1 / 26

brugklas: structuur

brugklas: structuur. ….

anitra
Download Presentation

brugklas: structuur

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. brugklas: structuur

  2. Daar zit je dan! Even uitrusten op een bank in zomaar een zaal met allerlei schilderijen. En even rondkijken. Bij sommige werken aan de wand zit de verf er duimendik op, andere schilderijen zijn wat zuiniger geschilderd. Soms is er zeer verfijnd en gedetailleerd geschilderd, maar hier en daar lijkt ook maar wat aangeklodderd te zijn….

  3. Het uiterlijk van een kunstwerk wordt bepaald door verschillende aspecten. • Allereerst bepaalt het materiaal hoe het werk eruit ziet. Het verschil tussen een werk gemaakt met houtskool, olieverf, klei of steen is duidelijk zichtbaar. • Ook de manier waarop het materiaal gebruikt wordt is van belang voor het uiterlijk. Wordt de verf bijvoorbeeld aangebracht op het doek doormiddel van een fijn kwastje of er gewoon met grote klodders tegen aangegooid. Niet altijd is de hanteringswijze zichtbaar, de kunstenaar heeft alle bewijzen ervan weggewerkt.

  4. olieverf is alleen verdunbaar met olie of terpentine. Het droogt langzaam. Aquarelverf verdun je met water en is waterig. Aquarelverf droogt doordat het water verdampt.

  5. Of je nou een tekening, schilderij of beeldhouwwerk ziet, je kunt er steeds bepaalde eigenschappen in ontdekken en aan een nader onderzoekje onderwerpen. Dit zijn de zogenaamde beeldaspecten. Voorbeelden van beeldaspecten zijn: • compositie, • kleur, • licht, • ruimte • vorm en • structuur

  6. structuur • Structuur: waarneembare oneffenheden/de zichtbare aard of eigenschappen van een oppervlak • Textuur: de voelbare aard van een oppervlak • Factuur: sporen van het gereedschap < structuur van een zebrahuid textuur van watten >

  7. De sporen van spatels op het oppervlak van het kleibeeld zorgen voor factuur. spatels

  8. De structuur van de planken bestaat uit lijntjes, doorgezaagde groeiringen van de boom.De textuur van de planken is een beetje ruw en je voelt kleine groefjes onder je vingertoppen wanneer je je hand erover laat glijden

  9. 1) Beschrijf nu in je eigen woorden de structuur van de badspons hieronder.2) Beschrijf ook de textuur van de badspons hieronder.

  10. Factuur kunnen we bijvoorbeeld zien in kunstwerken zoals schilderijen of beeldhouwwerken. Daar laten kwasten, zagen of beitels sporen na op het opper-vlak. Een voorbeeld daarvan zie je op de foto van het beeldhouw-werk van Rodin hiernaast. Om de figuren heen zijn sporen van het hakwerk en beitels nog goed te zien. De huid van de figuren heeft Rodin echter helemaal glad gemaakt. 3) Geef één reden waarom Rodin de huid van de figuren in dit beeld heel glad heeft gemaakt.

  11. Beeldhouwen betekent dat je uit een groot blok massief steen een beeld hakt door alle steen er omheen weg te halen. Beeldhouwers, zoals Rodin of Michelangelo, spreken van het “bevrijden van het beeld uit steen”. Bekijk het beeld hiernaast.De titel is : “de bevrijde slaaf”4) leg uit hoe je deze titel in het beeld terug ziet.

  12. Een schilder kan ook sporen nalaten op het oppervlak van een schilderij.De schilder Vincent van Gogh schilderde in toetsjes, korte streepjes, zie het schilderij hieronder: “Korenveld met kraaien”.5) Leg uit waarom het schilderij van Van Gogh een beweeglijke uitstraling heeft.

  13. Een schilder kan de verf in toetsjes, stipjes of juist in heel dunne laagjes over elkaar heen opbrengen. Wanneer een schilder dunne, half doorschijnende laagjes over elkaar heen opbrengt, wordt dit ook wel glaceren genoemd. Je ziet dan bijna geen ‘handschrift’ van de schilder meer. Het verfoppervlak is helemaal glad.Er is dus geen factuur te zien.Juist heel dikke verf opbrengen met een mes of zelfs met je handen, noem je pasteus schilderen.Wanneer schilders zand, stro of andere materialen door hun verf mengen, noem je dat materieschilderen. De verflaag ziet er dan heel onregelmatig uit.

  14. Pasteus schilderen in toetsjes: Vincent van Gogh

  15. De maker van het materieschilderij hieronder wilde een akker afbeelden.6) waarom zou hij gras, zand en grind door zijn verf hebben gemengd om de akker te schilderen?

  16. Een schilder die juist veel glaceert in zijn schilderijen is Dali. Hij laat zich voor zijn schilderijen inspireren door zijn dromen. 7) Leg uit waarom Dali juist voor de glaceertechniek kiest.

  17. Deze schilder schilderde het gezicht veel ruwer dan de achtergrond.8) Waarom deed hij dat, denk je?

  18. 9) Kies het juiste begrip: . De ….. van deze beelden hieronder is heel ruw. A structuur B textuur C factuur

  19. 10) Kies het juiste begrip: Op deze foto is goed de ….. van het ontwerp te zien. A structuur B textuur C factuur

  20. 11) Kies het juiste begrip: Het beeld van Brancusi hieronder heet “vis”. Dat zie je aan de ….. van streepjes als golfjes op de zee. Dat zie je aan de gladde …. van een gestroomlijnde vis. A structuur B textuur C factuur

  21. 12) Kies het juiste begrip: Het beeld hieronder heeft een grote tegenstelling in ….A structuurB textuurC factuur

  22. Structuren kun je gemakkelijk zelf tekenen. Een voorbeeld van een structuur is arceren, en in meerdere richtingen over elkaar: kruisarceren. arceren kruisarceren

  23. Dit werk van Rembrandt bestaat helemaal uit arceringen!!

  24. Opdracht: Vraag het stencil over structuren aan je docent. Plak in elk van de vakjes een voorbeeld uit een krant of tijdschrift van structuur, textuur en factuur. Deze opdracht maak je af als huiswerk voor de volgende keer.

  25. Opdracht: Teken zelf met Oost-Indische inkt en kroontjespen 25 verschillen- de structuren. Verdeel een A4-papier met potlood en liniaal in 25 hokjes. Teken in elk hokje een zo afwisselend mogelijke structuur. Hoe preciezer je structuur, hoe beter! Aan deze opdracht zullen we in de volgende lessen werken.

More Related