1 / 23

Van spellend lezen naar directe woordherkenning

Van spellend lezen naar directe woordherkenning. Verschillen tussen normaal lezende en dyslectische kinderen Constantijn Bloemendaal Begeleid door: dr. P.F. de Jong en drs. V.E.G. Martens. Spellend lezen. Het woord wordt ontcijferd door het letter-voor-letter te verklanken

duard
Download Presentation

Van spellend lezen naar directe woordherkenning

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Van spellend lezen naar directe woordherkenning Verschillen tussen normaal lezende en dyslectische kinderen Constantijn Bloemendaal Begeleid door: dr. P.F. de Jong en drs. V.E.G. Martens

  2. Spellend lezen Het woord wordt ontcijferd door het letter-voor-letter te verklanken ‘MUS’ /M/ - /U/ - /S/ /MUS/

  3. Directe woordherkenning: Wanneer een woord uitsluitend wordt herkend op grond van de woordspecifieke orthografische informatie: het unieke patroon van letters dat het woord onderscheidt van alle andere woorden (van der Leij, 2003)

  4. De opbouw van woordspecifieke orthografische kennis • De ‘self-teaching’ hypothese van Share (1995): “Beginning reading is beginning self-teaching” • Het zelfstandig kunnen verklanken van onbekende woorden vormt een zelfonderwijzend mechanisme. • Hoogfrequente woorden worden al snel direct herkend. Door het lezen van (nog) onbekende woorden creëert het kind continue zijn eigen leermomenten. • Er is géén sprake van een strikt onderscheid tussen ‘fasen’ die gekenmerkt worden door een bepaald type van woordverwerking (verklanken, direct herkennen). De aard van verwerking is afhankelijk van de aanwezigheid van woordspecifieke orthografische kennis

  5. Mogelijke verklaring trage woordidentificatie dyslectische kinderen: • Dyslectische kinderen blijven de meeste woorden hardnekkig spellend lezen, door • een relatief onvermogen woordspecifieke orthografische kennis op te bouwen

  6. Hypothesen onderzoek • De kenmerkende trage woordidentificatie van dyslectische kinderen in vergelijking tot hun normaal lezende leeftijdsgenoten is het gevolg van moeite met het opslaan en aanwenden van woordspecifieke orthografische kennis • Deze moeite met het opslaan van woordspecifieke orthografische kennis duidt op een stoornis en is niet inherent aan een laag leesvaardigheidsniveau op zich

  7. Hoe kunnen we vaststellen of een kind een woord direct herkent of (nog) spellend leest? De snelheid waarmee een kind een woord identificeert?

  8. TWAALF

  9. STRAAF

  10. KERK

  11. BLIS

  12. KRACHT

  13. KRAATS

  14. Snelle woordidentificatie staat dus niet gelijk aan directe woordherkenning, want: Zelfs onbekende woorden worden door normale, vaardige lezers snel herkend. Niet veel langzamer dan bekende woorden

  15. Seriële verwerking: alle letters in het woord worden na elkaar verklankt om vervolgens aan elkaar geplakt te worden. Parallelle verwerking: alle letters worden tegelijkertijd verwerkt. De klankvorm van een woord komt direct beschikbaar. Spellend lezen Directe woordherkenning

  16. Benodigde data hypothesen? • De snelheid waarmee dyslectische kinderen woorden uit verschillende lengtecategorieën (vier letters, vijfletters, zes letters lezen) • De snelheid waarmee normaal lezende leeftijdsgenoten dezelfde woorden lezen • De snelheid waarmee jongere normaal lezende kinderen met een overeenkomstig leesvaardigheidsniveau als de dyslectische kinderen dezelfde woorden lezen

  17. Conclusie (1): • Terwijl dyslectische kinderen na 3 á 4 jaar leesonderwijs zelfs hoogfrequente woorden nog serieel verwerken, verwerken hun normaal lezende leeftijdsgenoten deze woorden al sterk parallel • Zeer opvallend is echter dat deze kinderen niet alleen de woorden, maar ook de pseudowoorden (!) parallel leken te verwerken

  18. Conclusie (2): • Alhoewel dyslectische kinderen in staat zijn (pseudo)woorden veel sneller te lezen na het herhaald aanbieden daarvan, verandert dit niets aan de aard van de woordidentificatie • Maar……dit geldt niet alleen voor dyslectische kinderen, maar ook voor de jongere, normale lezers

  19. Vragen………… • Hoe houdbaar is de woordspecifieke aanname in de self-teaching hypothese van Share eigenlijk? • Wordt directe woordherkenning, of beter parallele woordherkenning, niet eerder mogelijk gemaakt door het opbouwen van meer algemene orthografische kennis? • Wat betekent dit voor de hulp aan kinderen met leesproblemen en/of dyslexie?

More Related