1 / 98

Het heupgewricht

Het heupgewricht. Anatomie van de heup. Osteologie Ligamenten Myologie. Osteologie. Heupgewricht: verbinden femur en os coxae. Femur. Corpus femoris Collum femoris Caput femoris Trochantor major Trochantor minor Linea intertrochanterica Crista intertrochanterica Condylus lateralis

iago
Download Presentation

Het heupgewricht

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het heupgewricht

  2. Anatomie van de heup • Osteologie • Ligamenten • Myologie

  3. Osteologie • Heupgewricht: verbinden femur en os coxae

  4. Femur • Corpus femoris • Collum femoris • Caput femoris • Trochantor major • Trochantor minor • Linea intertrochanterica • Crista intertrochanterica • Condylus lateralis • Condylus medialis

  5. Os coxae • Facies lunata

  6. Articulatio coxae • Gewrichtsvlakken - facies lunata - caput femoris • Facies lunata + labrum acetabulare => 2/3 caput femoris • Ligamentum transversum acetabuli voltooit gewrichtspan

  7. Ligamenten • Ligamentum iliofemurale • Ligamentum capitis femoris • Zona orbicularis • Ligamentum pubofemorale • Ligamentum ischiofemurale

  8. Zuiver functionele stand van de heup • Gewrichtsvlakken vallen volledig samen bij - anteflexie van 90° - geringe abductie - geringe exorotatie => Stand op handen en voeten

  9. Structuur van het femur • Lichaamsgewicht van caput naar femur via collum • Speciale structuur proximaal uiteinde femur om grote krachten op te vangen

  10. Myologie

  11. Dorsale heupspieren Aanhechtend in gebied trochantor minor • Musculus iliopsoas=musculus psoas major(2) + musculus iliacus(1)

  12. Aanhechtend in gebied trochantor major • M. tensor fasciae latae • M. glutaeus maximus • M. glutaeus medius • M. glutaeus minimus • M. piriformis

  13. Ventrale heupspieren • Triceps coxae= M. obturatorius internus + Mm. Gemelli (sup & inf) • M. quadratus femoris • M. obturatorius externus

  14. Adductoren van het bovenbeen • M. pectineus • M. gracilis • M. adductor longus • M. adductor brevis • M. adductor magnus • M. adductor minimus

  15. Voorste spieren van het bovenbeen • M. sartorius (biarticulair) • M. quadriceps femoris • Rectus Femoris (biarticulair) • Vastus Lateralis (Externus) • Vastus Intermedius • Vastus Medialis (Internus)

  16. Achterste spieren van het bovenbeen • M. biceps femoris - caput breve (2)- caput longum (1) • M. semitendinoses (3) • M. semimembranoses (4)

  17. Anteflexie en retroflexie • Beweging in het saggitale vlak omheen een transversale as in een frontaal vlak • Anteflexie = beweging waarbij de voorkant van het bovenbeen de romp nadert, de onderste extremiteit ligt voor het frontaal vlak door het gewricht • Retroflexie: onderste extremiteit ligt achter het frontaal vlak

  18. Anteflexie • Actieve anteflexie: - actief < passief - afhankelijk van de stand van de knie gestrekt: tot 90° gebogen: tot 120° of meer

  19. Anteflexie • Passieve anteflexie: - afhankelijk van de stand van de knie bij gestrekte knie < bij gebogen knie bij passieve anteflexie beide heupen: naar achter kantelen van het bekken

  20. Retroflexie • Actieve retroflexie < passieve retroflexie • Actieve retroflexie gestrekte knie > gebogen knie

  21. Retroflexie • Passieve retroflexie - tot 20° bij het naar voren uitvallen - 30° indien men met kracht trekt Opm: ballerina’s : uitrekking van het lig. iliofemorale

  22. Functie van de ligamenten • Drie belangrijke ligamenten lig. pubofemorale lig. ischiofemorale lig. iliofemorale dorsaal ventrocaudaal

  23. Functie van de ligamenten • Alle ligamenten zijn op dezelfde wijze rond het collum gedraaid - bij anteflexie: ontrolling - bij retroflexie: winding rondom het collum • lig. iliofemorale (2) lig. pubofemorale (3) lig. ischiofemorale • lateraal aanzicht van de rechterheup

  24. Functie van de ligamenten • (1)Rechte stand: ligamenten matig gespannen • (2)Retroflexie: alle ligamenten gespannen • lig. Iliofemorale krijgt de grootste spanning en beperkt de naar achter kanteling van het bekken • (3)Anteflexie: alle ligamenten worden ontspannen (1) (2) (3)

  25. Functie van de ligamenten • Lig. capitis femoris het ligament draait rond zichzelf en speelt dus geen rol bij de beperking van de beweging laterocaudaal Lig. iliofemorale Lig. ischiofemorale Lig. pubofemorale

  26. Anteflexoren • Bevinden zich voor het frontale vlak door het middelpunt van het gewricht • m. psoas major (1) • m. iliacus(2) Vormen samen m. iliopsoas de krachtigste spier met het langste verloop • m. sartorius(3) anteflexie (!) abductie exorotatie

  27. Anteflexoren - m. rectus femoris(4) gebruikt bij extensie van de knie gepaard gaande met anteflexie van de heup (cfr. Naar voor zwaaien van het been bij lopen) • m. tensor fasciae latae(5) stabilisator van het bekken krachtige abductor en anteflexor

