1 / 51

Loopbaanreflectiegesprekken

Loopbaanreflectiegesprekken. M.Kuijpers , 2012. Kiezen als een rationeel proces. (Rees & Bartlett, 199; Watts & Fretwell , 2004; Phillips,1997; OECD, 2004; RWI, 2008) Alternatieven weten Consequenties van keuzes onderzoeken Strategie gebruiken om voor en nadelen af te wegen

cana
Download Presentation

Loopbaanreflectiegesprekken

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Loopbaanreflectiegesprekken M.Kuijpers, 2012

  2. Kiezen als een rationeel proces (Rees & Bartlett, 199; Watts & Fretwell, 2004; Phillips,1997; OECD, 2004; RWI, 2008) Alternatieven weten Consequenties van keuzes onderzoeken Strategie gebruiken om voor en nadelen af te wegen Doel voor ogen hebben M.Kuijpers, 2012

  3. Kiezen als een rationeel proces (Rees & Bartlett, 199; Watts & Fretwell, 2004; Phillips,1997; OECD, 2004; RWI, 2008) Alternatieven weten Consequenties van keuzes onderzoeken Strategie gebruiken om voor en nadelen af te wegen Doel voor ogen hebben Keuzemogelijkhedente divers (Dols 2008)) Onvoorspelbaarheidtoekomst, complexiteit(Krumbolz, 1998) Geen empirische steun voor consistent besluitvormingsproces(Dieleman, 2008) Keuzes maken op langere termijn is moeilijk voor jongeren M.Kuijpers, 2012

  4. Van: plannen en implementeren van een loopbaan voor je leven Naar: experimenten en leren Kiezen als proces M.Kuijpers, 2012

  5. Dynamische arbeidsmarkt Zelfsturend vermogen Reflectie Profilering Eenlevenlangleren Employability Talentontwikkeling Lerenkiezen M.Kuijpers, 2012

  6. Ervaring Vervolgstap Kwaliteitenreflectie Netwerken Zelfbeeld Motievenreflectie Netwerk Werk/Opleidingsbeeld Prestatiebewijs Werkexploratie Loopbaansturing M.Kuijpers, 2012

  7. Hoe gaan de gesprekken?

  8. Praten met Wie is er aan het woord? Wie bepaalt?

  9. Niveaus van luisteren • 5. reflectief luisteren (onder woorden brengen wat de ander bedoelt, reflectie van gevoel) • aandachtig luisteren (de ander proberen te snappen) • ------------------------------------------------------------------------------------ • 3. selectief luisteren (ze willen iets kwijt, kunnen het niet kwijt in je verhaal, kiezen een woord in je verhaal, maken een brug en gaan hun eigen verhaal vertellen) • 2. doen alsof je luistert • 1. negeren Luisterendgesprek

  10. Bevorderendefactoren in eengesprek Waar moet een goed gesprek aan voldoen? Wat doe je het meest? Wat doe je het minst, vind je lastig?

  11. Filmpje • https://www.youtube.com/watch?v=ptvKw3uFtyM&list=PLA6BA3D2D65846EAC

  12. Van Concrete ErvaringnaarKwaliteiten en Motieven Bedenkeen hobby die nietstemakenheeft (of lijkttehebben) met het werk op school. Welkevragenzou je kunnenbedenkenomdaar de kwaliteiten en motievenuittehalen? M.Kuijpers, 2012

  13. Kwaliteitenreflectie (ontdek je talent) Nadenkenover sterkekanten die van belangzijnvoor de loopbaanontwikkeling

  14. Eenloopbaangesprek Voereenloopbaangesprekaan de hand van de volgendevragen: • Watheb je onlangsmeegemaaktwaar je trots op was? • Wat deed je hierin heel goed? • Doe je ditook in anderesituaties heel goed? • Hoe zouje dezekwaliteitnoemen? M.Kuijpers, 2012

  15. Eenloopbaangesprek Vragennaaraanleiding van het gevoerdeloopbaangesprek: • Wie was er het meestaan het word? • Was erruimtevoor het verhaal? • Welkevragenwerktenwel/niet? • Watviel je op aan de nonverbalecommunicatie? M.Kuijpers, 2012

  16. De leerling is aan het woord, praten met • Neem de tijd, geefruimteaan het verhaal Verdeling van aandacht is belangrijk • Luister en verplaats in de ander • Stel open vragen

