1 / 94

Leesroosters in beweging

Leesroosters in beweging. Leesroosters in beweging. Kerkelijke leesroosters zijn een ingewikkelde materie. Aan een rooster van één enkele kerkgemeenschap voor één jaar zijn al tamelijk grote problemen verbonden. De variabele paasdatum, de structuur van het kerkelijk

ellis
Download Presentation

Leesroosters in beweging

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Leesroosters in beweging

  2. Leesroosters in beweging Kerkelijke leesroosters zijn een ingewikkelde materie. Aan een rooster van één enkele kerkgemeenschap voor één jaar zijn al tamelijk grote problemen verbonden. De variabele paasdatum, de structuur van het kerkelijk jaar, de feestdagen met een vaste datum, de lengte van de lezingen en de afbakening van de perikopen, de onderlinge relatie van de lezingen en de principes die aan de keuze ten grondslag liggen zijn er maar enkele van.

  3. Leesroosters in beweging Wie bovendien verschillende roosters uit diverse perioden met elkaar vergelijkt, ziet al snel door de bomen het bos niet meer. Daarom moeten we ons hier beperken. We gaan in het kort de ontwikkeling na van de lezingen voor de tweede zondag van de veertigdagentijd en beginnen niet bij het begin, maar ergens in de late middeleeuwen.

  4. Leesroosters in beweging De tweede zondag in de veertig dagen vóór Pasen draagt dikwijls een naam:

  5. Reminiscere

  6. Reminiscere Deze naam betekent « Wees gedachtig » en is ontleend aan de eerste woorden van de introitus, de intredezang in de eucharistieviering op deze dag, Psalm 25, 6.

  7. Reminiscere Deze naam betekent « Wees gedachtig » en is ontleend aan de eerste woorden van de introitus, de intredezang in de eucharistieviering op deze dag, Psalm 25, 6.

  8. Reminiscere Op deze zondag staat het verhaal van de verheerlijking van de Here Jezus op de berg centraal. Voor de ogen van zijn leerlingen Petrus, Jacobus en Johannes wordt Hij van gedaante veranderd en Zijn kleren worden stralend wit.

  9. Reminiscere Velen menen dat dit gedeelte uit het evangelie van Matteüs, dat ook in dat van Marcus en Lucas voorkomt, van oudsher de zondag Reminiscere heeft bepaald. Maar dat is niet altijd en overal zo geweest. We zullen dat direct al zien ...

  10. We beginnen in de late middeleeuwen, bij het missaal voor de kerk van Salisbury, in het Latijn Sarum genaamd. Het is een handschrift, maar in de negentiende eeuw werd het ook in druk uitgegeven.

  11. We beginnen in de late middeleeuwen, bij het missaal voor de kerk van Salisbury, in het Latijn Sarum genaamd. Het is een handschrift, maar in de negentiende eeuw werd het ook in druk uitgegeven. Op deze zondag las men daar uit het Evangelie volgens Matteüs:

  12. En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon. Maar Hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen. Hij antwoordde: Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël. Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor Hem neer en zei: Heer, help mij! Hij antwoordde: Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren. Ze zei: Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen. Toen antwoordde Jezus haar: U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren. En vanaf dat moment was haar dochter genezen.

  13. En weer vertrok Jezus; hij week uit naar het gebied van Tyrus en Sidon. Plotseling klonk de roep van een Kanaänitische vrouw die uit die streek afkomstig was: Heb medelijden met mij, Heer, Zoon van David! Mijn dochter wordt vreselijk gekweld door een demon. Maar Hij keurde haar geen woord waardig. Zijn leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen hem dringend: Stuur haar toch weg, anders blijft ze maar achter ons aan schreeuwen. Hij antwoordde: Ik ben alleen gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël. Maar zij kwam dichterbij, wierp zich voor Hem neer en zei: Heer, help mij! Hij antwoordde: Het is niet goed om de kinderen hun brood af te nemen en het aan de honden te voeren. Ze zei: Zeker, Heer, maar de honden eten toch de kruimels op die van de tafel van hun baas vallen. Toen antwoordde Jezus haar: U hebt een groot geloof! Wat u verlangt, zal ook gebeuren. En vanaf dat moment was haar dochter genezen. Matteüs 15, 21-28

  14. Aan dit evangeliegedeelte ging het epistel vooraf. Dat was:

  15. Aan dit evangeliegedeelte ging het epistel vooraf. Dat was: Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven.

  16. Aan dit evangeliegedeelte ging het epistel vooraf. Dat was: Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven. 1 Tessalonicenzen 4, 1-7

  17. Na het Concilie van Trente werd in het Missale Romanum van 1570 deze verbinding verbroken. Het epistel bleef hetzelfde, maar de evangelielezing werd een andere:

  18. Na het Concilie van Trente werd in het Missale Romanum van 1570 deze verbinding verbroken. Het epistel bleef hetzelfde, maar de evangelielezing werd een andere: Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia. Hij was nog niet uitgesproken of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: Dit is Mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar Hem! Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn. Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen.Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt.

