450 likes | 720 Views
Zondag 10 november 2013 middagdienst. Welkom in deze dienst. Voorganger: ds. J. van der Wal Ouderling: Egge Groenewold Organist: Krijn van Veen. Gezang 434: 1, 2 en 5 Psalm 149: 1 en 3 Psalm 56: 3 en 4 Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) Gezang 90: 1 en 9 Gezang 297: 1 en 2 Zefanja 3.
E N D
Zondag 10 november 2013 • middagdienst
Welkom in deze dienst. • Voorganger: ds. J. van der Wal • Ouderling: Egge Groenewold • Organist: Krijn van Veen
Gezang 434: 1, 2 en 5 • Psalm 149: 1 en 3 • Psalm 56: 3 en 4 • Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) • Gezang 90: 1 en 9 • Gezang 297: 1 en 2 • Zefanja 3
Het is weer tijd voor ‘actie schoenendoos’. Helpt u ook dit jaar mee en denkt u aan de (deur)collecte volgende week?
Spreuk van de week: • “Een goed mens laat ook een kleinkind een erfdeel na, een zondaar vergaart bezit voor een rechtvaardige.” • (Spreuken 13: 22)
Gezang 434: 1, 2 en 5 • Lof zij de Heer, de almachtige Koning der ere. • Laat ons naar hartelust zingen en blij musiceren. • Komt allen saam, • psalmzingt de heilige naam, • looft al wat ademt de Here.
Gezang 434: 1, 2 en 5 • Lof zij de Heer, Hij omringt met zijn liefde uw leven; • heeft u in ’t licht als op adelaarsvleuglen geheven. • Hij die u leidt, • zodat uw hart zich verblijdt, • Hij heeft zijn woord u gegeven.
Gezang 434: 1, 2 en 5 • Lof zij de Heer met de heerlijkste naam van zijn namen, • christenen looft Hem met Abrahams kinderen samen. • Hart wees gerust, • Hij is uw licht en uw lust. • Alles wat ademt zegt: Amen.
Stil gebed • Votum en groet
Psalm 149: 1 en 3 • Halleluja! laat opgetogen • een nieuw gezang den Heer verhogen. • Laat allen die Gods naam belijden • zich eensgezind verblijden. • Volk van God, loof Hem die u schiep; • Israël, dank Hem die u riep. • Trek, Sion, in een blijde stoet • uw Koning tegemoet.
Psalm 149: 1 en 3 • De Heer gedenkt in gunst de zijnen. • Hij kroont de zwakken en de kleinen. • Hij kent de stillen in den lande, • het heil is nu ophanden. • Weest verheugd, die den Heer verbeidt, • nu Hij komt en u zelf bevrijdt. • Prijst dan zijn naam bij dag en nacht • en roemt zijn grote macht.
Zefanja 3 • Het oordeel over Jeruzalem • 3 • 1 Wee de rebelse, de besmette, • de stad die onderdrukt! • 2 Zij luistert niet naar de roepstem, • geen vermaning aanvaardt zij. • Op de HEERE vertrouwt zij niet, • tot haar God nadert zij niet.
Zefanja 3 • 3 Haar vorsten zijn in haar midden • brullende leeuwen. • Haar rechters zijn avondwolven, • die tegen de morgen niets meer te knagen hebben. • 4 Haar profeten zijn lichtzinnig, • mannen vol trouweloosheid. • Haar priesters ontheiligen het heilige, • zij doen de wet geweld aan.
Zefanja 3 • 5 De rechtvaardige HEERE is in haar midden, • Hij doet geen onrecht. • Elke morgen brengt Hij Zijn recht aan het licht, • er ontbreekt niets aan. • Maar wie onrecht doet, kent geen schaamte.
Zefanja 3 • 6 Ik heb heidenvolken uitgeroeid, • hun hoektorens zijn verwoest. • Ik heb hun straten leeggemaakt, • niemand trekt er nog doorheen. • Hun steden liggen in puin; • er is niemand meer, • geen enkele inwoner.
Zefanja 3 • 7 Ik zei: Nu zult U Mij zeker vrezen, • u zult de vermaning aanvaarden, • opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden, • hoe Ik haar ook gestraft zou hebben. • Toch waren zij er vroeg bij, • zij hebben totaal verderfelijk gehandeld.
Zefanja 3 • 8 Daarom, verwacht Mij, spreekt de HEERE, • op de dag dat Ik opsta om buit te halen, • want Mijn oordeel is de heidenvolken te verzamelen, • de koninkrijken bijeen te brengen, • om over hen Mijn gramschap uit te storten, • heel Mijn brandende toorn. • Want door het vuur van Mijn na-ijver zal heel dit land verteerd worden.
Zefanja 3 • Heil na het oordeel • 9 Voorzeker, dan zal Ik bij de volken • de lippen veranderen in reine lippen, • zodat zij allen de Naam van de HEERE zullen aanroepen, • om Hem schouder aan schouder te dienen. • 10 Van over de rivieren van Cusj • zullen zij die vurig tot Mij bidden, • het volk, overal door Mij verspreid, • Mijn offer brengen.
Zefanja 3 • 11 Op die dag • zult u niet beschaamd zijn over al uw daden • waarmee u tegen Mij in opstand kwam, • want dan zal Ik hen uit uw midden wegdoen • die uitgelaten zijn over uw hoogmoed. • Voortaan zult u zich niet meer verheffen • omwille van Mijn heilige berg.
Zefanja 3 • 12 Maar Ik zal in uw midden doen overblijven • een ellendig en arm volk. • Zij zullen op de Naam van de HEERE vertrouwen.
