1 / 36

Stralingsmeting introductie

Stralingsmeting introductie. NVBR LVG OGS 2011. Doelen. 3 soorten straling en hun gevaren kennen. - op juiste wijze kunnen meten met de Automess. Onderwerpen. 1. Kenmerken en gevaren van:. Alfastraling. Betastraling. Gamma- en röntgenstraling. 2. De Automess – bouw en werking.

awena
Download Presentation

Stralingsmeting introductie

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Stralingsmeting introductie NVBR LVG OGS 2011

  2. Doelen • 3 soorten straling en hun gevaren kennen - op juiste wijze kunnen meten met de Automess

  3. Onderwerpen 1. Kenmerken en gevaren van: • Alfastraling • Betastraling • Gamma- en röntgenstraling 2.De Automess – bouw en werking 3.Meting van straling – procedure en praktijk

  4. Soorten straling Deeltjesstraling: . Alfa () . Beta () . Neutronen Fotonenstraling: . Gamma () of röntgen (X-ray)

  5. Deeltjesstraling

  6. + + + + + + + + + -straling 4He-deeltje uitgeworpen uit de kern

  7. + + + + + + + + + Proton verandert in neutron of neutron verandert in proton onder uitzending van een beta-deeltje -straling Beta- deeltje (= electron)

  8. Gamma- en röntgenstraling

  9. Stralingsbescherming Gouden regels: • Afstand (kwadratenwet) • Tijd • Afscherming

  10. Afstand: kwadratenwet Puntbron

  11. Tijd • Beperk de inzettijd • (alleen het minimaal benodigde personeel) • Dosistempo x tijd = Dosis • voorbeeld: 24 µGy/uur x 1/2 uur = 12 µGy

  12. Afscherming

  13. -straling Dracht : maximaal enkele centimeters (in lucht) (grote deeltjes) Energie : hoog (massa!), bij inwendige besmetting zeer schadelijk (Q = 20) Afscherming : bij uitwendige blootstelling geen aparte afscherming nodig. Kleding en bovenste huidlaag schermen ’s volledig af Afscherming

  14. -straling: Dracht : tot enkele meters (kleine deeltjes), afhankelijk van het nuclide (energie). Energie : sterk nuclide-afhankelijk (Q = 1) Afscherming : het best met materialen met een laag atoomnummer, zoals perspex, glas of plastic Afscherming

  15. -straling (en röntgenstraling): Dracht : tot vele tientallen meters Energie : sterk nuclide-afhankelijk (Q = 1) Afscherming : materiaal met een hoge dichtheid (lood, DU), afhankelijk van de energie van enkele cm tot meters Afscherming

  16. Uitwendige besmetting Radioactief materiaal bevindt zich aan de BUITENZIJDE van het lichaam Uitwendige besmetting  altijd bestraling! -straling : geen stralingsrisico (gaat niet door de opperhuid) -straling : beperkt stralingsrisico (tot enkele cm) -straling : relatief groot stralingsrisico Voorkom dat uitwendige besmetting inwendige besmetting wordt: gebruik ademlucht! Besmetting

  17. Besmetting Inwendige besmetting Radioactief materiaal bevindt zich IN het lichaam. Besmettingsroutes: • inademen • inslikken (besmet voedsel of drank) - via de intacte huid (absorbtie) of via een wond Inwendige besmetting = bestraling • -straling : groot stralingsrisico voor direct omliggende • dunwandige cellen • -straling : stralingsrisico tot enkele cm • -straling : stralingsrisico tot enkele tientallen cm

  18. Stralingsbelasting: Gemiddelde jaardosis in NL Stralingsbelasting

  19. Dosislimieten (gehele lichaam) publiek : 1 mSv / jaar werkers categorie A : tot 20 mSv /jaar werkers categorie B : tot 6 mSv / jaar Stralingsbelasting overige werkers (cat.C) : tot 1 mSv / jaar Dosislimieten brandweerinzet per inzet (bevelvoerder alleen redding) : 2 mSv voorkomen van grote schade (nivo-3) : 250 mSv zinvol levensreddend werk (nivo-3) : 750 mSv

  20. Stralingsschade Onderscheid in : - directe effecten - dagen tot maanden drempeldosis (alleen bij hogere dosis in korte tijd) schade varieert van celbeschadiging tot celdood Vb: roodheid van de huid, brandwonden, haaruitval - indirecte effecten (geen drempeldosis maar kans) - kanker (leukemie na 3-5 jaar, andere typen na min. 10 jaar) - erfelijke schade (nageslacht) Stralingsschade treedt altijd vertraagd op

