1 / 26

Pijn

Pijn. Matthieu Berenbroek / Jan Borm Fontys Hogeschool Verpleegkunde. Pijn. Heeft te maken met: Weefselbeschadiging Verdriet Onaangenaam gevoel Heeft ook te maken met: menselijk lijden pijn lijden. Voorbeelden pijn-beeld. Kapotte knie van een kind

eyad
Download Presentation

Pijn

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Pijn Matthieu Berenbroek / Jan Borm Fontys Hogeschool Verpleegkunde

  2. Pijn • Heeft te maken met: • Weefselbeschadiging • Verdriet • Onaangenaam gevoel • Heeft ook te maken met: • menselijk lijden • pijn lijden

  3. Voorbeelden pijn-beeld • Kapotte knie van een kind • Uitgestelde reactie, huilt bij het zien van bloed • Oorlogswonden • Soms vreselijke wonden, nauwelijks pijn • Bevalling • Hele sfeer is medebepalend • Doorboringrituelen • het ritueel helpt • Fantoompijnen = pijn aan een lichaamsdeel wat niet meer aanwezig is • Ontregelde poort?

  4. Definities • Au • Als de patiënt aangeeft dat hij/zij pijn heeft • (verpleegkundig) • Onaangename sensorische en emotionele ervaring, die in verband gebracht wordt met een bestaande of dreigende weefselbeschadiging.

  5. Pijn en Pijntolerantie Vermogen om om te gaan met pijn Analyse van de beïnvloedende factoren

  6. Voorbeelden pijn beïnvloeding • Lichamelijke conditie, zoals uitgerustheid, slaap • Sociale steun, emotionele ondersteuning • georiënteerd zijn op buiten • andere factoren die pijn veroorzaken • (gevoel van) afhankelijkheid verminderen

  7. Pijn • We weten er nog lang niet alles van. • Er zijn een aantal theorieën , waarvan de belangrijkste zijn: • Cirkel van Loeser • Gate-control-theorie of Poort theorie

  8. nociceptoren of pijnreceptorennociceptie of pijnmediatoren • Schaderegistratie • Pijnprikkel ontstaan door beschadiging van weefsel komen, waarbij stoffen vrij komen • prostaglandine • bradykinine • serotonine • histamine

  9. Pijngeleiding • Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: • Dunne vezels • Dikke vezels

  10. Pijngeleiding • Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: • Dunne vezels • langzaam, reageren op alle soorten beschadiging • Dikke vezels • snel, reageren alleen mechanische of thermische beschadiging

  11. Pijngeleiding • Zenuwen die de pijn voort geleiden bestaan uit twee soorten: • Dunne vezels = PIJN • langzaam, reageren op alle soorten beschadiging, C-vezels, (autonome), met relatieve geleidingssnelheid voor prikkels (0,7 m/sec) • Dikke vezels = TAST, DRUK, SENSATIE • snel, reageren alleen mechanische of thermische beschadiging, A-vezels, tot 120 m/sec

  12. Poort-theorie of Gate-control theorie Sluissysteem in de ruggenmerg Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input

  13. Poort-theorie of Gate-control theorie H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND T Sluissysteem in de ruggenmerg - - SG Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input

  14. Poort-theorie of Gate-control theorie H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H TL T Sluissysteem in de ruggenmerg - - SG Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input

  15. Poort-theorie of Gate-control theorie H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H TL T Sluissysteem in de ruggenmerg + + - - - SG + Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input

  16. Poort-theorie of Gate-control theorie H= hersenen TL= thalamus en limbisch systeem T= tussenschakelcel SG= subs. Gelatinosa REMMEND H Centrale systeem en invloed hersenen TL T Sluissysteem in de ruggenmerg + + - - - SG + Sensor (massage) dikke vezel dunne vezel Pijn via Input

  17. DENK ERAAN!!!! • Het centrale systeem werkt in op de hersenen, het cognitieve (lerende, wetende) • De uitwisseling tussen dikke en dunne vezels blijft aanwezig • De dunne vezels opent de sluis, vergemakkelijkt de overdracht • De dikke vezels remt de overdracht, doet de sluis dicht

  18. Pijnbehandeling • Oorzaak • Teveel aan prikkels wegnemen • Extra prikkels via de dikke vezels

  19. Pijnbehandeling • Oorzaak • Analyse en niet alleen somatisch • Teveel aan prikkels wegnemen • Geneesmiddelen • Operatie, blokkade van de zenuwbanen • Extra prikkels via de dikke vezels • Massage, koude/warmte, bewegen • Angst verminderen, sociale support, uitgerust zijn, etc.

  20. Pijnbehandeling via geneesmiddelen • Perifeer, tegen de pijnmediatoren, zoals Aspirine, paracetamol • Centraal, zoals morfinomimetica

  21. Fysieke Affectieve Cognitieve Fysieke Affectieve Cognitieve Schema PoorttheorieOpenen Sluiten

  22. Fysieke uitbreiding letsel gevoeligheid CZS onaangepast activiteitsniveau Affectieve Cognitieve Fysieke medicatie tegenstimulatie (massage) aangepast activiteitsniveau Affectieve Cognitieve Schema PoorttheorieOpenen Sluiten

  23. Fysieke Affectieve depressie angst agressie Cognitieve Fysieke Affectieve ontspanning positieve emotie kalmte Cognitieve Schema PoorttheorieOpenen Sluiten

  24. Fysieke Affectieve Cognitieve aandacht voor pijn verveling negatieve attitude Fysieke Affectieve Cognitieve afleiding engagement in activiteiten positieve attitude Schema PoorttheorieOpenen Sluiten

  25. Pijn-classificaties • Acute en sub-acute pijn • waarschuwing • signaalfunctie • Chronische pijn > 3 of 6 maanden • alarm blijft voortvloeien • geen signaalfunctie meer • Centrale pijn

More Related