  19. Na het Concilie van Trente werd in het Missale Romanum van 1570 deze verbinding verbroken. Het epistel bleef hetzelfde, maar de evangelielezing werd een andere: Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, zijn gezicht straalde als de zon en Zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia. Hij was nog niet uitgesproken of de schaduw van een stralende wolk gleed over hen heen, en uit de wolk klonk een stem: Dit is Mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde. Luister naar Hem! Toen de leerlingen dit hoorden, wierpen ze zich neer en verborgen uit angst hun gezicht. Jezus kwam dichterbij, raakte hen aan en zei: Sta op, jullie hoeven niet bang te zijn. Ze keken op en zagen niemand meer, Jezus was alleen.Toen ze van de berg afdaalden, gebood Jezus hun: Praat met niemand over wat jullie hebben gezien voordat de Mensenzoon uit de dood is opgewekt. Matteüs 17, 1-9

  20. De ordening die het Missaal van Sarum kende, week niet sterk af van andere plaatselijke gebruiken. De invoering van het Missale Romanum, dat gebaseerd was op wat in Rome gebruikelijk was, betekende elders een verandering in de traditie. Niet alleen de tweede zondag van de Veertig- dagentijd maar ook verscheidene andere zondagsvieringen veranderden op deze manier van karakter, want dit werd vooral door de evangelielezing bepaald.

  21. De zondag van de Kanaänitische vrouw werd nu de zondag van de gedaanteverandering.

  22. De zondag van de Kanaänitische vrouw werd nu de zondag van de gedaanteverandering.

  23. De zondag van de Kanaänitische vrouw werd nu de zondag van de gedaanteverandering. Dit evangelie werd in Salisbury en elders ook gelezen, maar op de zesde zondag na Epifanie. Dat kon alleen gebeuren wanneer Pasen laat in het jaar viel. Meestal kreeg het een plaats op een van de laatste zondagen vóór het begin van de Advent. Deze plaats in het kerkelijk jaar was dus veel minder opvallend dan de tweede zondag van de veertigdagentijd.

  24. Het nieuwe Romeinse missaal behoefde niet overal te worden ingevoerd. Kerken en klooster- orden die het bestaan van een bijzondere en eeuwenoude liturgische traditie konden aantonen, mochten deze behouden.

  25. Doordat de anglicaanse kerk zich al vóór 1570 van de rooms-katholieke kerk had losgemaakt, werd daar het nieuwe missaal niet aanvaard. De anglicaanse kerk ging over op een liturgie in het Engels, waarin de gebruiken van de Britse kerken, waaronder die van Salisbury, voor zover dat mogelijk was, bewaard bleven.

  26. In het Book of Common Prayer voor de kerk van Engeland, dat in 1549, dus vóór het Romeinse missaal werd uitgegeven, vindt men een duidelijke aansluiting bij het bestaande gebruik. De lezingen voor zondag Reminiscere bleven wat zij voordien ook waren.

  27. Aan het epistel voegde men echter één vers toe:

  28. Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven. Dus wie deze voorschriften verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u zijn heilige Geest geeft.

  29. Broeders en zusters, in naam van de Heer Jezus vragen we u met klem te leven zoals wij het u hebben geleerd, dus zo dat het God behaagt. U doet dat al, maar wij sporen u aan het nog veel meer te doen. U kent de voorschriften die wij u op gezag van de Heer Jezus hebben gegeven. Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven. Dus wie deze voorschriften verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u zijn heilige Geest geeft. 1 Tessalonicenzen 4, 1-8

  30. De kerken die zich bij de Reformatie losmaakten van de rooms-katholieke kerk, wilden zich niet aan een vast- gelegde ordening van de bijbellezingen binden, of zij bleven bij de bestaande. Dat laatste was het geval in de lutherse kerken.

  31. Aan het einde van de zestiende eeuw waren er daardoor al drie tradities ontstaan, die voor zondag Reminiscere verschillende lezingen te zien geven:

  32. Aan het einde van de zestiende eeuw waren er daardoor al drie tradities ontstaan, die voor zondag Reminiscere verschillende lezingen te zien geven: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Luthers:

  33. Aan het einde van de zestiende eeuw waren er daardoor al drie tradities ontstaan, die voor zondag Reminiscere verschillende lezingen te zien geven: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Luthers: 1 Tessalonicenzen 4, 1-8 Matteüs 15, 21-28 Anglicaans:

  34. Aan het einde van de zestiende eeuw waren er daardoor al drie tradities ontstaan, die voor zondag Reminiscere verschillende lezingen te zien geven: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Luthers: 1 Tessalonicenzen 4, 1-8 Matteüs 15, 21-28 Anglicaans: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 17, 21-28 Romeins:

  35. Nu lijkt de tijd stil te staan ... ... want nu gebeurt wat in de liturgie-geschiedenis bijna altijd het geval is: een vernieuwing ‘bevriest’ en wordt in de ijskast zorgvuldig bewaard. De rooms-katholieke kerk brengt wel veranderingen in het missaal aan, maar niet in de lezingen van de tweede zondag van de veertigdagen-tijd. De lutherse kerken blijven ook bij hun leesordening, die daar de ‘klassieke’ wordt. De anglicaanse kerken blijven bij hun variant, die door het Book of Common Prayer van 1662 even klassiek kan worden.

