1 / 24

Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2

Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2. Stijgend aantal leerlingen met ASS Goed uitgewerkte auti – werking in klasverband Goed opgeleide leerkrachten. MAAR: De werking vanuit klas wordt jammer genoeg niet doorgevoerd in de lessen bewegingsopvoeding. Probleemstelling.

chandler
Download Presentation

Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Bewegingsopvoeding voor jongeren met ASS binnen Type 2

  2. Stijgend aantal leerlingen met ASS Goed uitgewerkte auti – werking in klasverband Goed opgeleide leerkrachten MAAR: De werking vanuit klas wordt jammer genoeg niet doorgevoerd in de lessen bewegingsopvoeding Probleemstelling

  3. CONCREET: • Ik had al enige ervaring opgedaan in voorgaande tewerkstellingen aangaande het werken met kinderen/jongeren met ASS • Ik stapte naar de directie met de vraag of ik mocht proberen een auti – turnles op te bouwen samen met een collega • De directie zag dit meteen haalbaar en zo startten we vijf jaar geleden met onze werking

  4. Theoretisch deel • Wat is ASS? (autismespectrumstoornis) • Wat houdt de TEACCH – filosofie in? • Waarom structureren, verhelderen en visualiseren? • Wat is ComVoor?

  5. Wat is ASS? Autisme is een hersenstoornis die tot op heden onverklaarbaar blijkt en meestal vanaf de geboorte aanwezig is. De verwerking van informatie uit de omgeving verloopt anders. Men spreekt van een triade van stoornissen: • beperking in de sociale interactie • beperking in de communicatie • beperkte interesses en weinig verbeelding

  6. Autisme, een handicap met vele gezichten.

  7. Wat houdt de TEACCH – filosofie in? TEACCH staat voor Treatment and Education of Autistic and relatedCommunicationhandicappedCHildren. Het is geen methode maar een interventieprogramma. Het zorgt voor een integrale aanpak. Het begeleidt mensen met een ASS naar een zo hoog mogelijke vorm van zelfstandigheid. Visualisering en voorspelbaarheid staan centraal in het programma.

  8. Concreet houdt TEACCH in: • Individualiseren • Streven naar een pos. pedag. benadering • Aanpassen van de omgeving in termen van duidelijkheid in personen, tijd en ruimte • Aanleren van functionele vaardigheden gericht op het maximaliseren van de zelfstandigheid • Hulp bij de integratie van personen met een ASS in de samenleving • Continuïteit in de hulpverlening gedurende het hele leven van personen met een ASS

  9. Waarom structureren, verhelderen en visualiseren? • Heel belangrijk om te beantwoorden aan de specifieke vragen van personen met een ASS. • Een antwoord bieden aan wie-, wat-, waar-, hoe-, wanneer – vragen. • Dit kan door middel van een geïndivualiseerd dagschema. • Binnen de verschillende lessen werken de leerlingen met een werkschema.

  10. Wat is ComVoor? • De ComVoor geeft een antwoord op twee vragen: • Op welk niveau van betekenisverlening kunnen de gekozen middelen ingezet worden? • Welke ondersteunende middelen kunnen we gebruiken? • We kunnen verduidelijken met foto’s, picto’s, voorwerpen, … Alleen is niet elke foto of tekening een goede verwijzer. • A.d.h.v. deze test wordt bepaald op welk niveau de leerkracht kan communiceren met de leerling.

  11. Vier niveau’s van ComVoor. • Sensatieniveau: zintuigelijke waarneming, geen verwijzende betekenis • Presentatieniveau: verwijzer is duidelijk aanwezig • Representatieniveau: de persoon begrijpt de verwijzende functie van taal, gebaar, voorwerpen, … • Metarepresentatieniveau: begrijpt de diepere betekenis

  12. Concrete uitwerking van de les bewegingsopvoeding • Stap voor stap aanleren. • Hoe wordt de TEACCH-filosofie geïntegreerd in de les? • Waarom gebruiken we de ComVoor? • Oefeningenreeksen

  13. STAP 1 Alle leerlingen in de vrije tijdsruimte. De leerkracht heeft een gele overgangskaart. Met deze kaart haal je een leerling op en begeleidt je hem/haar naar een opdracht. Er is voortdurende begeleiding van de leerkracht. Na de opdracht gaat de leerling terug naar de vrije tijdsruimte. VOORDEEL: strikte 1/1 begeleiding NADEEL: iets te veel vrije tijd in verhouding met het effectieve werken Stap voor stap aanleren.

  14. STAP 2 Alle leerlingen in de vrije tijdsruimte. De leerkracht heeft een gele overgangskaart. Met deze kaart haal je een leerling op en begeleidt je hem/haar naar zijn/haar individueel werkschema. Aan het werkschema hangt zijn/haar foto met eronder een opeenvolging van 3 of 4 opdrachten. Er is voortdurende begeleiding van de leerkracht. Na het uitvoeren van de opdrachten gaat de leerling terug naar de vrije tijdsruimte. De leerkracht zorgt dan voor een nieuwe reeks oefeningen. VOORDEEL: bij deze vorm zijn de leerlingen langere tijd na elkaar aan het werken, dit leidt tot minder vrije tijd Stap voor stap aanleren.

