1 / 58

CELF-4 Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4 2003 Eleanor Semel, Elizabeth Wiig, Wayne A. Secord

De CELF-4 NL : een nieuw instrument voor de diagnostiek van taalproblemen (Clinical Evaluation of Language Fundamentals – 4) Marleen D’hondt Mark Schittekatte illem Kort. CELF-4 Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4 2003 Eleanor Semel, Elizabeth Wiig, Wayne A. Secord.

alexavier
Download Presentation

CELF-4 Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4 2003 Eleanor Semel, Elizabeth Wiig, Wayne A. Secord

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De CELF-4NL: een nieuw instrument voor de diagnostiek van taalproblemen(Clinical Evaluation of Language Fundamentals – 4)Marleen D’hondtMark Schittekatte illem Kort

  2. CELF-4 Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4 2003Eleanor Semel, Elizabeth Wiig,Wayne A. Secord

  3. CELF – 4NL • individuele afname • evalueert aard en omvang van taalproblemen bij kinderen en adolescenten van 5 - 18 jaar • meet zowel taalniveau, expressieve als receptieve taalvaardigheden

  4. Beoordelingsproces CELF-4NL • Stap 1. Nagaan of er sprake is van een taalprobleem • Stap 2. Beschrijving van de aard van het probleem • Stap 3. Beoordeling van de onderliggende problematiek • Stap 4. Beoordeling van taal en communicatie in de context

  5. Uitgangspunten • Taaldomeinen • morfologie - syntaxis - pragmatiek • semantiek - fonologie • Taalgedrag - receptieve taal - expressieve taal • Taalaspecten - inhoud - vorm - gebruik

  6. Taalmodaliteiten en -aspecten ReceptiefExpressief Inhoud Semantiek woordenschat passief woordenschat passief semantische relaties begrijpen semantische relaties produceren verhalen begrijpen verhalen produceren Vorm Fonologie spraakklanken waarnemen spraakklanken produceren Syntaxis begrijpen van zinnen productie van zinnen Morfologie begrijpen van woordvormen Productie van woordvormen GebruikPragmatiek Begrijpen communicatie Gebruik communicatie Executieve Functies Werkgeheugen

  7. Stappen Stap 1 Probleemidentificatie: Kernscore Stap 2 Probleembeschrijving: 4 Indexscores • Receptieve Taal Index - Taalinhoud Index • Expressieve Taal Index - Taalvorm Index Stap 3 Beoordeling problematiek • Werkgeheugen Index - Fonologisch Bewustzijn Stap 4 Context - Pragmatieklijst - Observatieschaal

  8. Begrippen en Aanwijzingen Volgen (BAV) Woordstructuur (WS) Zinnen Herhalen (ZH) Zinnen Formuleren (ZF) Woordcategorieën 1 en 2 (WC) Zinnen Begrijpen (ZB) Actieve Woordenschat (AW) Definities van Woorden (DW) Tekstbegrip (TB) Semantische Relaties (SR) Zinnen Samenstellen (ZS) Fonologisch Bewustzijn (FB) Cijfers Herhalen (CH) Reeksen Opsommen (RO) Woordassociaties (WA) Snel Benoemen (SB) Subtests

  9. Subtests naar dimensies Receptief Expressief Inhoud Vorm Begrippen en Aanwijzingen Volgen X X Zinnen Herhalen X X X Zinnen Formuleren X X X Woordstructuur X X Woordcat. Receptief X X Woordcat. Expressief X X Tekstbegrip X X Zinnen Begrijpen X X Actieve Woordenschat X X Zinnen Samenstellen X X Semantische Relaties X X X Definities van Woorden X X Reeksen Opsommen X X Woordassociaties X X Snel Benoemen X X Fonologisch Bewustzijn X X

  10. Subtests stap 1 (probleemidentificatie) Kernscore 5-8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordstructuur Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren 9-12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën Definities van Woorden

  11. Subtests stap 2 (probleembeschrijving) Receptieve 5-8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Taalindex Woordcategorieën receptief Zinnen Begrijpen 9-12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën receptief Semantische Relaties 13+ jr Woordcategorieën receptief Semantische Relaties Zinnen Herhalen

  12. Subtests stap 2 (probleembeschrijving) -vervolg 1 Expressieve 5-8 jr Woordstructuur Taalindex Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Actieve Woordenschat 9-12 jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Actieve Woordenschat Definities van Woorden 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Woordcategorieën expressief Definities van Woorden

  13. Subtests stap 2 (probleembeschrijving) –vervolg 2 Taalinhoud Index 5-8 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën Actieve Woordenschat 9-12 jr Begrippen en Aanwijzingen Volgen Woordcategorieën Tekstbegrip Actieve Woordenschat of Definities van Woorden 13+ jr Woordcategorieën Tekstbegrip Definities van Woorden Semantische Relaties

  14. Subtests stap 2 (probleembeschrijving) –vervolg 3 Taalvorm Index 5-8 jr Woordstructuur Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen Begrijpen 9-12 jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen Samenstellen 13+ jr Zinnen Herhalen Zinnen Formuleren Zinnen samenstellen

  15. Begrippen en Aanwijzingen Volgen De vaardigheden om • mondeling gegeven aanwijzingen te begrijpen • de namen en kenmerken van voorwerpen zich te kunnen herinneren en de volgorde waarin deze werden opgesomd; • het voorwerp aan te wijzen dat door een plaatje wordt aangeduid.

