1 / 15

Paragraaf 3.2

Paragraaf 3.2. Samenleving en cultuur. Van het platteland naar de stad. De meeste mensen in het Romeinse Rijk woonden op het platteland. Het was een landbouw-stedelijke samenleving. Er waren veel kleine boeren, maar vanaf 3 v.C. verkochten ze hun land aan rijke families.

delta
Download Presentation

Paragraaf 3.2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Paragraaf 3.2 Samenleving en cultuur

  2. Van het platteland naar de stad • De meeste mensen in het Romeinse Rijk woonden op het platteland. • Het was een landbouw-stedelijke samenleving. • Er waren veel kleine boeren, maar vanaf 3 v.C. verkochten ze hun land aan rijke families. • Dit werden dus grootgrondbezitters. • Op dat land lieten ze boeren werken of slaven.

  3. Arm en rijk • Rome was natuurlijk de belangrijkste stad. • Er woonden zo’n 1 miljoen mensen. • Er waren grote verschillen tussen rijk en arm. • Er waren krotten van de armen. De mensen die nog wel wat geld hadden woonden in huizen van 3 verdiepingen. Elke familie had dan 1 of 2 kamers, zonder keuken. Ze hadden geen stromend water. • Naar de wc gaan deden ze in een soort kruik.

  4. De rijken • De rijken hadden villa’s en paleizen. • Ze schepten graag op over hun rijkdom. • Ze lieten zich graag op een stoel ronddragen door de stad. • Of ze gaven grote diners: liggend op kussens lieten ze zich bedienen door slaven.

  5. Geld verdienen • Veel mensen in de steden beoefenden een ambacht: kleermaker, meubelmaker, pottenbakker. • Er waren ook kleine fabriekjes voor verf of steen en andere vormen van nijverheid. • Er was ook veel handel. • Spullen uit heel het Romeinse Rijk was te koop!

  6. Markten • Handelaren haalden uit Arabië kruiden en parfum. • Uit de Rode zee haalden ze parels. • Uit noord-Europa: leer. • Uit Egypte: graan. • Alles werd in Rome verkocht. • Ze gebruikten munten om mee te betalen: sestertius en dinarius.

  7. Handelaren gebruikten de wegen die de soldaten hadden aangelegd. • Zo konden ze hun spullen in het hele Romeinse Rijk verkopen. • Door de vrede van 200 jaar rust was er veel handel en was er dus een goede economie.

  8. Naar Grieks voorbeeld. • De Romeinen hebben ook Griekenland veroverd. • De hebben veel standbeelden gestolen en in hun eigen romeinse villa’s gezet. • Griekse schilders, beeldhouwers en architecten werden naar Rome gehaald. • Ze wilden ook de Griekse filosofie en wetenschap leren.

  9. Rijke Romeinen leerden Grieks en namen Griekse slaven in huis als leraar voor hun kinderen. • De Romeinse en Griekse cultuur begon te mengen: • Grieks-Romeinse cultuur ontstond.

  10. De Romeinen verbeterden ook zaken van de Grieken. • Ze bouwden nog wel zuilen, maar deze waren niet nodig om het dak te dragen. De gebouwen van de Romeinen waren sterker en groter. Ze gebruikten namelijk beton en bogen.

  11. Allemaal Romeinen • In Rome woonden mensen vanuit het hele rijk. • Overal mengden culturen: het werd een multiculturele samenleving. • Elk volk had zijn eigen goden en feesten. • Maar er was ook een eenheid in het rijk: • Iedereen betaalden met dezelfde munten, hadden Romeinse wegen, Romeinse gebouwen en wetten.

  12. Er waren 2 talen: • De rijken in het westen spraken Latijn. • In het oosten sprak iedereen Grieks. • Iedereen mengde dus Grieks met Romeins. • Alles was klassiek.

  13. Romeinse Burgers • In 450 v.C. werden er in Rome 12 bronzen platen opgehangen. • Hierop stonden de wetten van de overheid van het Romeinse Rijk. • Alle Romeinse burgers moesten zich hieraan houden. Alle Romeinse burgers waren gelijk en hadden gelijke rechten.

  14. Maar niet iedereen was Romeins burger. • Leden van overwonnen volken hadden geen rechten. • Maar dat konden ze wel verdienen door te dienen in het Romeinse leger.

  15. Einde

More Related