALLE mensen met verantwoordelijkheid vrezen controleverlies • “controleverlies” = kans op problemen die ze niet opgelost krijgen • Remedie “controleverlies”: iets dat of iemand die zekerheid geeft

  14. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” • Per conclusie • Een bedrijf verwacht dat zijn marketeer haar terug “in controle” brengt. = niet afhankelijk van toeval maar zelf “aan het stuur” • Vergelijk met “auto rijden”  “in controle” komt uit: • Duidelijk “weten waar men mee bezig is, waar men naartoe gaat” • Duidelijk zicht op “de knopkes” en “waar ze voor dienen” • Duidelijke, ingeoefende instructies over wat wanneer doen • … en “de GSM-nummer van pa” voor als het fout gaat. • Werkt alleen als je in “pa” gelooft • Vertrouwen in volledigheid verhaal + “almacht” van “pa”

  15. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” • (Marketing) plannen : een kwestie van vertrouwen • Toekomst is en blijft onzeker en onvoorspelbaar • Als jouw plan gevolgd wordt, worden alle andere alternatieven per definitie NIET getest (= ze hadden beter kunnen zijn) • (Marketing) plannen: Altijd een zaak met zeer hoge inzet • Een bedrijf/afdeling/product in moeilijkheden gaat uiteindelijk dood • Een gezond bedrijf/afdeling/product zonder of met te weinig werkingsmiddelen ook • Een bedrijf/afdeling/product dat sterft  inkomstenverlies voor een hele hoop mensen • EN diegene die de marketeer en/of zijn plan aanneemt, is daar PERSOONLIJK én PUBLIEK verantwoordelijk voor • Het is altijd een “ondeskundige met beperkte ervaring” die de klus gaat moeten klaren • Elk probleem = nieuw & anders … behalve als er geen probleem te zien is en men gewoon verder doet zoals men bezig is (= conventioneel “invullen” van modellen)

  16. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” GIJ ZIJ • Weet het ook niet • Hoe beginnen? • Wat doen? • Bang dat ge het fout doet • Zenuwen, baldadig, faalangst, vluchten/”delegeren” • Reflex: imiteren, achter voorbeelden lopen • Rekenen op/vrezen-uw- gebrek-aan u en uw deskundigheid • Zien ze “deskundig”? • Bang dat gij niet ziet hoe belangrijk het is • Vrezen “gebrek aan ernst” én “somberheid”/angst • Vrezen “onpersoonlijke routine”

  17. Het vak “strategisch marketing/bedrijfsbeleid” “Oplossing” • Gebruik de werkmodellen en benaderingsystemen uit je opleiding als basis voor je werk • Projecteert deskundigheid en rust, geeft houvast • Werk zoveel mogelijk SAMEN • Geeft zekerheid én inzicht aan BEIDE kanten  valoriseert strategisch DENKPROCES • Opdrachtgever ziet DAT ge werkt en HOE ge werkt • Gij krijgt zekerheid input deskundigheid/betrokkenheid opdrachtgever • Hoe? • Rapporteer per werkstap – bouw GO/NOGO in • Maak “professioneel” je natuurlijke uitstraling: altijd en overal • Kleding, houding, taalgebruik  verzorgd, met inzicht in context • Werkmaterialen: volledige uitrusting, functioneel, gespecialiseerd, deskundig gebruik, .. • Afspraken & beloftes: HOUDEN is belangrijker dan “altijd alles”en “veel”

  18. Cursusverwachtingen • Je bent op tijd op je werk – ELKE les • Je bent voorbereid: je teamleden rekenen op u • Je “trekt je gewicht” in je team • Je luistert ACTIEF en je neemt deel aan de les • Je bent volledig betrokken als leider in dit vak • Je bezorgt de lesgever feedback TIJDENS het parcours • Laptops en andere toestellen zijn er enkel om mee te WERKEN aan DEZE opdracht

  19. Aanbevolen studiemateriaal • Het boek • Whittington, Richard. “What is Strategy – and does it matter?” (2002) ThomsonLearning, UK • Sites: • http://gwendolyncuizon.suite101.com/theories-of-action-in-business-strategy-a94410.html#ixzz1UdiiQW3c • http://en.wikipedia.org/wiki/Richard_Whittington_%28academic%29 • http://faculty.ksu.edu.sa – zoek: “Whittington’sapproach to Strategy” (doc) Slides http://www.slideshare.net/theplanninglab/what-is-strategy-presentation

More Related