  16. Woordstructuur Het beoordelen van de vaardigheid om • de regels voor woordvorming (morfologie) toe te kunnen passen • de juiste voornaamwoorden te gebruiken bij het verwijzen naar mensen en dingen.

  17. Zinnen Herhalen De vaardigheid om • te luisteren naar gesproken zinnen van toenemende lengte en complexiteit • zinnen te herhalen zonder veranderingen in woordbetekenissen, verbuigingen, woordvormen of zinsstructuur.

  18. Zinnen Formuleren De vaardigheid om volledige, semantisch en grammaticaal juiste zinnen te formuleren, van toenemende lengte en complexiteit.

  19. Woordcategorieën Het vermogen om verband te leggen tussen woorden met een vergelijkbare betekenis en dat verband onder woorden te brengen (zowel receptief als expressief)

  20. Zinnen Begrijpen De vaardigheid om de bedoeling van gesproken zinnen te begrijpen door het aanduiden van prentjes die de betekenis van de zin aangeven.

  21. Actieve Woordenschat Het kunnen benoemen van afbeeldingen van mensen, voorwerpen en handelingen.

  22. Definities van Woorden De vaardigheid om aan te geven wat woorden betekenen, in hoeverre woorden wat betreft betekenis met elkaar overeenkomen en hoe woorden kunnen worden gedefinieerd door categorieën te gebruiken

  23. Tekstbegrip de vaardigheid om • de aandacht vast te houden bij het luisteren naar gesproken tekst; • mondelinge tekst en verhalen te begrijpen; • vragen te beantwoorden over de inhoud van het verhaal; • kritisch te kunnen denken en tot logische antwoorden te komen

  24. Semantische Relaties het kunnen interpreteren van zinnen waarin • vergelijkingen worden gemaakt; • een plaats of eenrichting wordt aangegeven; • tijdsrelaties worden aangegeven; • een volgorde in een reeks wordt aangegeven; • een lijdende vorm wordt gebruikt.

  25. Zinnen Samenstellen De vaardigheid om door het combineren van woorden en groepen woorden grammaticaal juiste en semantisch betekenisvolle zinnen te vormen.

  26. Fonologisch Bewustzijn De kennis van de klankstructuur van de taal en kunnen omgaan met klank. - weergave van zinnen, lettergrepen en fonemen in hun onderdelen; - combinatie van lettergrepen en fonemen; - aangeven van lettergrepen; - identificatie en bewerking van fonemen. Afname bij lage score op Zinnen Begrijpen en Woordstructuur.

  27. Cijfers Herhalen De vaardigheid om in lengte toenemende reeksen willekeurige cijfers, voorwaarts en achterwaarts na te zeggen. Deze vaardigheid doet een beroep op aandacht en concentratievermogen en het auditieve/verbale werkgeheugen

  28. Reeksen Opsommen De vaardigheid om vlot om te gaan met auditieve en verbale informatie en die te ordenen. Doet beroep op auditief/verbaal werkgeheugen

  29. Woordassociaties Het kunnen ordenen van woorden naar hun betekenis. Van belang bij kinderen bij wie het vermoeden bestaat dat er sprake is van • executieve functiestoornissen • ADHD of het syndroom van Gilles de la Tourette • problemen die verband houden met de aandachtsfunctie of het werkgeheugen • leerproblemen waarvoor behandeling wenselijk is. Af te nemen bij Expressieve Taal Index < 80 en bij kinderen met een lage score bij Zinnen Formuleren (problemen bestaan bij het verwerven van de woordenschat).

  30. Snel Benoemen De vaardigheid om visuele stimuli (kleuren, vormen en combinaties van kleuren en vormen) visueel te verwerken, te benoemen en in het werkgeheugen op te slaan. Af te nemen bij kinderen < 80 op Expressieve Taal Index en bij lage score op Zinnen Formuleren (normscore <7)

  31. Scoring Bij verschillende antwoordmogelijkheden juiste interpretatie aan de hand van voorbeelden Antwoorden in streektaal/dialect toegestaan – geen beoordeling juist gebruik standaardtaal

  32. Scores Resultaten subtests en factoren in normscores en percentielen. Normscores: gebaseerd op de leeftijd (5-18). De leeftijdsperiode bij 5-7 jaar een half jaar, bij > 7 één jaar. Percentielen: hoe iemands score zich verhoudt tot de rest van zijn of haar groep. Aangegeven hoe groot het percentage mensen is met een score gelijk aan of lager dan een aangegeven score.