Zefanja 3 • 13 Het overblijfsel van Israël • zal geen onrecht doen • en geen leugen spreken, • en in hun mond zal niet gevonden worden • een tong die bedriegt. • Ja, zij zullen weiden en neerliggen, • en niemand zal hun schrik aanjagen.
Zefanja 3 • 14 Zing vrolijk, dochter van Sion! • Juich, Israël! • Wees blij en spring op van vreugde met heel uw hart, • dochter van Jeruzalem! • 15 De HEERE heeft uw oordelen weggenomen, • Hij heeft uw vijand weggevaagd. • De Koning van Israël, de HEERE, is in uw midden: • u zult geen kwaad meer zien.
Zefanja 3 • 16 Op die dag zal tegen Jeruzalem gezegd worden: • Wees niet bevreesd, Sion! • Verlies de moed niet. • 17 De HEERE, uw God, is in uw midden, • een Held, Die verlossen zal. • Hij zal Zich over u verheugen met blijdschap. • Hij zal zwijgen in Zijn liefde. • Hij zal Zich over u verblijden met gejuich.
Zefanja 3 • 18 Wie bedroefd zijn vanwege de samenkomst • zal Ik verzamelen, zij zijn uit u; • de smaad drukt als een last op hen. • 19 Zie, in die tijd ga Ik optreden • tegen al uw verdrukkers. • Ik zal verlossen wie mank gaat, • bijeenbrengen wie verdreven is. • Ik zal hen maken tot lof en tot een naam • in heel het land waar zij beschaamd waren.
Zefanja 3 • 20 In die tijd zal Ik u hierheen brengen, • namelijk in de tijd dat Ik u zal bijeenbrengen. • Voorzeker, Ik zal u maken tot een naam en tot lof • onder alle volken van de aarde, • wanneer Ik voor uw ogen een omkeer in uw gevangenschap breng, • zegt de HEERE.
Psalm 56: 3 en 4 • Gij hebt mijn omzwerving te boek gesteld • en al de tranen, in mijn oog geweld, • bijeengegaard en in uw boek geteld: • alles ligt voor U open. • Geprezen zij Gods woord dat mij deed hopen! • Mijn vijanden zijn haastig afgedropen. • Wat zou een mens mij doen als ik kan roepen: • De Here is mijn held!
Psalm 56: 3 en 4 • Geloften heb ik toegezegd, mijn God, • U die van aanstoot hebt verlost mijn voet, • laat mij nu voor de redding van de dood • lofoffers U betalen. • Geprezen zijt Gij, HEER, die telkenmale • de zon van uw gelaat voor mij deed stralen, • dat ik mag wandelen en ademhalen • in ’t licht dat leven doet!
Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) • Dit is de dag, de roem der dagen, • Dien Isrels God geheiligd heeft. • Laat ons verheugd, van zorg ontslagen, • Hem roemen, die ons blijdschap geeft. • Och Heer, geef thans Uw zegeningen; • Och Heer, geef heil op dezen dag; • Och, dat men op deez' eerstelingen • Een rijken oogst van voorspoed zag.
Psalm 118: 12 en 14 (o.b.) • Gij zijt mijn God, U zal ik loven, • Verhogen Uwe majesteit. • Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; • U prijz’ ik tot in eeuwigheid. • Laat ieder ’s Heren goedheid loven, • Want goed is d’ Oppermajesteit: • Zijn goedheid gaat het al te boven; • Zijn goedheid duurt in eeuwigheid!
Er zal nu worden gecollecteerd. De collecten zijn bestemd voor: • Emeritikas • Kerk
Gezang 90: 1 en 9 • Is God de Heer maar voor mij, • wat zou mij tegen zijn? • Ik roep: ach Here, hoor mij! • en wat mij kwelt wordt klein. • al heeft zich ook verheven • de macht van hel en dood, • ik heb voor heel mijn leven • in God mijn bondgenoot.
Gezang 90: 1 en 9 • Wat er mij ook gebeure, • in eeuwigheid zijt Gij, • en wat ter wereld, Here, • zou scheiden U en mij? • Al tonen zich verbolgen • de groten van de tijd, • geen honger of vervolging, • niets dat mij van U scheidt.
Geloofsbelijdenis • Ik geloof in God de Vader,de Almachtige,Schepper van de hemel en de aarde. • En in Jezus Christus, • zijn eniggeboren zoon, onze Heer, • die ontvangen is van de Heilige Geest, • geboren uit de maagd Maria, • die geleden heeft onder Pontius Pilatus, • …
Geloofsbelijdenis • is gekruisigd, gestorven en begraven, neergedaald in de hel, • op de derde dag opgestaan uit de doden, • opgevaren naar de hemel, • en zit aan de rechterhand van God, • de almachtige Vader; • vandaar zal Hij komen • om te oordelen de levenden en de doden. • …
Geloofsbelijdenis • Ik geloof in de Heilige Geest; • ik geloof een heilige, katholieke, • christelijke kerk, • de gemeenschap van de heiligen; • vergeving van de zonden, • de opstanding van het lichaam • en een eeuwig leven. • Amen.
Gezang 297: 1 en 2 • Toch overwint eens de genade, • en maakt een einde aan de nacht. • Dan onderwerpt de Heer het kwade, • dan is de strijd des doods volbracht. • De wereld treedt in ’s Vaders licht, • verheerlijkt voor zijn aangezicht.
Gezang 297: 1 en 2 • O welk een vreugde zal het wezen, • als Hem elk volk is toegedaan. • Uit aard’ en hemel opgerezen, • vangt dan het nieuwe loflied aan, • als ieder voor de Heer zich buigt • en aller stem Gods lof getuigt.
Zegen, door de gemeente • te beantwoorden met: