1 / 8

Grammar Chapter 1-G3

Grammar Chapter 1-G3. Vragen. Vragen met To Be. Je maakt een vraag met to be (am, are is, was, were) door deze vormen vooraan in de zin te zetten. You are a football fan – Are you a football fan? They were lonely – Were they lonely? She is a carpenter – Is she a carpenter?.

cisco
Download Presentation

Grammar Chapter 1-G3

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Grammar Chapter 1-G3 Vragen

  2. Vragen met To Be • Je maakt een vraag met to be (am, are is, was, were) door deze vormen vooraan in de zin te zetten. • You are a football fan – Are you a football fan? • They were lonely – Were they lonely? • She is a carpenter – Is she a carpenter?

  3. Vragen met have (got), can, could, will, would, must • De bovenstaande woorden komen uit het rijtje van de hulpwerkwoorden. De volledige rij van de hulpww moet je uit je hoofd weten. Het zijn: • Can/could • Will/would • Shall/should • May, must, might • To be (am, are, is, was, were) • To do (do, does, did) • To have (have, has, had) • Need (=nodig hebben), ought to (=zou moeten), dare (durven)

  4. Vragen zonder hulpwerkwoord • Als er geen hulpww in de zin staat, kun je niet zomaar het ww uit de zin vooraan zetten. Bijv ‘He swims every day’ – Swims he every day? Dit is fout!! • Hoe moet je nu te werk gaan? • Je onderstreept het eerste ww dat je tegenkomt (=swims) • Je vraagt: is dit een hulpww? (zie rijtje hulpww!) • Conclusie: swim is geen hulpww, dus die kun je niet zomaar vooraan zetten. • Wat nu? Je gebruikt het hulpww ‘to do’ (do, does = ott en did = ovt). • Welke vorm je kiest van ‘to do’ hangt dus af van de tijd en van het onderwerp (meestal perso(o)n(en).

  5. Vragen zonder hulpwerkwoord • Dus: ‘swims’ is de ott, dus kun je kiezen uit do of does. Het onderwerp is he, dus moet ik hier does gebruiken. • Does zet je vooraan in de zin, en je haalt de ‘s’ bij swims, weg. (does heeft een ‘s’, dus die heb je bij het andere ww niet meer nodig!) • De vraag is dus: Does he swim every day? • Pas je dit schema toe op de volgende zinnen, krijg je het volgende: • Missionaries help people – Do missionaries help people? • A teacher teaches children – Does a teacher teach children? • Pupils study a lot – Do pupils study a lot? • A pregnant woman carries a baby – Does a pregnant woman carry a baby?

  6. Vragen zonder hulpwerkwoord • Nog even het schema op een rij: • Onderstreep het eerste ww dat je tegen komt. • Is dat een hulpww? • Zo ja, zet dat hulpww vooraan in de zin en een vraagteken aan het eind. • Zo nee, bepaal je de tijd waarin het hulpww staat (het herkennen van wwtijden is dus heel belangrijk!) • Is het ott, en het onderwerp geen he, she of it, dan zet je do vooraan in de zin. • Is het ott, en het onderwerp is he, she of it, zet je does vooraan in de zin en haal je de ‘s’ of ‘es’ of ‘ies’ (wordt weer een ‘y’!) weg.

  7. Vragen zonder hulpwerkwoord • Nu nog even een vraag maken in de ovt! • Het schema ziet er dan als volgt uit: • Onderstreep het eerste ww dat je tegenkomt. • Is dit geen hulpww dan zet je did (=ovt van ‘to do’) vooraan in de zin. • Het onderstreepte ww staat dan nog in de ovt, maar moet teruggeplaatst worden in de ott! Did staat al in de verleden tijd, dus het andere ww moet terug naar de tegenwoordige tijd. Dus: • My parents understood me – Did my parents understand me? • The clock struck twelve – Did the clock strike twelve? • My friends needed me – Did my friends need me? • Let wel: bij he, she, it, komt nu geen ‘s’ meer!!!

  8. Opdrachten • Zoek in een Engelse tekst drie zinnen in de ott met telkens een ander onderwerp in de zin. • Onderstreep/markeer deze zinnen. • Maak deze zinnen vragend volgens het schema dat je hebt gelezen. Schrijf dit schema helemaal uit zoals in een van de vorige dia’s is gedaan. • Zoek in een Engelse tekst ook drie zinnen in de ovt met telkens een ander onderwerp in de zin. • Onderstreep/markeer deze zinnen. • Maak ook deze zinnen vragend met behulp van het schema. Ook nu het schema helemaal uitschrijven. • Bewaar de Engelse tekst(en) met markeringen en je uitgeschreven schema’s in je portfolio. • Maak opdracht G3 op blz 23 van je WB.

More Related