  33. Normscores Normscores: gebaseerd op gemiddelde score (M) en de gemiddelde afwijking daarvan (standaardafwijking, SD). Subtests: scores 1-19, M: 10, SD: 3 Indexscores: M: 100, SD: 15

  34. Normale verdeling

  35. Kwalitatieveomschrijvingnormscores/percentielen subtests Normscore Afstand tot gemiddelde Percentielscore Omschrijving • +3 SD 99,9 Veel beter dan normaal 16 +2 SD 98 • +1 SD 84 Beter dan normaal 10 Gemiddelde 50 Normaal • -1 SD 16 Slechter dan normaal • -2 SD 2 Veel slechter dan 1 -3 SD 0,1 normaal

  36. Kwalitatieveomschrijvingnormscores/percentielen Indexscores Normscore Afstand tot gemiddelde Percentielscore Omschrijving 115 en hoger 1 SD en hoger 84,1 en hoger Boven gemiddeld 86 – 114 Tussen +1 en -1 SD 17,5 – 82,5 Gemiddeld 78 – 85 Tussen -1 en -1,5 SD 7,1 -14,3 Iets beneden gemiddeld 71 – 77 Tussen -1,5 en -2 SD 2,7 - 6,3 Duidelijk beneden gem. 70 en lager -2 SD en lager 2,3 en lager Veel minder dan gem.

  37. Betrouwbaarheidsintervallen Betrouwbaarheidsinterval: binnen welke grenzen kan men vertrouwen dat bij herhaalde afname dezelfde score wordt behaald. Betrouwbaarheidsintervallen vermeld voor 90% en 95%

  38. Scoreverschillen Statistische significantie: aanduiding van de grootte die het verschil moet hebben om op 5% niveau of 10% niveau significant te zijn Prevalentie: aanduiding van de mate waarin verschillen in de praktijk voorkomen (ongeacht statistische significantie)

  39. Ontwikkeling en aanpassing CELF- 4NL - Vertaling en aanpassing voor gehele Nederlandstalige gebied - Advies van Nederlandse en Vlaamse taalkundigen en logopedisten - Veel aandacht aan verschillen Ned. – Eng. in woord- en zinsstructuur.

  40. Vooronderzoek Proefversie van 11 subtests 228 kinderen in 3 leeftijdsgroepen 5-7 jaar 9-11 jaar 13-15 jaar Met oog op eventuele regionale taalverschillen gelijke verhouding NL -VL

  41. Resultaten vooronderzoek • Goede betrouwbaarheden: homogeniteit • (α) tussen .80 en .95 • Scoreverschillen NL - VL • en jongens - meisjes zeer gering • - Wel aanpassingen in volgorde opgaven • Instap- en afbreekregels vrijwel • ongewijzigd

  42. Normering • Representatieve steekproef • 11 leeftijdsgroepen 5 - 15 jaar • - Specifieke aandacht voor: • - autistisch spectrum • - slechthorend • - taal- en communicatieproblemen • - dyslexie

  43. Betrouwbaarheid • Redelijke tot goede betrouwbaarheden: homogeniteit (α) van Kernscore .93 en van Indexscores tussen .78 en .94. • Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid tussen .80 en .99

  44. Validiteit • Eén duidelijke algemene taalfactor • Andere factoren: * Taalbegrip (<9 jaar) * Woordkennis en Benoemvaardigheid (9+) • Duidelijke samenhang subtests Indexscores • Sterke samenhang Kernscore -Indexscores • Geringere samenhang * Receptieve - Expressieve Taal Index * Taalinhoud Index - Taalvorm Index

  45. Interpretatie Factoren Kernscore Goede maat Algemene Taalfactor Indexscores: praktische en nuttige aanknopingspunten bij het klinische gebruik van de CELF-4NL

  46. Specifieke groepen • ESM: N=167 (NL=128, VL=39) • ASS: N=19 (alleen NL) • SH: N=25 (alleen NL) • Dyslexie: N=38 (NL=16, VL=22) • Etnische herkomst Westers allochtoon: 4% (NL=3,6%, VL 5,5%) Niet-westers allochtoon: 13,05% (NL=15,1%,VL=11,1%)

  47. Subtestscores specifieke groepen normeringsonderzoek

  48. Indexscores specifieke groepen normeringsonderzoek

  49. Etnisch-culturele achtergrond: subtests

  50. Etnisch-culturele achtergrond: indexscores

More Related