  15. STAP 3 Deze stap sluit heel nauw aan bij de vorige stap met als enig verschil dat in plaats van 3 of 4 opdrachten, alleopdrachten worden uitgehangen. De leerlingen worden nog altijd aan het werk gezet met de gele overgangskaart. De leerlingen mogen hun vrije tijdsmomenten zelf vrij kiezen. Alleen geldt de afspraak dat alle opdrachten tegen het einde van de les dienen afgewerkt te zijn. VOORDEEL: bij deze vorm zijn de leerlingen heel veel aan het werk NADEEL: er zal soms moeten gewacht worden tot een oefening vrij komt als deze bezet is door een andere leerling, daarom voerden we de wachtbank in Stap voor stap aanleren.

  16. STAP 4 In deze stap zetten we een eerste stap in de richting van het zelfstandig werken. De leerling wordt uit de vrije ruimte gehaald met de gele overgangskaart en gaan samen met de leerkracht naar het werkschema. De leerling mag nu zelf zijn schema samenstellen onder toezicht van de leerkracht. Hierna begint de leerling aan zijn opdrachten. Stap voor stap aanleren.

  17. Stap voor stap aanleren. STAP 5 Het gebruik van de gele overgangskaart verdwijnt. De leerling stelt, nadat hij omgekleed is zijn eigen schema op en begint aan de opdrachten. Als hij/zij klaar is met alle opdrachten mogen ze naar de vrije tijdsruimte. In deze stap werken de leerlingen volledig zelfstandig.

  18. Stap voor stap aanleren. STAP 6 De leerlingen stellen zelfstandig hun werkschema samen en beginnen te werken. Als er een opdracht bezet is, gaan de leerlingen op het wachtmatje bij de opdracht gaan staan. Zo zien de andere leerlingen dat er al iemand aan het wachten is voor de betreffende opdracht. Zo kunnen zij eventueel een kleine wijziging in hun eigen schema maken of eventjes in de vrije ruimte gaan zitten. In deze stap wordt de wachtbank vervangen door een wachtmatje

  19. Stap voor stap aanleren. STAP 7 Tot nu toe werden de opdrachten door de leerkrachten klaar gezet. Vanaf deze stap worden de leerlingen ingeschakeld. In groepjes van twee wordt hen een vaste opdracht toegewezen die ze iedere keer moeten proberen zelfstandig klaar te zetten. Ze doen dit nadat ze zijn omgekleed. Pas als alle opdrachten klaar staan, mogen de leerlingen beginnen aan hun werkschema

  20. Stap voor stap aanleren. STAP 8 Invoeren van een partneroefening. Bij één bepaalde opdracht moeten de leerlingen gaan communiceren met de medeleerlingen of leerkrachten. Er is een duidelijke vraagstelling “Wil je met mij … oefening doen” Er is een duidelijk antwoord: “ja” of “neen”

  21. Hoe wordt de TEACCH-filosofie geïntegreerd in de les? Structureren en visualiseren is van cruciaal belang. - Werkschema: visualiseren a.d.h.v. concreet materiaal (flessendopjes, e.a.), foto’s, beta – prenten, picto’s, … • Opdrachten: deze worden dusdanig opgesteld zodat het heel duidelijk is waar de opdracht begint en waar deze eindigt. • Bijvoorbeeld: aan het begin van de oefening ligt een hoepel met een wekker, aantal flessendopjes, aantal wasknijpers, ballen, … (cfrverwijzer aan het werkschema) Op het einde van de opdracht ligt een hoepel met een potje waarin de verwijzers gedeponeerd worden. Duur van de opdracht: aantal min op wekker, aantal dopjes, … Leerlingen zorgen ervoor dat de opdracht terug klaar ligt voor de volgende leerling.

  22. Waarom gebruiken we de ComVoor? Via de ComVoor weten we op welk niveau de leerling de verschillende verwijzers begrijpt. Zo kunnen we voor iedere leerling individueel een manier van visualisatie creëren die voor hen het meest begrijpbaar, het meest duidelijk en verhelderend is. CONCREET: • Leerling A: concrete verwijzers • Leerling B: een combinatie van concrete verwijzers en beta • Leerling C: geschreven woordbeeld ComVoor = handig middel om iedere leerling op zijn eigen niveau te benaderen.

  23. Oefeningenreeksen De oefeningenreeksen worden gedurende een achttal weken herhaald. Herhaling biedt voor leerlingen met een ASS ‘zekerheid’ en ‘rust’ Het is echter wel zo dat we iedere laatste les voor een vakantie afstappen van de oefeningenreeks en een andere vorm van gestructureerde werking geven. Waarin we bijv. netbal spelen, kegelspel, …

  24. Besluit ‘Als het kriebelt, moet je sporten’ : niet altijd even eenvoudig voor jongeren met een handicap! Met deze workshop hopen we te hebben aangetoond dat structuur bieden tijdens bewegingsmomenten, voor jongeren met een ASS, wel degelijk mogelijk is. Mag dit een stimulans zijn voor collega’s om ook op zoek te gaan, zodat ook hun jongeren kunnen sporten als het kriebelt. Günther De Craemer Marina Verlé

More Related