  28. Anteflexoren • Hulpanteflexoren - m. pectineus(6) - m. adductor longus(7) - m. gracilis(8) - mm. glutaei minimus en medius(9) hebben nevenbewegingen in de vorm van adductie/abductie of exorotatie/endorotatie

  29. Mm.glutaei minimus en medius M. tensor fasciae latae M. iliopsoas M. pectineus M adductor longus Anteflexoren anteflexie adductie exorotatie anteflexie abductie endorotatie

  30. Retroflexoren • Twee grote groepen: - 1e groep insereert aan het proximale uiteinde van het femur - 2e groep insereert in de buurt van de knie

  31. Retroflexoren • Eerste groep: - m. glutaeus maximus(1 en 1’) levert meeste arbeid dikste en sterkste spier - mm. glutaei medius(2) en minimus(3) deze spieren geven ook exorotatie

  32. Retroflexoren • Tweede groep (ischiocrurale groep): - m. biceps femoris caput longum(4) - m. semitendinosus(5) - m. semimembranosus(6) - m. adductor magnus (7) (hulpretroflexor) Hun effect is afhankelijk van de stand van de knie

  33. Retroflexoren • Nevenbewegingen: spieren boven de YY’as: retroflexie en abductie spieren onder de YY’as: retroflexie en adductie

  34. Retroflexoren • Rol bij de stabiliteit van het bekken in voor-achterwaartse richting • Kanteling van het bekken naar achter (cfr. retroflexie) stabilisatie door het lig. Iliofemorale (b) Zwaartepunt boven middelpunt heup labiel evenwicht: geen anteflexoren of retroflexoren nodig

  35. Retroflexoren (c) Kanteling van het bekken naar voor Spieren van de ischiocrurale groep houden het bekken recht (d) Kanteling van het bekken ver naar voor M. Glutaeus maximus zal sterk moeten contraheren

  36. Abductie en Adductie Sagittale as

  37. Abductie • Onderste extremiteiten nr lateraal brengen • Theoretisch: 1 heup abduceren • Praktisch: autom. even grote abductie in andere heup • Max.abductie = 90° • Beperking: collum femoris tg rand acetabulum ( + adductoren en ligg. iliofemorale en pubofemorale ) • Training: abductie vergroten

  38. Adductie • Onderste extremiteiten nr mediaal brengen • geen ‘zuivere’ adductie mogelijk • combinaties: • retrofexie • anteflexie • adductie één heup, abductie andere heup • zittende houding • adductie + anteflexie + exorotatie • minst stabiel

  39. ligamenten kapsel van art.coxae wordt ventraal en dorsaal versterkt: • lig. iliofemorale • superior • inferior • lig. pubofemorale • lig. ischiofemorale

  40. Rechte stand: ventrale ligamenten matig gespannen • Abductiebewegingen: • lig. iliofemorale pars superior en lig. pubofemorale: aanzienlijk gespannen. • lig. iliofemorale pars inferior: ontspannen • lig. ischiofemorale: gespannen

  41. Adductiebewegingen: • lig. iliofemorale pars superior: gespannen • lig. pubofemorale: ontspannen • lig. iliofemorale pars inferior: enigszins gespannen • lig. ischiofemorale: ontspannen

  42. Abductoren • M.glutaeus medius (rood) • M.tensor fasciae latae (blauw) • M.glutaeus maximus (geel) • M.glutaeus minimus (oranje) • M. piriformis (groen)

  43. Adductoren (vooraanzicht) • M.adductor magnus (rood) • M.adductor longus (blauw) • M.adductor brevis (blauw) • M.gracilis (oranje) • M.pectineus (bruin)

  44. Adductoren (achteraanzicht) • Ischiocrurale groep • M.semimembranosus • M.semitendinosus • M.bisceps femoris caput longum • M.glutaeus maximus • M.quadratus femoris • M.obturatorius internus • M.obturatorius externus • M.iliopsoas

  45. Adductoren • M.adductor magnus • M.gracilis • Ischiocrurale groep • M.semimembranosus • M.semitendinosus • M.bisceps femoris caput longum • M.glataeus maximus • M.quadratus femoris en M.pectineus • M.obturatorius internus • M.obturatorius externus

  46. Rol adductoren bij anteflexie/retroflexie • retroflexie (spieren achter frontaal vlak dr middelpunt van gewricht) • M.adductor magnus • M.adductor tertius • Ischiocrurale groep • anteflexie (spieren voor frontaal vlak) • M.pectineus • M.adductor longus • M.adductor brevis • M.gracilis • M.adductor magnus

  47. Enkele voorbeelden:

  48. Exorotatie - Endorotatie - Circumductie

  49. Exorotatie en Endorotatie Verticale as Longitudinale as

  50. Exorotatie • Beweging waarbij de voorvoet naar buiten draait • Meten: - persoon op de buik ligt of op de rand v/e tafel zit • Ref. stand: onderbeen 90° maakt met boven been en verticaal gehouden • Omvang: 60° • Zittende houding: omvang groter omdat bij anteflexie ligg. Iliofemorale en pubofemorale ontspannen • Training: lotus-stand

More Related