  17. Soorten vragen Gesloten vraag“Heb je het naar je zin op school?” Open vraag “Wat vind je interessant op school?” Suggestieve vraag“Vind je niet dat school belangrijker is dan ……” Meervoudige vraag“Hoe denk je daar mee om te gaan? Ik bedoel, dat zal toch niet gemakkelijk zijn? Heb je het al met je ouders besproken?” Grote en kleinevragen Vragen over inhoud en betrekking

  18. Ruimtegeven Inbreng, gedachte en ervaring van de leerling Inbreng, gedachte en ervaring van de mentor

  19. Inbreng, gedachte en ervaring van de leerling Inbreng, gedachte en ervaring van de mentor

  20. Ruimte nemen Oefening: De ander presenteert een probleem en jij gaat zoveel mogelijk oplossingen aandragen

  21. ‘Ja maar’ fenomeen ‘Regel is de uitzondering’ fenomeen Overtuigen

  22. Ruimte geven Omgekeerde oefening: • Geen adviezen geven • Luisterende houding, de ander zelf oplossingen laten bedenken

  23. Open vragen Voordelen: • geven vrijheid om te reageren • minder bedreigend • toont meer interesse en vertrouwen Nadelen: • kost meer tijd • gaatallekanten op

  24. De leerling wordt begrepen • Valideren: het is oké wat je zegt • Meedenken, niettegendenken • Duiden van bedoeling of emotie Opbouwen van vertrouwen

  25. Het zelfvertrouwen wordt vergroot • Waarderen: het is oké wat je doet • Nadruk op eigen verantwoordelijkheid, vertrouwen in het kunnen • Het gaatniet op wateruitkomt, maar daterietsuitkomt (erhoeftgeenbeslissinggenomenteworden of eenoplossingbedacht, maar eeninzichtof perspectiefverkregenomeraantewerken) Opbouwenvan zelfvertrouwen

  26. Wat is je talent volgens: Je familie? Je vrienden? Mensen van je vrijwilligerswerk of hobby? Je collega’s? Je leidinggevende? Wat beschouw je zelf als je talenten? In hoeverre gebruik je deze talenten in je werk? Hoe moeilijk was het om deze vraag te beantwoorden? Hoe werd je je bewust van je talenten? Kwaliteit M.Kuijpers, 2012

  27. Nadenken over wensen en waarden die van belang zijn voor de persoonlijke loopbaan Waar sta je voor, waar ga je voor? Motievenreflectie (ontdek je passie) Inzicht in leefregels om te kunnen onderzoeken aan wat voor soort mensen en soort werk iemand zich wil en kan verbinden M.Kuijpers, 2012

  28. Motievenreflectie Noem drie leefregels die je hanteert Neem je laatste conflict in gedachte. Welke leefregels horen hierbij? M.Kuijpers, 2012

  29. Soorten reflectie • Taakreflectie • Wat voerde je goed uit? • Gericht op voortgang naar diploma, examen, vakmanschap • Oordeel begeleider belangrijk! • Persoonsreflectie • Wat is voor jou als persoon belangrijk? • Gericht op ontwikkelen van een zelfbeeld • Begeleiderstuurtnietopwateruitmoetkomen, maar opdaterietsuitkomt

  30. Persoonsreflectie • Het gaat over een betekenisvolle ervaring = ervaring waar emotie mee gepaard gaat. Het gaat om de betekenis, NIET om de ervaring zelf, niet hoe het volgende keer anders kan of conclusie. • Leidt tot inzicht = bewuste kennis van zelf: kwaliteiten, motieven (drijfveren, interesses, leefregels, ambities) • Leidt tot actie = vervolgstap in loopbaanleren of in leren in de beroepsopleiding

  31. Waarderendreflecteren • De ander is aan het woord • De anderwordtbegrepen • Het zelfvertrouwenwordtvergroot • De anderwordtaan het denkengezet • De anderwordt in de actiegezet

  32. Waarderendreflecteren M.Kuijpers, 2012

  33. Loopbaangesprek

  34. Oefening: aanzetten tot nadenken In tweetallen A vulteenzinaan • Gesprekkenvoeren met leerlingenvindik … omdat… • Een training volgenals docent vindik …. omdat…. B vraagt door: Als [zin die A gebruiktnaomdat].. dan..? B blijfditdoen tot je bij de kern bent gekomen

  35. Aanzetten tot nadenken • Concrete ervaring die er toe doet • Reflectiefluisteren • Open vragen, doorvragen, constructieveconfrontatie • Twijfelbespreken • Sturen op nieuweinzichten / opbrengstverwoorden

