1 / 62

Spelregel Quiz

Spelregel Quiz. Rayon stage 11 januari 2014. Spelregel Quiz. Spelregels? 1 wedstrijd Team A (aanval) team B (verdediging) Spelregelboekjes en overleg mag Goed of Fout Directe antwoord met uitleg. Pre-game vraag 1. De wedstrijdbal moet een gebruikte bal zijn. Art.46.3 . GOED.

axel
Download Presentation

Spelregel Quiz

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Spelregel Quiz Rayon stage 11 januari 2014

  2. Spelregel Quiz Spelregels? • 1 wedstrijd • Team A (aanval) team B (verdediging) • Spelregelboekjes en overleg mag • Goed of Fout • Directe antwoord met uitleg

  3. Pre-game vraag 1 De wedstrijdbal moet een gebruikte bal zijn • Art.46.3 GOED

  4. Pre-game vraag 2 De scheidsrechter mag beslissingen nemen die niet in de regels beschreven staan • Art.46.13 GOED

  5. Pre-game vraag 3 A1 draagt een metalen spalk om zijn vinger. De spalk is volledig afgedekt met een zachte bekleding. Het dragen van een spalk op deze wijze is toegestaan. • Art.4.4.2 – 1e bolletje FOUT

  6. Pre-game vraag 4 Langs het beperkte gebied zijn er vijf (5) vrije worp rebound posities. • Art.2.4.3 • Er mogen maar 5 posities bezet worden FOUT

  7. Pre-game vraag 5 De coach van het thuisspelende team A moet als eerste zijn opgegeven spelers bevestigen met een handtekening en als eerste zijn startende vijf spelers opgeven • Art.7.2 GOED

  8. 1ste kwart vraag 1 Bij de sprongbal wordt de bal levend als één van de springers de bal tikt. • Art 10.2 1e bolletje FOUT

  9. 1ste kwart vraag 2 A3 is al 2 seconden in het beperkte gebied als A1 een doelpoging maakt. De schotpoging is te kort en de bal valt voor de ring naar beneden. A3 vangt de bal en dribbelt direct het beperkte gebied uit. A3 wordt afgefloten vanwege het overtreden van de 3-secondenregel. • Art 14.1.3 en 26.1.1

  10. 1ste kwart vraag 2 FOUT

  11. 1ste kwart vraag 2 A3 is al 2 seconden in het beperkte gebied als A1 een doelpoging maakt. De schotpoging is te kort en de bal valt voor de ring naar beneden. A3 vangt de bal en dribbelt direct het beperkte gebied uit. A3 wordt afgefloten vanwege het overtreden van de 3-secondenregel. • Art 14.1.3 en 26.1.1 FOUT

  12. 1ste kwart vraag 3 Bij de aanvangssprongbal tussen A1 en B1 wordt de bal legaal getikt en direct daarna ontstaat er een sprongbalsituatie tussen A5 en B5 zonder dat iemand anders de bal heeft aangeraakt. De sprongbal wordt nu opnieuw tussen A1 en B1 uitgevoerd. • Art 12 + Interpretaties

  13. 1ste kwart vraag 3 FOUT

  14. 1ste kwart vraag 3 Bij de aanvangssprongbal tussen A1 en B1 wordt de bal legaal getikt en direct daarna ontstaat er een sprongbalsituatie tussen A5 en B5 zonder dat iemand anders de bal heeft aangeraakt. De sprongbal wordt nu opnieuw tussen A1 en B1 uitgevoerd. • Art 12 + Interpretaties FOUT

  15. 1ste kwart vraag 4 A2 ontvangt de bal in de bucket; hij pivotteert en gooit de bal tegen het bord. Hij gaat achter zijn eigen bal aan, vangt die als eerste en scoort. Er is geen overtreding gemaakt. • Art. 24.1.1 + Interpretaties

  16. 1ste kwart vraag 4 GOED

  17. 1ste kwart vraag 4 A2 ontvangt de bal in de bucket; hij pivotteert en gooit de bal tegen het bord. Hij gaat achter zijn eigen bal aan, vangt die als eerste en scoort. Er is geen overtreding gemaakt. • Art. 24.1.1 + Interpretaties GOED

  18. 1ste kwart vraag 5 Speler A4 vangt de bal in de lucht, landt op één voet, springt op vanaf die voet, landt vervolgens op twee voeten en zet dan met beide voeten af voor een doelpoging. Dit is een legale actie. • Art 25.2.1 2e bolletje 3e streepje en 15.1.3

  19. 1ste kwart vraag 5 GOED

  20. 1ste kwart vraag 5 Speler A4 vangt de bal in de lucht, landt op één voet, springt op vanaf die voet, landt vervolgens op twee voeten en zet dan met beide voeten af voor een doelpoging. Dit is een legale actie. • Art 25.2.1 2e bolletje 3e streepje en 15.1.3 GOED

