1 / 29

Het belang van de (het) social profit (model) Bruno Aerts Ceder dialoog 4 maart 2013

Het belang van de (het) social profit (model) Bruno Aerts Ceder dialoog 4 maart 2013. Het belang van de (het) social profit (model). I. Even voorstellen: wie is Verso? II. Wat is de social profit? III. Belang van de social profit IV. Belang van het social profitmodel

arlo
Download Presentation

Het belang van de (het) social profit (model) Bruno Aerts Ceder dialoog 4 maart 2013

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Het belang van de (het) social profit (model) Bruno Aerts Ceder dialoog 4 maart 2013

  2. Het belang van de (het) social profit (model) • I. Even voorstellen: wie is Verso? • II. Wat is de social profit? • III. Belang van de social profit • IV. Belang van het social profitmodel • V. Uitdagingen/discussie-stellingen

  3. I. Even voorstellen: Vereniging voor Social Profit Ondernemingen • Intersectorale werkgeversorganisatie voor de socialprofitsector in Vlaanderen, opgericht in 1997. • Krachtenbundeling van 18 federaties uit diverse activiteitstakken: gezondheidszorg, welzijn, aangepaste tewerkstelling, socioculturele sector, onderwijs en sociale huisvesting. • Verenigt zowel ondernemingen uit de private sector • als de publieke sector.

  4. I. Evenvoorstellen • Verso groepeert achttien federaties, • die actief zijn in de volgende sectoren: • Gezondheidszorg: ziekenhuizen, thuisverpleging, geestelijke gezondheidszorg, revalidatiecentra, … • - Welzijnssector, gaande van algemeen welzijnswerk tot doelgroepspecifieke diensten zoals kinderopvang, jongerenbijstand, ouderenzorg, residentiële en ambulante zorg voor personen met een handicap, sociale huisvesting, …

  5. I. Evenvoorstellen • Socioculturele sector: organisaties die werken rond cultuur (musea, bibliotheken, culturele centra, …), jeugd, volwassenenwerk, sport, toerisme, media, milieu, minderheden, vorming en beroepsopleiding, samenlevingsopbouw, ontwikkelingssamenwerking, … • Aangepaste tewerkstelling: beschutte en sociale werkplaatsen • Onderwijs • - Ziekenfondsen

  6. I. Evenvoorstellen: Missie • Belangenbehartiging • Op sectoraal niveau zijn het onze ledenfederaties zelf die zetelen in de paritaire overlegorganen. Op intersectoraal niveau verdedigen wij het gezamenlijk standpunt van de aangesloten federaties tijdens de vijfjaarlijkse Vlaamse Intersectorale Akkoorden (VIA). • Verso is erkend als interprofessionele gesprekspartner in de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Samen met de andere sociale partners adviseren we het overheidsbeleid, voeren we overleg over sociaal-economische thema’s en sluiten we akkoorden. • Verso is ook actief in het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC), waar het drieledig overleg tussen overheid, vakbonden en werkgevers plaatsvindt. • Andere : SAR WVG, VRWI, ....

  7. I. Evenvoorstellen: Missie • Overlegplatform en onderzoek • Daarnaast biedt Verso een platform waar de verschillende deelsectoren een toekomstvisie, standpunten en strategie voor de socialprofitsector kunnen uitdenken.  • Verso zet ook sterk in op onderzoek dat de economische en maatschappelijke betekenis van de socialprofitsector in beeld brengt.

  8. II. Watis de social profit? bron: Marée en Mertens, 2002 Social profit

  9. II. Watis de social profit? Paritaire (sub)comités*: 318.02: Gezins- en bejaardenzorg 319.01: Opvoedings- en huisvestingsinrichtingen 327.01: Beschutte en sociale werkplaatsen 329.01: Socioculturele sector 330: Gezondheidsinrichtingen en -diensten (cf. 305.01) 331: Vlaamse welzijns- en gezondheidssector (cf. 305.02) 337: non-profitsector (aanvullend comité) (152 en 225: gesubsidieerd vrij onderwijs) *enkel voor de private sector

  10. III. Belang van de social profit (6,04%) (8,22%) (4,35%) Bron: Belgostat: NACE 86 t.e.m. 93 - België, miljard €, kettingeuro’sreferentiejaar2009

  11. III. Belang van de social profit “ De industrie is de basis van de welvaart en de dienstverlening is hieruit afgeleid. Dit idee vindt zijn oorsprong in de 18e eeuwse economische school van de Fysiocraten (de bron van economie is de landbouw). “ “Het verkeerde aan deze argumentatie is te denken dat er een hiërachie is van economische waarden. Die is er niet. Materiële productie is economisch niet meer waardevol dan immateriële productie” “Als ik hoor zeggen dat zonder de industrie de diensten niet kunnen bestaan, zeg ik dat zonder de diensten de industrie niet kan bestaan”. Prof. De Grauwe (London school of economics) De Morgen 11 feb 2013

  12. III. Belang van de social profit: 372.100 arbeidsplaatsen in Vlaanderen * Social profit (privaat + publiek) = gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening (incl. aangepaste tewerkstelling) en cultuur/recreatie/sport ** Quartaire sector (onderwijs + overheidsdiensten, exclusief social profit) Bron: RSZ (gedecentraliseerd), Vlaams Gewest, 31/12/2010. Bewerking: Verso.