  36. Tot in de twintigste eeuw ... want dan komen de leesroosters opnieuw in beweging. De lutherse kerken hebben een grote mate van zelfstandigheid, zodat ze onafhankelijk van elkaar weer vernieuwingen kunnen invoeren. De anglicaanse kerken hebben die zelfstandigheid ook, maar in mindere mate. Het Book of Common Prayer heeft hier groot gezag, zodat de veranderingen wat langzamer gaan. In de rooms-katholieke kerk zal het duren tot na het tweede Vaticaanse concilie. Dan voltrekken zich daar grote veranderingen, die ook voor de leesroosters in andere kerken betekenisvol zullen worden. Wij gaan nu enkele van deze ontwikkelingen wat nader volgen.

  37. Om te beginnen kijken we weer naar de lutherse traditie: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28

  38. Om te beginnen kijken we weer naar de lutherse traditie: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Wanneer men in de zondagsdienst niet alleen uit het Tweede of Nieuwe Testament, maar ook uit het Eerste (Oude) Testament wil lezen, komt men gemakkelijk op de gedachte om het gedeelte uit het boek Exodus toe te voegen waarin Mozes, die immers ook bij de verheerlijking op de berg aanwezig was, de majesteit van de Here God wil zien:

  39. Om te beginnen kijken we weer naar de lutherse traditie: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Laat mij toch uw majesteit zien, zei Mozes. De HEER antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. Maar’, zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’

  40. Om te beginnen kijken we weer naar de lutherse traditie: 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Laat mij toch uw majesteit zien, zei Mozes. De HEER antwoordde: ‘Ik zal in mijn volle luister voor je langs gaan en in jouw bijzijn de naam HEER uitroepen: ik schenk genade aan wie ik genade wil schenken, en ik ben barmhartig voor wie ik barmhartig wil zijn. Maar’, zei hij, ‘mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan mij zien en in leven blijven.’ Dit was wat de lutherse kerk in Duitsland koos, zodat hier ontstond: Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28

  41. Dit is uiteraard niet de enige keuzemogelijkheid. Men zou ook kunnen denken aan het verhaal van Jakob, die met de engel worstelt en daarna zegt: ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ De keuze ligt iets minder voor de hand, want in het verhaal van de verheerlijking op de berg komt Jakob in het geheel niet voor. In Zweden deed men het evenwel zo.

  42. Dit is uiteraard niet de enige keuzemogelijkheid. Men zou ook kunnen denken aan het verhaal van Jakob, die met de engel worstelt en daarna zegt: ‘ik heb oog in oog gestaan met God en ben toch in leven gebleven.’ De keuze ligt iets minder voor de hand, want in het verhaal van de verheerlijking op de berg komt Jakob in het geheel niet voor. In Zweden deed men het evenwel zo. De epistellezing was daar al eerder vervangen door het gedeelte uit de tweede brief aan de Korintiërs waarin de tekst voorkomt die dikwijls op de veertigdaagse vastentijd wordt toegepast: God zegt: ‘Wanneer de tijd daarvoor gekomen is, luister ik naar je, op de dag van de redding help ik je’. Nu is de tijd daarvoor gekomen, nu is de dag van de redding.

  43. Nu waren er dus in lutherse kerken al twee reeksen lezingen ontstaan met Matteüs 15, 21-28 als uitgangspunt: Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

  44. Hier is iets heel eigenaardigs gebeurd ! Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

  45. De lezingen over Mozes en Jakob horen duidelijk bij het verhaal van de verheerlijking op de berg, maar ... dat wordt helemaal niet gelezen. Matteüs 15, 21-28, dat gaat over de Kanaänitische vrouw is het evangelie-gedeelte van de zondag: Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

  46. Het lijkt erop dat de Romeinse traditie van na 1570 min of meer ongemerkt de lutherse heeft beïnvloed. Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

  47. Dat komt in de liturgiegeschiedenis erg vaak voor. Men neemt onderdelen van een andere traditie over, zonder het geheel daarvan te volgen. Daardoor kan iets als dit gemakkelijk ontstaan.

  48. In Finland heeft men dit probleem op een eigenaardige manier opgelost. Men koos hier een lezing die niet bij een van de andere aansloot, maar alleen op de vastentijd betrekking heeft. Het lijkt op een verlegenheidsoplossing. Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

  49. 2 Kronieken 20, 1-9 1 Tessalonicenzen 4, 1-8 Matteüs 15, 21-28 Exodus 33, 12-23 1 Tessalonicenzen 4, 1-7 Matteüs 15, 21-28 Genesis 32, 23-31 2 Korintiërs 6, 1-10 Matteüs 15, 21-28

More Related