  21. 2de kwart vraag 1 Nadat de bal al de handen van A4 heeft verlaten voor een 2-punt-poging begaat B4 een onsportieve fout op A4; de bal gaat mis. Daarna begaat A4 een technische fout. Eerst worden er 2 vrije worpen toegekend aan A4 en vervolgens wijst coach B een speler van ploeg B aan voor de 2 vrije worpen als gevolg van de technische fout van A4. Omdat beide ploegen recht hadden op zijkant horende bij de vrije worpen en niemand balbezit had ten tijde van de eerste fout wordt het spel vervolgt door middel van de BBP.

  22. 2de kwart vraag 1 • Art 42.2.3 FOUT

  23. 2de kwart vraag 1 Nadat de bal al de handen van A4 heeft verlaten voor een 2-punt-poging begaat B4 een onsportieve fout op A4; de bal gaat mis. Daarna begaat A4 een technische fout. Eerst worden er 2 vrije worpen toegekend aan A4 en vervolgens wijst coach B een speler van ploeg B aan voor de 2 vrije worpen als gevolg van de technische fout van A4. Omdat beide ploegen recht hadden op zijkant horende bij de vrije worpen en niemand balbezit had ten tijde van de eerste fout wordt het spel vervolgt door middel van de BBP. FOUT

  24. 2de kwart vraag 2 A1 laat de bal los voor een doelpoging. De scheidsrechter fluit voor een persoonlijke fout van B4. De bal rolt over de ring, als B1 de bal wegtikt. Er worden twee vrije worpen toegekend. • Art 31.2.6 FOUT

  25. 2de kwart vraag 3 B3 maakt een fout op A3. Dit is de vijfde teamfout van team B. De scheidsrechters kennen per ongeluk de bal toe aan team A voor een inworp. Na de inworp dribbelt A2. B2 tikt de bal uit. Nu wordt de vergissing ontdekt. De vrije worpen worden alsnog toegekend aan A3, waarna het spel wordt vervolgd met een inworp voor ploeg A, daar waar de bal was uitgetikt door B2. • Art 44.3.2 1e bolletje

  26. 2de kwart vraag 3 FOUT

  27. 2de kwart vraag 3 B3 maakt een fout op A3. Dit is de vijfde teamfout van team B. De scheidsrechters kennen per ongeluk de bal toe aan team A voor een inworp. Na de inworp dribbelt A2. B2 tikt de bal uit. Nu wordt de vergissing ontdekt. De vrije worpen worden alsnog toegekend aan A3, waarna het spel wordt vervolgd met een inworp voor ploeg A, daar waar de bal was uitgetikt door B2. • Art 44.3.2 1e bolletje FOUT

  28. 2de kwart vraag 4 A1 maakt een doelpoging op de aanvalshelft. De bal raakt de ring niet, echter terwijl de bal in de lucht is maakt B2 een fout op A2. Dit is de derde teamfout van team B in dit kwart. De schotklok moet nu naar 24 seconden worden teruggezet. • Art 29.1.1 + 29.2.1 3e alinea

  29. 2de kwart vraag 4 • Art 29.1.1 + 29.2.1 3e alinea FOUT

  30. 2de kwart vraag 4 A1 maakt een doelpoging op de aanvalshelft. De bal raakt de ring niet, echter terwijl de bal in de lucht is maakt B2 een fout op A2. Dit is de derde teamfout van team B in dit kwart. De schotklok moet nu naar 24 seconden worden teruggezet. • Art 29.1.1 + 29.2.1 3e alinea FOUT

  31. 2de kwart vraag 5 Na het eindsignaal van een periode, moeten er vrije worpen worden genomen wegens een fout op de doelende speler. Na het signaal begint de pauze en de vrije worpen vinden plaats tijdens de pauze. • Art 8.5 en 8.8 GOED

  32. Rust In de eerste minuut van het eerste kwart, schrijft de scorer een 2-punter voor A1 i.p.v. een 3-puntsscore. Gedurende de rust vraagt coach A aan de scorer om de fout te herstellen. Beide scheidsrechters zijn het in de rust eens dat de fout door de scorer is gemaakt. Deze fout wordt nu direct hersteld. • Art 44.2.7

  33. Rust GOED

  34. Rust In de eerste minuut van het eerste kwart, schrijft de scorer een 2-punter voor A1 i.p.v. een 3-puntsscore. Gedurende de rust vraagt coach A aan de scorer om de fout te herstellen. Beide scheidsrechters zijn het in de rust eens dat de fout door de scorer is gemaakt. Deze fout wordt nu direct hersteld. • Art 44.2.7 GOED

