1 / 18

Jullie hebben lef...

Jullie hebben lef. . Week 48.  Les 25 tm 27  week 48 2009  categoriale inkomensverdeling gevolgen van inkomensherverdeling  leren tb 377 tm 389 maken wb 287 tm 293. Categoriale inkomensverdeling I.

brady-key
Download Presentation

Jullie hebben lef...

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Jullie hebben lef...

  2. Week 48  Les 25 tm 27  week 48 2009  categoriale inkomensverdeling gevolgen van inkomensherverdeling  leren tb 377 tm 389 maken wb 287 tm 293

  3. Categoriale inkomensverdeling I De categoriale inkomensverdeling geeft de verdeling weer van het nationaal inkomen over de beloningen van de verschillende productie­factoren.

  4. Categoriale inkomensverdeling II • Met betrekking tot de categoriale inkomensverdeling is het gebruikelijk een tweedeling te maken tussen inkomen uit arbeid en overig inkomen (ook genoemd vermogensinkomen of restinkomen). • Het aandeel van het inkomen uit arbeid in het totale inkomen kan op twee manieren worden berekend…

  5. Loonquote (LQ) Het looninkomen is de beloning voor arbeid verricht door werknemers. De LQ is afhankelijk van procentuele veranderingen in loon, apt en prijs!

  6. Arbeidsinkomensquote (AIQ) Het arbeidsinkomen is het looninkomen plus het toegerekend loon van zelfstandigen. Het toegerekend loon van zelfstandigen is het deel van de winst dat beschouwd wordt als beloning voor arbeid verricht door zelfstandigen.

  7. AIQ en conjunctuur • Een hogere arbeidsinkomensquote kan tot een toename van de consumptie leiden, omdat van het arbeids­inkomen over het algemeen een groter deel wordt geconsumeerd dan van het overig inkomen. • Een stijging van de arbeidsinkomensquote (waardoor de consumptieve bestedingen toenemen) is gunstig voor de conjuncturele ontwikkeling.

  8. AIQ en structuur • Een hogere arbeidsinkomensquote kan tot een afname van de investeringen leiden, omdat investeringen voor een belangrijk deel worden betaald uit de winsten (winsten maken deel uit van het overig inkomen). • Een stijging van de arbeidsinkomensquote (waardoor de investeringen afnemen) is ongunstig voor de structurele ontwikkeling.

  9. Loonruimte • De loonruimte is de voor loonsverhogingbeschikbare financiële ruimte, die bepaald wordt door de stijging van de reële arbeidsproductiviteit (apt) en de stijging van het algemeen prijsniveau. • De loonruimte is gelijk aan de stijging van de nominalearbeidsproductiviteit. • De loonruimte kan berekend worden met indexcijfers: index reële apt x index prijs / 100.

  10. Loonstijging = loonruimte • Een loonstijging die overeenkomt met de loonruimte is verdelingsneutraal. • Een dergelijke loonstijging heeft geen invloed op de verdeling van het nationaal inkomen over arbeidsinkomen en overig inkomen. De arbeidsinkomensquote en de overig-inkomensquote blijven gelijk.

  11. Loonstijging < loonruimte • Als de loonstijging kleiner is dan de loonruimte, neemt het loonaandeel in het nationaal inkomen af. De arbeidsinkomensquote zal dalen en de overig-inkomensquote zal stijgen. • Een loonstijging die kleiner is dan de loonruimte wordt ook wel loonmatiging genoemd. Loonmatiging kantot lagere exportprijzen leiden en dat is gunstig voor de internationale concurrentiepositie. • Een stijging van de overig-inkomensquote (met name de winstquote) als gevolg van de daling van de arbeidsinkomensquote kan tot meer investeringen leiden, wat gunstig is voor de werkgelegenheid.

  12. Loonstijging > loonruimte • Als de loonstijging groter is dan de loonruimte, neemt het loonaandeel in het nationaal inkomen toe. De arbeidsinkomensquote zal stijgen en de overig-inkomensquote zal dalen. • Hogere loonkosten kunnen tot prijsstijgingen leiden en hogere prijzen leiden via prijscompensatie weer tot loonstijgingen, enzovoort. Dit verschijnsel van elkaar opjagende lonen en prijzen wordt de loon-prijsspiraal genoemd. • Een daling van de overig-inkomensquote (met name de winstquote) als gevolg van de stijging van de arbeidsinkomensquote kan tot minder investeringen leiden, wat ongunstig is voor de werkgelegenheid.

  13. Inkomensoverdrachten • De inkomensherverdeling heeft gevolgen voor de omvang van het nationaal inkomen, de werkgelegenheid, voor de aard van de productie en voor de bestedingen. • De inkomensoverdrachten door en aan de overheid zorgen ervoor dat het nationaal inkomen gelijkmatiger worden verdeeld.

  14. Korte termijn • Inkomensoverdrachten dempen de conjunctuurbeweging: • Laag conjunctuur  lage bestedingen stijging werkloosheid, maar door sociale uitkeringen blijven de bestedingen op redelijk peil. • Hoog conjunctuur  hoge bestedingen stijging nationaal inkomen, maar door progressie in de inkomstenbelasting nemen de bestedingen weer een beetje af.

  15. Lange termijn • Om de secundaire personele inkomensherverdeling minder scheef te maken, heeft de overheid geld nodig: sociale premies en belastingtarieven verhogen  een stijging van de loonkosten  nationaal inkomen daalt (of stijgt minder snel dan andere landen).

  16. Afwenteling Afwenteling gebeurt op twee manieren: • Afwentelen door werknemers: als er een (bruto) loonstijging wordt geëist. Loonkostenstijging (premie/belasting) wordt dan afgewenteld op de werkgevers. • Afwentelen door werkgevers: werkgevers berekenen de gestegen loonkosten in de verkoopprijs door. Loonkostenstijging wordt dan afgewenteld op de consumenten loon-prijsspiraal.

  17. Milieuheffingen Milieuheffingen beïnvloeden de aard van de productie en de bestedingen. Productie wordt anders: - meer productiefactor arbeid- minder productiefactor natuur Bestedingen worden anders: - meer milieuvriendelijk producten- minder milieuvervuilende producten

  18. Ten slotte... • SE 2 … • ...  vragen  aan de slag!

More Related