1 / 42

Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 1 t/m 4

Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 1 t/m 4. Stedelijke gebieden. Hoofdstuk 3. Hoe zijn steden opgebouwd?. Stadsgeledingsmodellen. Modellen van Burgess, Hoyt en Harris / Ullman. Het model van Burgess (Chicago). Nieuw is beter (woning).

cais
Download Presentation

Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebieden Paragraaf 1 t/m 4

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 3 Nederland: stedelijke gebiedenParagraaf 1 t/m 4

  2. Stedelijke gebieden Hoofdstuk 3

  3. Hoe zijn steden opgebouwd?

  4. Stadsgeledingsmodellen Modellen van Burgess, Hoyt en Harris / Ullman

  5. Het model van Burgess (Chicago) Nieuw is beter (woning)

  6. Het model van Hoyt (op basis van meerdere Amerikaanse steden)

  7. Central Business District

  8. Den Haag

  9. Rotterdam Kop van Zuid

  10. Amsterdam

  11. Amsterdam centrum • Kalverstraat • Leidse straat • Winkels • Horeca • Warenhuizen • Discotheken

  12. Grachtengordel • Rijke mensen • Notarissen • Advocaten • Hoge status

  13. Jordaan en Rosse Buurt

  14. Arbeidersbuurten 1890

  15. Oud Zuid

  16. Osdorp en Watergraafsmeer

  17. Sloterdijk • Kantoren • Conferentiecentra • HBO opleidingen • Goed bereikbaar per trein • Overheid anti file

  18. Zuidas

  19. Welk van de modellen past het beste bij Amsterdam?

  20. Paragraaf 2 De hoofdvragen zijn: • welke drie locatievraagstukken spelen een rol in en rondom steden? • wiens belangen spelen mee bij de locatievraagstukken?

  21. Steden • Wat is het verschil tussen de reikwijdte en het verzorgingsgebied van een voorziening? • Hoe zit dat dan met de drempelwaarde? • Waarom willen veel voorzieningen zich in een stad vestigen?

  22. De oude centra van steden, de binnensteden, kennen veel problemen. De stedelijke distributie

  23. Wiens belangen spelen bij de oplossing van dit probleem mee?

  24. De binnenstad ondervindt concurrentie van een grootschalig koopparadijs buiten de stad

  25. Alexandrium in Rotterdam is zo´n grootschalig koopparadijs. Het verzorgingsgebied overlapt dat van andere winkelcentra. Alleen als het aanbod niet concurreert, maar juist iets extra´s biedt, kunnen de andere winkelcentra blijven bestaan!

  26. Binnensteden hebben ruimtegebrek, ze zijn mooi, maar niet praktisch

  27. De bereikbaarheid is soms slecht, zoals hier in Nijmegen

  28. Daarom worden rond nieuwe verkeersknooppunten ook nieuwe centra ontwikkeld, zoals hier in Den Haag

  29. Nieuwe infrastructuur en nieuwe stations (bv. RandstadRail) zijn aantrekkelijk voor bedrijven, vanwege de goede bereikbaarheid

  30. Stadsgeledingsmodellen • Wat zijn dat ook alweer? • Waarom worden ze gemaakt?

  31. Centrale plaatsentheorie van Christaller • Om een elke voorziening kun je een denkbeeldige vijfhoek trekken, dit is de reikwijdte van de voorziening • De aard van de voorziening bepaalt de grootte van de vijfhoek

  32. Centrale plaatsentheorie van Christaller • Voorwaarden: • Iedereen binnen een vijfhoek kiest voor de dichtstbijzijnde voorziening • Iedereen is bereid even ver te reizen • Er zijn geen hindernissen

  33. Centrale plaatsentheorie van Christaller • Kritiek: • Steden zijn uniek en niet allemaal gelijk • Er zijn soms natuurlijke barrières • Mensen hebben persoonlijke voorkeuren

  34. Paragraaf 3 en 4 Nog een hoofdvraag: • Waarom zijn steden de motor van de kenniseconomie?

  35. De stad is aantrekkelijk voor: • Tertiaire sector • Zakelijke dienstverlening • Kennisintensieve bedrijven Wat is in de kenniseconomie de belangrijkste productiefactor?

  36. Steden bieden agglomeratievoordelen: • Lagere productiekosten Amstelveen Utrecht Leiden • Investeringen door derden Amersfoort Delft Nijmegen • Broedplaats voor creatieven En dit is de top 6 creatieve steden:

  37. Universiteit van Amsterdam (UvA)

  38. Universiteit van Amsterdam • Waarom wil de UvA misschien uit het centrum van de stad weg? • Waarom wil de gemeente dat liever niet?

  39. Een architectenbureau in een kerk! Hoe draagt dit bij aan de creatieve stad?

  40. Leegstand • Steden zijn dus een gewilde locatie voor werk en studie, toch staan er in Nederland enorm veel kantoorpanden leeg • Waarom?

  41. Krakers? Kraak ‘Schijnheilig’ kunstenaarsproject

More Related