  35. 3de kwart vraag 1 Bij aanvang van het 3e kwart krijgt A3 de bal voor de inworp. Hij doet er meer dan 5 seconden over om de bal te passen, zodat nu B3 de bal mag inwerpen op dezelfde plaats als waar A3 dat mocht doen. B3 mag de bal nu ook naar zijn verdedigingshelft passen. • Art. 17.4 + Interpretaties

  36. 3de kwart vraag 1 GOED

  37. 3de kwart vraag 1 Bij aanvang van het 3e kwart krijgt A3 de bal voor de inworp. Hij doet er meer dan 5 seconden over om de bal te passen, zodat nu B3 de bal mag inwerpen op dezelfde plaats als waar A3 dat mocht doen. B3 mag de bal nu ook naar zijn verdedigingshelft passen. • Art. 17.4 + Interpretaties GOED

  38. 3de kwart vraag 2 Meteen aan het begin van de tweede helft scoort een ploeg. Dan blijkt dat de ploegen niet van basket hebben gewisseld. De score blijft geldig en de ploegen zullen alsnog van basket wisselen. • Art 9 + Interpretaties

  39. 3de kwart vraag 2 GOED

  40. 3de kwart vraag 2 Meteen aan het begin van de tweede helft scoort een ploeg. Dan blijkt dat de ploegen niet van basket hebben gewisseld. De score blijft geldig en de ploegen zullen alsnog van basket wisselen. • Art 9 + Interpretaties GOED

  41. 3de kwart vraag 3 Aan A4 zijn twee vrij worpen toegekend. Het is echter A5 die naar de vrije worplijn gaat om deze te nemen. De eerste vrije worp is raak. Dan wordt de fout geconstateerd. De scheidsrechter keurt de eerste vrije worp af, staat niet toe dat A4 de vrije worpen alsnog neemt en kent team B de bal toe voor een inworp aan de zijlijn in het verlengde van de vrije worplijn. • Art 44.3.3 + Interpretaties

  42. 3de kwart vraag 3 GOED

  43. 3de kwart vraag 3 Aan A4 zijn twee vrij worpen toegekend. Het is echter A5 die naar de vrije worplijn gaat om deze te nemen. De eerste vrije worp is raak. Dan wordt de fout geconstateerd. De scheidsrechter keurt de eerste vrije worp af, staat niet toe dat A4 de vrije worpen alsnog neemt en kent team B de bal toe voor een inworp aan de zijlijn in het verlengde van de vrije worplijn. • Art 44.3.3 + Interpretaties GOED

  44. 3de kwart vraag 4 Een wisselmogelijkheid is beëindigd, waarna speler A10 naar de jury toe sprint en een wissel aanvraagt. De scorer reageert foutief en laat het signaal voor vervanging klinken. De scheidsrechter fluit en onderbreekt het spel. Door het fluitsignaal moet de wissel alsnog worden verleend. • Art. 18/19 Int S-7 E-1

  45. 3de kwart vraag 4 FOUT

  46. 3de kwart vraag 4 Een wisselmogelijkheid is beëindigd, waarna speler A10 naar de jury toe sprint en een wissel aanvraagt. De scorer reageert foutief en laat het signaal voor vervanging klinken. De scheidsrechter fluit en onderbreekt het spel. Door het fluitsignaal moet de wissel alsnog worden verleend. • Art. 18/19 Int S-7 E-1 FOUT

  47. 3de kwart vraag 5 Na een score van de tegenstander werpt A1 de bal in naar A2. De bal stuit van de hand van A2 weg. De scheidsrechter moet nu wachten met het tellen van de 8 seconden, totdat team A balcontrole heeft. • Art 28.1.1 2e bolletje FOUT

  48. 4de kwart vraag 1 Twee spelers, A2 en B3, hebben bij de zijlijn de bal beide stevig vast. Tijdens het trekken aan de bal komt speler B3 met een van zijn voeten buiten het veld. Sprongbalsituatie beslist de scheidsrechter. • Art. 23.2.3 & 12.3 - 1e bolletje GOED

  49. 4de kwart vraag 2 Met minder dan 2 minuten te spelen in het vierde kwart krijgt team A een inworp toegekend op de verdedigingshelft. Coach A neemt nu een time-out. Het spel wordt nu hervat vanaf de inworpmarkering op de aanvalshelft van team A. • Art 17.2.4 GOED

  50. 4de kwart vraag 3 Met 1:45 nog te spelen in het vierde kwart wordt A3 met een technische fout belast. Na de vrije worpen wordt de wedstrijd voortgezet met een inworp door team B vanaf de inworpmarkering op de aanvalshelft van team B. • Art 38.4.2 FOUT

More Related