1 / 24

Eric Goyvaerts François Verspagen

Eric Goyvaerts François Verspagen. 21 Weer en klimaat: beïnvloedende factoren. 21.1.1 Het moment van de dag. Blz. 84. Meridiaan 1. 14 uur. 6 uur. 22 uur. 10 uur. 18 uur. 22.1 De temperatuur. °C. 25. De temperatuur hangt af van. 20. 15.  de hoogte van de zon. 10. 5. 0.

calais
Download Presentation

Eric Goyvaerts François Verspagen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Eric Goyvaerts François Verspagen 21 Weer en klimaat: beïnvloedende factoren

  2. 21.1.1 Het moment van de dag Blz. 84 Meridiaan 1 14 uur 6 uur 22 uur 10 uur 18 uur 22.1 De temperatuur °C 25 De temperatuur hangt af van 20 15  de hoogte van de zon 10 5 0 tijd 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 Hoogste temperatuur: ochtend / middag / avond Zon aan de horizon: laag / hoog Hoe hoger de zon hoe warmer

  3. 21.1.1 Het moment van de dag Blz. 84 Meridiaan 1 Verklaring: 14h 11h 8h Wanneer verwarmt de zon het kleinste oppervlak: ochtend / middag / avond Wanneer verwarmt de zon het grootste oppervlak: ochtend / middag / avond Wanneer is het dan het warmst: ochtend / middag / avond

  4. 21.1.2 De seizoenen Blz. 84 Meridiaan 1 De hoogste temperaturen hebben we tijdens de: winter / zomer De temperatuur is afhankelijk van K  De seizoenen B M 3°C 18,5°C -6°C 19,5°C 10°C 24°C

  5. 21.1.2 De seizoenen Blz. 84 Meridiaan 1 21 juni Verklaring: 21 maart – 21 september De zon staat in de zomer ‘s middags het hoogst, de dagen duren het langst 21 december 21 december: 6uur 21 juni: 18uur Hoogste middagzonnestand: winter / zomer Langste dagen: winter / zomer

  6. 21.1.3 Ligging t.o.v. de evenaar OPDRACHT 21.2 Blz. 29 Blz. 84 Meridiaan 1 Meridiaan 1 0° 10° 20° De temperatuur is afhankelijk van  De breedteligging 22.1 Januari isothermen Hoe verder van de evenaar hoe kouder / warmer

  7. 21.1.3 Ligging t.o.v. de evenaar Blz. 84 Meridiaan 1 Naestved 55°N Xaghra 35°N Verklaring: Xaghra (Malta) Naestved (Den.) 21 juli 57° 79°

  8. 21.1.3 Ligging t.o.v. de evenaar Blz. 84 Meridiaan 1 Naestved 55°N Xaghra 35°N Verklaring: Xaghra (Malta) Naestved (Den.) Hoe dichter bij de evenaar hoe hoger ‘s middags de zon staat. 21 juni 21 juni 57° 79°

  9. 21.1.4 De zeestromen Blz. 85 Meridiaan 1 Zelfde: uur, seizoen, breedte. Wat stel je vast? 41°N 0°C  In Lissabon is het warmer. 39°N 10°C L NY

  10. Blz. 85 Meridiaan 1 Labradorstroom Verklaring NY OPDRACHT 21.2 L Golfstroom Verklaring temperatuurverschil: De temperatuur is afhankelijk van  Er stroomt een warme zeestroom langs West-Europa  De aard van de zeestromen warm koud 168 januari isothermen

  11. 21.1.5 De hoogteligging Blz. 85 Meridiaan 1 Temperatuur op de top: - 8°  -8°C De temperatuur is afhankelijk van Temperatuur in de vallei:  De hoogte -6°  -2°C kouder Hoe hoger hoe …………………………. - 2°

  12. 22.1.7 De ligging t.o.v. de zee OPDRACHT 21.2 Blz. 85 Meridiaan 1 6°C 15°C 9°C 3°C 17°C 14°C -1°C 18°C 19°C -6°C 20°C 26°C Dichtst bij de oceaan?

  13. 21.1.7 De ligging t.o.v. de zee OPDRACHT 21.2 Blz. 29 Blz. 85 Meridiaan 1 Meridiaan 1 6°C 15°C 9°C 3°C 17°C 14°C -1°C 18°C 19°C -6°C 20°C 26°C Verst van de oceaan?

  14. 21.1.7 De ligging t.o.v. de zee OPDRACHT 21.2 Blz. 85 Meridiaan 1 De nabijheid van de zee oefent een verzachtende invloed uit op de temperatuur. 6°C 15°C 9°C 3°C 17°C 14°C -1°C 18°C 19°C -6°C 20°C 26°C Hoe verder van de oceaan wordt de winter: kouder / zachter wordt de zomer: frisser / warmer

  15. 22.2 De neerslag 21.2.1 De ligging t.o.v. de zee Blz. 86 Meridiaan 1 Hoe verder van de zee hoe meer / minder neerslag De nabijheid van de zee oefent een invloed uit op de neerslag.

  16. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Zonnewarmte dringt door het glas, weerkaatst op de grond en gaat dan maar gedeeltelijk terug door het glas naar buiten. Een deel van de warmte blijft binnen de serre gevangen. Daardoor stijgt de temperatuur.

  17. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Op aarde spelen de zgn. ‘broeikasgassen’ de rol van het glas in de serre. Ze zorgen ervoor dat een deel van de warmtestraling van de zon niet terug in de ruimte wordt weerkaatst zodat die de atmosfeer opwarmt. Zonder dit natuurlijke broeikaseffect zou het op aarde zo'n 30°C kouder zijn.

  18. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Twee belangrijkste broeikasgassen (na waterdamp): 20.5 Broeikasgassen CFK’s Methaan

  19. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Temperatuur? Verklaring gestegen temperatuur: 20.6 Temperauur en CO2 De wereld-temperatuur stijgt. De hogere CO2-concentratie (= broeikasgas). = verhoogd broeikaseffect CO2-concentratie? De CO2-concentratie stijgt.

  20. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 20.7 Herkomst broeikasgassen CO2 vooral afkomstig van: Fossiele brandstoffen = ? steenkool aardolie

  21. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Enkele gevolgen van de opwarming van de aarde: 20.8 • Meer en intensere stormen • Overstromingen • Verhoogde ozonconcentraties in de zomer • Stijging zeeniveau • Afsterven van bepaalde zeedieren en • -planten

  22. 21.3 Het verhoogde broeikaseffect Blz. 86 Meridiaan 1 Hoe kunnen we het verhoogde broeikaseffect verminderen? 20.8 • CO2-uitstoot met 30% verminderen tegen 2020 • Steun aan de zich ontwikkelende landen

  23. Beïnvloeden factoren 21 1. De factoren die de temperatuur bepalen: - moment van de dag: hoe hoger de zon staat hoe warmer - seizoenen: het is het warmst in de zomer - breedteligging: hoe verder van de evenaar hoe kouder. - zeestromen: een warme zeestroom verzacht de temperatuur. - hoogteligging: hoe hoger hoe kouder. - ligging t.o.v. de zee: hoe verder van de zee hoe kouder in de winter en hoe warmer in de zomer.

  24. Beïnvloeden factoren 21 2. Een factor die de neerslag bepaalt: - ligging t.o.v. de zee: hoe dichter bij de zee hoe meer neerslag. 3. Het verhoogde broeikaseffect: vooral door de stijging van de CO2-concentratie warmt de aarde sneller op en verandert het klimaat.

More Related