  36. Niet van plan Twijfel over actie Voornemen tot actie Actie Gedragsbehoud Ruimte voor emoties Exploreren van twijfel en barrières Help bepalenwatbestestrategie is, zelfvertrouwenvergroten Help stappennemen, waarderen Uitdagendestappen, zelfsturing Aanzetten tot actie

  37. Oefeningaanzetten tot actie Oefening 1 In de middagstaanoefeningen met rollenspel op het programma A wildatniet • B wil A aanzetten tot actie (haalbaar en uitdagend) • C observeert en bespreektna Oefening 2 A wilwelloopbaangesprekkenvoeren met leerlingen maar doetditnietomdathij/zijnietweet hoe • B wil A aanzetten tot actie (haalbaar en uitdagend) • C observeert en bespreektna

  38. Contact • Contract • Uitvoering • Afronding: is contract uitgevoerd, nieuw contract Door leerling Door docent en leerling Door docent Vorm: opbouw van gesprek • Contract • Sluitaan op uitkomstreflectie en actiefase • Haalbaar (stap is kleingenoeg) • Uitdagend (nieuw, ontwikkelend, aantrekkelijk)

  39. Gespreksformulier

  40. En nu in de groep…. We hebben nu verschillende loopbaancompetenties besproken en geoefend. Welke vragen zou je binnen deze competenties in jouw lessen kunnen stellen aan leerlingen? Kies er minimaal twee en ga daar de komende tijd mee aan de slag.

  41. Werkexploratie (ontdek je werkplek)

  42. Waar: • Werkveld • Werkplek • Naar: • Personen • Problemen • Procedures:eisen, werkzaamheden, leefregels • Potentie:kansen, ontwikkelingen Werkexploratie • Activeren in gesprek: • Verdiepen werkbeeld • Verbreden werkbeeld • Verbindenaan kwaliteiten en motieven • Door: • Ervaren • Internet • Interview M.Kuijpers, 2012

  43. Oefening 1: • De leerling weet wat hij later wil worden • Zet de leerling in actie in een loopbaangesprek Werkexploratie Oefening 2: De leerling weet niet wat hij later wil worden Zet de leerling in actie in een loopbaangesprek Watzijnvragenvoorleerlingen? Watzijnvalkuilenvoor de begeleider? M.Kuijpers, 2012

  44. Loopbaangerichte beïnvloeding van leer- en werkproces • Architectuur van de loopbaan Loopbaansturing (zelf aan zet) Zoals werkexploratie zicht richt op kansen ontdekken, richt loopbaansturing zich op kansen creëren! M.Kuijpers, 2012

  45. Bepaal een loopbaandoel/perspectief • Schrijf het doel/perspectief op een papier • Ga aan de ene kant staan en leg het doel aan de andere kant • Geef met een post-it aan wat er moet gebeuren voor het doel bereikt kan worden (acties op leren, experimenteren, organiseren en profileren) • Leg deze post-it neer op de afstand tussen het doel en waar je nu staat • Welke stappen zijn hier voor nodig? • Enzovoort, net zolang tot je de eerste stap in een keer kan overbruggen • Schrijf vragen op die geschikt zijn voor leerlingen Loopbaansturing M.Kuijpers, 2012

  46. Netwerken (in gesprek met)

  47. Netwerken: contacten opbouwen en onderhouden op de interne en externe arbeidsmarkt gericht op loopbaan­ontwikkeling. Netwerken • Netwerk in kaart brengen, onderzoeken en vergroten kwantiteit en kwaliteit van het netwerk: • Voldoende • Diversiteit • Beslissingsbevoegd • Relevant M.Kuijpers, 2012

  48. Jan Tim Milou Netwerkweb Stef Wil Ik Jaap Marlies Job Esther M.Kuijpers, 2012

  49. In drietallen: Neem een vraag die je hebt of een probleem waar je mee stoeit waar je zelf niet uitkomt. Breng het netwerk in kaart. Bepaal de kwantiteit en kwaliteit van het netwerk Breid het netwerk uit met niet voor de hand liggende mensen Besluit wie het beste benaderd kan worden, wanneer, hoediegene benaderd moet worden en, watje zou willen en wat je de ander te bieden hebt Bedenkvragenvoorleerlingenm.b.t. netwerken Netwerken M.Kuijpers, 2012

More Related