1 / 25

Training Europees project Hear Me.

Training Europees project Hear Me. Aly Gruppen. Wat is Hear Me?. Highly EducAted Retirees Mentoring Early school leavers. Deelnemende landen.

anne
Download Presentation

Training Europees project Hear Me.

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Training Europees project Hear Me. Aly Gruppen

  2. Wat is Hear Me? • Highly • EducAted • Retirees • Mentoring • Early school leavers

  3. Deelnemende landen • Het mentorproject HEAR ME is een initiatief van de Europese Unie en vindt plaats in vijf Europese landen van start: Nederland, Denemarken, Spanje, Groot-Brittanië en Finland.

  4. Doelen • Vergroten van het sociaal kapitaal in Europa. • Ouderen een meer actieve rol in de samenleving geven. • Kansen voor jongeren vergroten. • Levenlang leren. • Schooluitval voorkomen. • Sociale cohesie vergroten • Sociale integratie bevorderen • Het ontwikkelen en testen van cursusmateriaal voor mentoren.

  5. Mentoring • Vorm van ondersteuning waarbij een meer ervaren persoon (de mentor) een minder ervaren persoon (mentee) begeleidt door het uitwisselen van praktische ervaringen en het geven van regelmatige feedback. • Geeft mentees extra steuntje in de rug dat ze nodig hebben om op school te blijven, hun talenten te ontwikkelen en/of hun school af te maken. • Geeft mentoren de mogelijkheid om kennis en ervaring op te doen in het coachen/begeleiden en kennis te maken met ‘andere’ wereld.

  6. Vervolg • Is gebaseerd op aandacht en positieve ondersteuning. • Kan zich richten op drie soorten begeleiding: • 1. Sociaal emotionele begeleiding. • 2. Studiebegeleiding. • 3. Oriëntatie op vervolgstudies en beroepspraktijk.

  7. Mentor • Een mentor: • Ervaringsdeskundige en rolmodel. • Ondersteunt de mentee in zijn/haar sociaal welbevinden, studie en (beroeps)keuze. • Leert mentee zelf problemen op te lossen en lost niet de problemen op van de mentee. • Helpt bij alledaagse problemen van de mentee.

  8. 2. Fasen, rollen en vaardigheden in mentoring

  9. Vervolg 2.

  10. 3. Fasen in de mentor-mentee relatie • Fase 1. • Begin: Kennismaken - functie mentor? • Kan lang duren. • Opbouwen vertrouwen en veiligheid.

  11. Fase 2 • 2. Kern: ondersteunen bij problemen en vragen-functie mentor? • Meestal ligt eerst de nadruk op concrete en praktische zaken rond school en studie, daarna komen sociaal-emotionele begeleiding en oriëntatie op vervolgstudies en beroepspraktijk aan de orde.

  12. Fase 3. Einde: afbouwen – functie mentor? • De relatie eindigt ook altijd weer. • Zorgvuldig afsluiten en afscheid nemen • Maak gevoelens bespreekbaar. • Geen beloften doen die je niet nakomt. • Contact kun je wel herdefiniëren.

  13. Actief luisteren • Luisteren is: de mentee aanmoedigen zijn/haar verhaal te vertellen. • Kijk de mentee aan. • Knik instemmend, zeg ‘ja’ of ‘mmm’, probeer je in te leven in het gevoel van de mentee. • Herhaal in je eigen woorden wat de mentee heeft gezegd om te checken of je het goed begrepen hebt (parafraseren) • Stel voorzichtige vragen als: ‘Bedoel je dat..?’, ‘Heb ik het goed begrepen dat…?’

  14. Niet luisteren is: Liever je eigen stem willen horen en jouw verhaal willen vertellen. • Vel geen oordeel (‘ik vind dat je…). • Spreek niet tegen (‘dat is niet waar’). • Beschuldig niet (‘het ligt aan jezelf’). • Val de mentee niet in de rede. • Geef geen raad voor het verhaal helemaal is verteld. • Trek niet te snel conclusies. • Betrek de informatie niet direct op jezelf. • Vergelijk niet me je eigen gevoelens in een soortgelijke situatie.

  15. Preek niet. • Blijf met je aandacht voortdurend bij de mentee en het onderwerp dat jullie bespreken.

  16. Vragen stellen • De basis van een goed mentorgesprek is een mentor die luistert en ook de juiste vragen stelt. • Er zijn verschillende typen vragen: open- en gesloten vragen.

  17. Open vragen: • Geven de mentee de ruimte om zich te uiten. • Maken de mentee duidelijk dat je geïnteresseerd bent. • Stel je als je meer wilt weten om te begrijpen wat de mentee bedoelt. • Beginnen vaak met: ‘Kun je me iets vertellen over?’ of ‘Wat denk je van…?’ of ‘Hoe was het om...?’.

  18. Vervolg . • Gesloten vragen: • Zijn vragen waarop de mentee bijna alleen korte antwoorden kan geven, zoals een naam, een plaats, ‘ja’ of ‘nee’. • Stel je om precieze antwoorden te krijgen van de mentee. • Kunnen ervoor zorgen dat een gesprek (te) snel afgelopen kan zijn. • Bedenk welke vraag op welk moment het beste is. • Moedig de mentee aan om zelf ook vragen te stellen.

  19. Oplossingsgericht coachen • Probleemoplossend / Oplossingsgericht • Verleden is belangrijk / Toekomst is belangrijk • Wiens fout is het? / Wat kan anders? • Expert geeft antwoorden / Expert stelt vragen

  20. Methodiek • Kleine verandering is voldoende als aanzet, kleine stapjes • Doen is belangrijk • Inzicht komt na of tijdens de verandering • Nog niet i.p.v. nooit

  21. Vervolg methodiek • Bronnen/mogelijkheden zijn steeds voorhanden, maar moeten ontsluierd worden • Coach is partner • Uitzondering als (deel)oplossing.

  22. Methodiek

  23. Oplossingsgerichte vragen • Stel dat.... (gewenste sit.): Wat zou je dan anders doen? • Hoe zouden anderen dat weten/merken? Wat zouden ze zien/horen/voelen dat er anders is? • Bij de uitzondering: In de situatie die je hebt beschreven, wat werkte er wel? • Hoe is je dat toen gelukt? • Van datgene je gedaan hebt tot nu toe, wat zou je hiervan willen blijven doen?     

  24. Schaalvragen • Schaal van 0 tot 10, waar 10 staat voor jou op je best, waar sta je nu? • Wat heb je tot nu toe gedaan om daar te komen.? • Wat zit er in die ... (score, bv een 6)? • Wat doe je anders als je een stap omhoog bent gegaan op deze schaal? Hoe zou je weten dat je op dat punt bent?

More Related