  13. III. Belang van de social profit: 13.790 vestigingen (ondernemingen) in Vlaanderen * Social profit (privaat + publiek) = gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening (incl. aangepaste tewerkstelling) en cultuur/recreatie/sport ** Quartaire sector (onderwijs + overheidsdiensten, exclusief social profit) Bron: RSZ (gedecentraliseerd), Vlaams Gewest, 31/12/2010. Bewerking: Verso.

  14. III. Belang van de social profit : Aandeelprivate en publieke social profit (Bron: RSZ (gedecentraliseerd), arbeidsplaatsen, Vlaams Gewest, 31/12/2009 - Bewerking: Verso)

  15. III. Belang van de social profit : Geïndexeerde evolutie medewerkers social profit naar PC (Vlaams Gewest, 2003-2011) Bron : Rsz-dmfa via Steunpunt WSE (Bewerking Verso) * Sinds 2008 bestaat PC 305 uit PC 330 en PC331 ze worden hier gesommeerd

  16. III. Belang van de social profit: Wiewerkt er in de social profit? • Werknemerskenmerken: • Vooral vrouwelijke tewerkstelling • Veel deeltijds werk • Toenemende vergrijzing van personeel !!!! • Hoge scholingsgraad • Naast de specifieke ‘socialprofit’ beroepsgroepen, zijn ook de algemene beroepen vertegenwoordigd • Ook nog: • Bijzondere statuten (gesco, Sociale Maribel, WEP+, ...) • Vrijwilligerswerk en zelfstandigen

  17. IV. Belangsocialprofitmodel: kenmerken • Persoonsgebonden diensten: dienstverlening aan personen of aan de gemeenschap m.b.t. publieke goederen (gezondheid, welzijn, cultuur,..). • Inzake publieke goederen werken markten imperfect (mechanism design theory van nobelprijswinnaars Hurwicz, Maskin en Myerson). • Antwoord in België: publieke én private (vzw’s) socialprofitondernemingen = uniek model met “buffer” tussen markt(individu) en staat (overheid).

  18. IV. Belangsocialprofitmodel: kenmerken • Specifieke financiering van de “productiekosten” via een combinatie van opbrengsten, eigen bijdragen (al dan niet inkomensgerelateerd), subsidies en giften. • Groot belang van vrijwilligerswerk (belang georganiseerd middenveld= essentieel). • Biedt ruimte voor (sociaal) ondernemersschap: voldoende (vrije) initiatiefruimte als werkgever binnen waardegedreven kader (maatschappelijk verantwoord ondernemen).

  19. IV. Belangsocialprofitmodel: kenmerken • Garandeert een dienstverlening die garant staat voor: • Een hoge kwaliteit • Brede toegankelijkheid • Keuzevrijheid • Betaalbaarheid • Deze “garanties” zijn wederzijds zelfversterkend. • Bv. Het socialprofitmodel maakt dat de dienstverlening betaalbaar is voor de gebruiker en tevens breed toegankelijk (mede door de ruime regionale inbedding). Dit verhoogt de keuzevrijheid van de gebruiker, dat op haar beurt een hoge kwaliteit garandeert (feet voting).

  20. IV. Belangsocialprofitmodel: kenmerken • Is budgettair verantwoord (zie trend GDP). • Meta-economisch belang van dienstverlening via Belgisch socialprofit model is groot : • Positieve effecten op armoede, op ongelijkheid (gini), op werkzaamheid vrouwen • Stabiele samenleving met een brede middenklasse en breed (goed opgeleid) arbeidsaanbod is essentieel voor duurzame economische groei.

  21. Public social expenditures as % of GDP (2012) (OECD 2011

  22. Public social expenditures as % of trend GDP (1990-2010) : OECD 2011

  23. IV. Belangsocialprofitmodel: uitdagingen • Social profitmodel onder druk? • Europese regelgeving • Staatshervorming • Combinatie van maatschappelijke evoluties (o.a. vergrijzing) en budgettaire situatie overheden. • Zoektocht naar personeel (o.a. uitbreidings- en vervangingsvraag).

  24. V.Discussievragen/stellingen • Een duidelijk kader voor “maatschappelijk verantwoorde zorg” • met explicitering van de randvoorwaarden is essentieel • en dient consequent beleidsmatig te worden vertaald..

  25. V.Discussievragen/stellingen • Van de socialprofitondernemingen wordt terecht een grote dynamiek • verwacht inzake innovatie, samenwerking, goed bestuur, ... Hiertoe is • (ook in de regelgeving) voldoende ruimte voor (sociaal) • ondernemerschap noodzakelijk.

  26. V.Discussievragen/stellingen • De hertekening van het Vlaams sociaal overleg (aanpassing structuren • n.a.v. de staatshervorming) moet vertrekken van een model dat het • best geschikt is om een integraal cliëntgericht zorg- en ondersteunings • model in Vlaanderen in de praktijk te brengen. In de beheersaansturing • dienen de kernactoren van de zorg sterk betrokken.

  27. V.Discussievragen/stellingen • In een knelpunteconomie is er een “strijd voor de juiste man/vrouw”. • Deze vraag naar personeel wordt nog versterkt door én de toegenomen • zorg vraag én door de vergrijzing van de eigen medewerkers. De • Klassieke antwoorden op de nijpende personeelstekorten zijn • Noodzakelijk (instroom verhogen via allerlei acties en uitstroom • vertragen) maar onvoldoende. Nieuwe antwoorden moeten onderzocht • Worden zoals het innovatief organiseren van het werk en de zorg, maar • ook het verhogen van het arbeidsvolume.

  28. www.verso-net.be

More Related