  21. Stralingsschade Directe effecten bij bestraling van het hele lichaam (Sv) 0,2 - 1 tijdelijke vermindering van het aantal witte bloedlichaampjes,geen ziekteverschijnselen 1 - 2 binnen enkele uren: vermoeidheid, braken, diarree, verminderde weerstand tegen infecties 2 - 3 ernstige stralingsziekte: beenmergsyndroom: minder dan 50% van de bestraalde personen sterft binnen een maand t.g.v. inwendige bloedingen 3 - 4 ernstige stralingsziekte: zonder therapie meer dan 50% sterfte 4 - 10 bijna altijd sterfte binnen 1 maand 10 - 50 sterfte binnen 1 week door darmsyndroom > 50 sterfte binnen enkele uren tot dagen door CZS-syndroom

  22. Vervoer

  23. Stralingslimieten bij vervoer • worden vermeld op de gevaarsetiketten op tenminste • 2 (collo of overpakking) of 4 (container) zijden van een • verpakking • 3 groepen met elk hun eigen etiket • Info op het etiket: • 1. Dosistempo op het oppervlak • 2. Transportindex (TI): • dosistempoop 1 meter afstand van de verpakking Vervoer

  24. Vervoer Categorie II geel Categorie III geel Categorie I wit Dosistempo oppervlak: < 5 µSv/h < 500 µSv/h < 2000 µSv/h (= 0,005 mGy/h) (0,5 - 2 mGy/h) wagonlading: 10000 µSv/h Transportindex (op 1 m): 0 0 – 1 1 – 10

  25. De Automess AD1 zonder sonde indicatie “geluid staat aan” dosistempo aan / uit knop schermverlichting menu geluid aan / uit

  26. De Automess AD1 zonder sonde gebruiksaanwijzing batterijvak (9V)

  27. De Automess AD1 zonder sonde ijksticker geldigheid controleren! contactpunt sondekabel meetpunt interne sonde

  28. Meten met de Automess zonder sonde • Inschakelen in schoon gebied (kazerne): • Bepaal het “achtergrondniveau” • Noteer de begindosis (knop links onder 1 x indrukken) • Let op: deze waarde blijft bewaard bij uitzetten ! • TLD: registreer per persoon en bevestig onder kleding • (beschermende kleding – ademlucht - explosiemeter) • Tijdens de meting langzaam bewegen • (meter werkt vrij traag – loop de bron niet voorbij!) • 7. Als het alarm (dosistempo 25 µGy/h) gaat: terug gaan!

  29. Meten met de Automess zonder sonde • 8. Na inzet einddosis noteren: • totale dosis is einddosis – begindosis (ADOS) • 9. Maximale dosistempo aflezen • (knop links onder enkele malen indrukken) • 10. Alleen uitzetten na opdracht daartoe, • anders gaan meetgegevens verloren! • Gebruikte TLD’s meegeven met AGS/ROGS • Uitschakelen = 2 x indrukken knop links boven – pép-pép • Dit kan alleen in de stand “meetschaal”!

  30. De Automess AD1 met sonde

  31. De Automess AD1 met sonde Externe aansluiting in gebruik (met sonde AD17) Aantal tikken per seconde (tikken/sec = s-1) Let op: ook menu is anders !

  32. (sonde met dop : gamma + harde betastraling) • (sonde zonder dop: alfa + beta + gamma) • Sonde aankoppelen • Inschakelen in schoon gebied. Meter meldt linksboven “ext 17” (herkent de sonde). Meetschaal geeft weer in “s-1”: counts per second = aantal tikken per seconde) • Bepaal het “achtergrondniveau” in cps • (let op: 1 x indrukken geeft nu alleen het totale aantal tikken TIJDENS DEZE MEETSESSIE – niet bruikbaar voor dosis) • (beschermende kleding – ademlucht - explosiemeter) • Tijdens de meting langzaam bewegen • Als het alarm (1 cps) gaat: terug gaan! Meten met de Automess MET SONDE

  33. Meten met de Automess MET SONDE • Maximale teltempo aflezen (knop links onder enkele malen • indrukken) • Alleen uitzetten na opdracht daartoe, anders gaan • meetgegevens verloren! • Eerst uitschakelen (pép-pép), dan pas sonde afkoppelen • Gebruikte TLD’s meegeven met AGS/ROGS

  34. DOSISMETERS ADOS (Alarm DOSismeter) Direct afleesbaar Dosismeters altijd ONDER de uitrukkleding dragen! TLD(thermoluminescentiedosimeter) Niet direct afleesbaar. Geen kegeltje meer!

  35. Bepalen van de PERSOONLIJKE dosis: indien mogelijk voor elke persoon een eigen meter! Dosis komt in persoonsdossier. Dosismeting • Met de ADOS • Bij veel korpsen niet (meer) aanwezig, of te weinig • Dosis noteren voor en na de inzet. • Opgelopen dosis = einddosis - begindosis • Met de TLD • Nauwkeuriger, maar niet direct afleesbaar • Per persoon uitreiken, nummer TLD noteren • Na afloop afgeven aan AGS/ROGS, die ze laat uitlezen • Info volgt later schriftelijk

  36. En dan nu – de praktijk!!!!

More Related